D66 is te elitair, vindt D66 nu zelf ook

„Rob Jetten heeft het goed gedaan in de campagne, maar ik heb niet op jullie gestemd.” Een veelzeggende uitspraak die veel medewerkers van D66 de afgelopen maanden van kiezers hoorden. En een frustrerende boodschap: jullie hebben een leuke lijsttrekker, maar D66 is niet meer onze partij.

Het was op een andere manier ook te horen op de uitslagenavond van 22 november, toen D66 een grote nederlaag voor de kiezen kreeg: van 24 naar 9 zetels. Ondanks die electorale dreun was de stemming niet terneergeslagen. Want, zo hoorde je van alle kanten: „We hebben met Rob zo’n leuke nieuwe leider. Wie wil er nog een biertje?” Maar als hij zo weinig kiezers trekt, heeft D66 daar weinig aan.

In een poging de onderliggende oorzaken van de verkiezingsnederlaag te begrijpen, deden de Hans van Mierlo Stichting (het wetenschappelijk bureau van de partij) en de Tweede Kamerfractie onderzoek naar hoe D66 zich in de afgelopen jaren heeft gepositioneerd. Het leidde tot een kritische analyse, waaruit dezelfde frustratie opstijgt: we hebben goede mensen, we hebben een goed verhaal, maar we brengen het verkeerd. De bevindingen worden komende zaterdag op een partijcongres besproken.


Lees ook
Voor D66 dreigt onzichtbaarheid naast nieuwe politieke partijen en leiders

Rob Jetten spreekt in Zwolle voor het eerst het partijcongres van D'66 toe als politiek leider.

Volharden in eigen gelijk

Sinds 2017 was D66 terug in het centrum van de macht, in de kabinetten-Rutte III en IV. Die regeerperiode heeft de partij volgens het evaluatierapport „grote inhoudelijke resultaten” gebracht. Vooral in het laatste kabinet waarin D66 veel progressieve punten had weten binnen te halen, op thema’s als onderwijs, klimaat, natuurbeheer. Maar, stelt het rapport, het heeft de partij beslist niet populairder gemaakt. „Wat bij kiezers vooral is blijven hangen, is het beeld van een progressieve partij in twee regeringen met een verder vooral rechts-conservatieve samenstelling. Het impopulaire kabinet en de verbondenheid van D66 aan Rutte als premier waren niet weg te poetsen met een sterk coalitieakkoord.”

Omdat zowel partijleider Kaag als haar voorganger Jetten voor een plek in het kabinet had gekozen, werd de Tweede Kamerfractie van D66 tamelijk kleurloos. „Na zes jaar regeren verloor D66 haar agenderende rol.”

Grote thema’s

Dat heeft de partij bij de verkiezingen van vorig jaar parten gespeeld. D66 bleek niet in staat om grote thema’s die bij de kiezers leven – wonen, zorg, migratie – naar zich toe te trekken. En omdat het kabinet-Rutte IV in de zomer vorig jaar was gevallen op migratie, konden rechtspopulistische partijen aan de haal gaan met beloftes voor strenger asielbeleid.

Een ander punt van kritiek dat D66 door politieke rivalen geregeld wordt voorgehouden en de partij nu ook zelf erkent is de tone of voice. Die is volgens de evaluatie te belerend. De partij volhardt op tal van onderwerpen – stikstof, klimaat, corona, financiën – graag in het eigen gelijk en wijst dan op gerechtelijke uitspraken of de wetenschap. Daarmee vergeet D66 burgers mee te nemen in hun overwegingen of hun perspectief te bieden. Het versterkt het imago waar de sociaalliberalen al langer mee worstelen: als een elitaire partij van hoogopgeleide mensen uit de Randstad die het allemaal beter weten.

Rapport van D66 D66 is een taal gaan spreken die veel mensen ervaren als moralistisch, vervreemdend en uitsluitendRapport van D66

Nog een imagokwestie: D66 wordt in de ogen van buitenstaanders gezien als „te woke”, stelt het rapport. Hoe hoog de partij gelijkwaardigheid en emancipatie ook in het vaandel heeft staan, die agenda heeft veel kiezers juist van de partij vervreemd. „D66 is een taal gaan spreken die veel mensen ervaren als moralistisch, vervreemdend en uitsluitend. Dat is strijdig met een agenda die gericht is op inclusie en staat haaks op onze doelen.”

De politieke jongerenorganisatie, Jonge Democraten, had naar aanleiding van de verkiezingsnederlaag al eerder opgeroepen tot „zelfreflectie binnen onze partij”. De JD schreef in een opiniestuk in Het Parool dat D66 soms „verdwaald is in haar bestuurlijke rol” en te weinig het elan en de vernieuwingsdrang van oprichter Hans van Mierlo laat zien. De JD sprak van een partij „in identiteitscrisis”. „Het feit dat we nu worden gezien als een partij van de elite, terwijl Van Mierlo juist droomde van een brede volkspartij, komt doordat we te vaak voorbijgaan aan wat er daadwerkelijk leeft in de samenleving en ons te vaak laten meeslepen in technocratische besluitvorming.”

De Tweede Kamerfractie, waar het bestuur van JD mee in gesprek ging, vond die kwalificatie niet terecht, zegt JD-bestuurslid Evert Manders. Maar er is wel naar hen geluisterd, vindt hij. „In het rapport dat er ligt staan mooie observaties waar we ons in kunnen vinden.”


Lees ook
Rob Jetten staat erom bekend D66 naar links te willen trekken

Rob Jetten️ vrijdag bij voorafgaand aan de laatste ministerraad.

In de oppositie

Partijleider Rob Jetten zegt in een eerste reactie blij te zijn met het rapport. „Het is goed dat we kritisch op onszelf durven te zijn in plaats van dat we als een kip zonder kop doorrennen en denken dat je je eigen koers helemaal niet hoeft bij te stellen.” De huidige demissionaire klimaatminister erkent dat het meeregeren in twee kabinetten weinig electoraal succes heeft gebracht – „we hebben te veel met het hoofd politiek bedreven en te weinig met het hart”.

In zijn toekomstige rol in de oppositie denkt Jetten dat D66 zich weer kan profileren. „Wij zijn een progressieve middenpartij die op twee manieren oppositie wil voeren.” Hij wil de „D66-traditie” blijven waarmaken om te strijden „tegen de populisten”. En hij wil zich „constructief” opstellen, met ideeën en eigen beleidsvoorstellen waar in de Kamer een meerderheid voor te vinden moeten zijn. Als de onderhandelende partijen straks inderdaad met een regeerakkoord op hoofdlijnen komen, zal daar wellicht meer ruimte voor zijn, zegt Jetten. „Ik wil in elk geval niet de hele dag met een opgeheven vingertje chagrijnig aan de interruptiemicrofoon staan.”