Column | Wilders’ ware aard

En wie greep de onsmakelijke ongeregeldheden bij de opening van het Nationaal Holocaustmuseum uiteraard onmiddellijk aan om zijn armzalige politieke puntje te scoren? Om schuimbekkend uit te vallen naar een oude politieke vijandin, die hij binnenkort ook wel weer „een heks” zal noemen zoals hij met Sigrid Kaag herhaaldelijk deed?

„Het riekt naar een politieke actie van de extreem linkse burgemeester van Amsterdam. Onverantwoord”, schreef Wilders op X. Hij moet het geschreven hebben toen hij in Hilversum zat te onderhandelen over de kabinetsformatie. „Even Halsema pesten”, zal hij gedacht hebben. Met lede ogen had hij in januari moeten aanzien hoe ‘zijn’ Martin Bosma ingetogen naast Halsema zat bij de Nationale Holocaust Herdenking in het Amsterdamse Wertheimpark. Bosma naast Halsema – veel erger kon het niet worden. Onverantwoord, voor iedere rechtgeaarde PVV’er.

Op zulke momenten laat Wilders even zijn ware aard zien. Die probeert hij aan het zicht te onttrekken tijdens dat potsierlijke vertoon van schijnheiligheid dat kabinetsformatie wordt genoemd. Iedereen aan die onderhandelingstafel weet dat zijn zogenaamde ijskast-concessies niets waard zijn, en dat hij ze even gemakkelijk zal laten varen als hem dat beter uitkomt. Wilders premier? Ze weten allemaal dat het niet kan, maar niemand durft het openlijk te zeggen, en zeker niet aan die tafel. Wilders beseft dat en daarom is zo’n uitval naar Halsema ook een manier om zijn collega’s te provoceren. „Hier sta ik, kandidaat-premier, en ik blijf dit soort uitlatingen doen.”

Mochten ze bij de VVD nog steeds ernstig overwegen om met Wilders in zee te gaan, dan moeten ze vooral goed letten op de reactie van premier Rutte op de tweet van Wilders. „Beste Geert”, schreef Rutte op X, „we hadden allemaal gewild dat de opening van het Nationaal Holocaustmuseum gisteren rustig zou zijn verlopen. Maar één ding is zeker: als het gaat om het handhaven van de openbare orde bedrijven onze burgemeesters geen politiek.”

Ik lees een nauwelijks verkapte waarschuwing in deze boodschap van Rutte aan zijn partij: „Ga niet met deze man in zee, en zeker niet als premier.”

Rutte sluit hiermee niet uit dat er fouten zijn gemaakt bij het handhaven van die openbare orde rond het museum. Dat valt ook niet uit te sluiten. Onderzoek zal moeten uitwijzen hoe het mogelijk was dat woedende betogers met soms antisemitische uitingen zo dichtbij de gasten konden komen.

Maar eventuele fouten in de beveiliging mogen niet zonder zelfs maar een schijn van bewijs worden gekoppeld aan de politieke identiteit en de intenties van deze burgemeester. Dat Wilders dat doet, en in zijn spoor ook De Telegraaf („Zou de burgermoeder zich nu schamen?”) is kwalijk en bewijst maar weer eens dat radicaal-rechts in Nederland lelijk van het padje begint te raken. Het gezonde volksgevoel wordt steeds ongezonder.

De haat die deze dagen op X over Halsema wordt uitgestort, kent geen grenzen meer. „Amsterdammers waren weer eens op jodenjacht. Mogelijk gemaakt door Halsema.” „Gewoon door en door slecht mens. Jij dus, schaamteloze burgemeester in oorlogstijd.” „Gauw wegwezen met dat incapabele linkse mormel.”

Bedankt, beste Geert.