Column | Wat een weerapp kan betekenen voor de vakantieganger – en wat niet

Column Veel weerapps bieden schijnzekerheid en volksverlakkerij. Peter Kuipers Munneke geeft advies: hoe moet een vakantieganger zulke apps gebruiken?

Peter Kuipers Munneke

Nog even en Nederland loopt leeg op weg naar de camping in Frankrijk, de blokhut in Noorwegen en het appartementje op Kreta dat er op de foto’s toch groter uitzag. Tegenwoordig zijn veel vakantiegangers druk met allerlei weerapps, hoewel weinigen begrijpen wat het eigenlijk is. Daarom deze veldgids met acht adviezen, dilemma’s uit de wetenschapscommunicatie, én een viering van de wetenschappelijke vooruitgang.

1. Zorg voor een goede weerapp

De informatie in een weerapp wordt volautomatisch gegenereerd. Er komt geen meteoroloog aan te pas. De gegevens komen uit een weermodel, dat het aardoppervlak opdeelt in gridcellen. Een computer berekent de atmosferische stroming tussen die cellen, en processen zoals zonneschijn en verdamping binnen iedere gridcel. Daarom is het cruciaal om een weerapp te gebruiken die een weermodel gebruikt met een zo fijnmazig mogelijk grid. Ik kan hier natuurlijk geen reclame maken, maar (kuch) Météo France, Met Office (VK) en Yr.no…

2. Neem je weerapp niet te letterlijk

Meteorologische informatie gaat altijd over kansen. Waar een weerman met woorden over zijn weerbericht nog een probabilistisch sausje kan gieten (waarschijnlijk, misschien, af en toe), geven weerapps je schijnbaar absolute zekerheden. Een app versimpelt kanseninformatie tot een enkel weersymbool en een enkel getal. Dat is duidelijk maar ook incompleet. Een telkens terugkerend dilemma in wetenschapscommunicatie. Gebruik je app als een leidraad, niet als orakel.

3. Verwacht niet te veel

Je stelt jezelf teleur als je denkt overmorgen tot 16.59 uur te kunnen kanoën omdat je telefoon zegt dat het pas om 17.00 uur gaat regenen. Dat komt doordat de atmosfeer een uiterst complex, niet-lineair systeem is. De atmosfeer is niet-deterministisch: zelfs als je van ieder luchtmolecuul de precieze locatie en energie zou kunnen bepalen, dan nog staat het toekomstige verloop van het weer niet vast. Het weer is chaotisch, en wat meteorologen proberen is die willekeur enigszins te temmen.

4. Kijk niet meer dan 7 dagen vooruit

Een weerapp geeft vaak verwachtingen tot 14 dagen vooruit, soms nog verder. Dat is volksverlakkerij. Een week vooruit is al heel wat. Als het volgens je telefoon over vijf en zeven dagen regent, maar dag 6 droog blijft, dan kan dat ook heel goed andersom blijken te zijn. De boodschap die je uit je weerapp moet halen is dat het tegen die tijd wisselvallig is.

5. Verwonder je wat vaker

De betrouwbaarheid een week vooruit is in twintig jaar spectaculair verbeterd. Dat komt door snellere computers, betere fysica, kleinere gridcellen, maar ook door de ensembleverwachting. Die geeft een beeld van de zekerheid van de verwachting, en maakt de kans op een sterk afwijkende weersverwachting kleiner. Het werkt zo: je geeft aan een weermodel meetgegevens met zestig keer een andere onzekerheidsmarge. In wiskundetermen: speciaal voor jou wordt met zestig vectoren geprobeerd de oplossingsruimte van enkele honderdduizenden dimensies zo orthogonaal mogelijk op te spannen. Gaaf hè?

6. Gebruik nooit de regenradar voor de komende uren

Veel weerapps hebben een grafiek die aangeeft of het in de komende uren gaat regenen. Die functie heb ik echt nog nooit gebruikt. Zeker in de zomer is het een recept voor teleurstelling. Dat zit zo: een regenradar werkt op basis van waarnemingen, niet van modelverwachtingen. Het enige dat een regenradar doet is de koers van bestaande regen in de heersende windrichting extrapoleren. Vooral in de zomer gaat dat mis, omdat neerslag dan meestal lokaal ontstaat, door convectie. Buien kunnen dus ontstaan vanuit het niks, en verdwijnen ook zomaar. Regenradars missen daardoor buien, of berekenen regen van buien die ondertussen alweer oplossen. Kijk liever naar het radarbeeld van het afgelopen uur en maak zelf een inschatting.

7. Wees kritisch in de bergen

Het allermoeilijkste terrein voor een weermodel zijn de bergen. Daar gebeuren dingen op een kleinere ruimtelijke schaal dan de gridcellen zelf. Bovendien zijn de bergen in een weermodel slecht nagebootst, een beetje zoals de Alpen in duploblokken. In het echt kan het in het ene dal onweren maar in het andere niet. Dat het in het dal mistig is maar op de bergtop zonnig. Een weermodel heeft hier grote moeite mee.

8. Let ook op de windverwachting

Gebruikers van weerapps kijken vooral naar temperatuur en symbolen. Dat leidt soms tot een totaal verkeerde interpretatie van het weer, zeker aan de kust. Let ook op de wind. Als je niet ziet dat er windkracht 6 van zee waait dan denk je ten onrechte dat het heerlijk is om met een parasol te gaan zonnebaden.

9. Geniet van je vakantie

Zeker in Zuid-Europa, want over dertig jaar ga je daar echt niet meer voor de lol in juli en augustus naar toe.

Peter Kuipers Munneke is glacioloog bij de Universiteit Utrecht en weerman bij de NOS