Column | Onder het vergrootglas door de achternaam van je beroemde vader

Paniek in mijn vriendinnengroep op Oudjaarsdag: dit was de laatste dag waarop je je kinderen met terugwerkende kracht een dubbele achternaam kon geven. Dus van de vader én de moeder. Ging in op 1 januari 2024, en het gold een jaar lang: kinderen geboren na 2016 mochten (tegen betaling van een niet eens zo groot bedrag) de extra achternaam erbij.

Een paar van mijn vriendinnen wilden dat eigenlijk regelen, maar hoe gaat dat in een gezin met jonge kinderen: achter sommige dingen zit nu eenmaal niet dezelfde druk als achter eten geven, in bad stoppen en naar school brengen. En toen was het ineens 31 december en was er nog maar en paar uur tijd om de juiste formulieren in te vullen.

Mijn kinderen hebben het afgelopen jaar mijn achternaam erbij gekregen. We hadden bij geboorte gekozen voor de achternaam van hun vader, omdat ik ‘de Vries’ saai vind. Ik dacht dat ik het niet zo belangrijk vond dat ze niet mijn naam zouden dragen, maar het emotioneerde me toch toen de formulieren van de burgerlijke stand terugkwamen en daar ook mijn naam aan de namen van de kinderen was toegevoegd. Ik had niet meer als enige in het gezin een andere achternaam, we hoorden nu echt bij elkaar – ja, zo’n kinderlijk gevoel gaf dat.

Naast mijn vriendinnen deed ook het veldrijden me de laatste weken nadenken over achternamen. Daar rijdt Mathieu van der Poel rond, die zijn vader Adrie (wereldkampioen veldrijden en winnaar van zes klassiekers en twee Touretappes), het hele wielrennen en eigenlijk de mensheid zelf inmiddels ver is ontstegen met zijn buitenaardse talent. Maar ook Thibau Nys, de 22-jarige zoon van Sven Nys, crosst door de modder.

Vader Sven is de ongekroonde keizer van België, een levende legende op twee wielen, en van zijn zoon wordt minstens hetzelfde verwacht. Hij is goed op weg: hij is Europees kampioen, vorig weekend werd hij Belgisch kampioen, en hij rijgt de ereplaatsen in de cross en op de weg aan elkaar. Het is bewonderenswaardig hoe cool hij ermee omgaat, maar ik heb me al zo vaak afgevraagd hoe het moet zijn om door de nalatenschap van je vader onder een vergrootglas te liggen. Want ook als Thibau zestiende wordt, staan er paginagrote analyses in de krant. Dat geldt niet voor andere veldrijders.

Vanaf het eerste moment dat Thibau zijn voetjes in het veld zette, gonsde het: daar is de kleine Nys. De zoon van. En dat geldt niet alleen voor hem. Hoe lastig moet het wel niet zijn om Maxim Gullit te heten, Jordi Cruijff of Ruben Kluivert? Het geeft ook voordelen in „het wereldje”, deuren gaan sneller open, je ouders weten „hoe het werkt”. Maar altijd die ogen op je. Heeft hij hetzelfde talent? Nooit onbevangen een balletje trappen. Lost hij de belofte in, en zo niet, wat dan?

Onlangs kwam ik een oud-topsporter tegen die me vertelde dat ze voor hun kinderen bewust de achternaam van de moeder hebben gekozen. Zodat ze zonder verwachtingen van anderen hun eerste schreden in de sport – en de rest van het leven – konden zetten. Ik vind dat mooi. Wat een cadeau geef je je kinderen daarmee: de eerste indruk is onbetaalbaar, en door deze keuze is die eerste indruk is een schone lei.