Column | Macron pompt nieuwe urgentie in Europees debat

Het Binnenhof zag vorige week in de Europese politiek vooral de ‘rode loper’ die Viktor Orbán in Boedapest uitrolde voor Geert Wilders op een conferentie van rechtsradicalen en Trumpistische conservatieven. („Ze gaan samen lunchen!”)

Een podium dat zeker zoveel aandacht verdiende, was dat van Emmanuel Macron de dag tevoren in Parijs. Aan de Sorbonne hield de Franse president een frappant lange toespraak vol oude en nieuwe plannen – rakend aan alles van Europese defensie en interrail, tot industrie en internetregulering. Veel van dit beleidsprogramma zal komende tijd, al dan niet via de Brusselse band, zijn weg naar Nederlandse debatten en besluiten vinden.

Graag benut Macron het genre van de grote rede om zijn visie in de verf te zetten. Idealiter versterkt de enscenering de boodschap. Zo herdefinieerde de president in mei 2023 in de Slowaakse hoofdstad Bratislava de Franse doctrine ten aanzien van Rusland en de EU- en NAVO-uitbreiding met Oekraïne. Die toespraak, voor een Oost-Europees gehoor dat in hem eerder een naïeve Poetin-beller dan bondgenoot zag, werkte overtuigend dankzij empathie met lokale zorgen en een ruiterlijke erkenning van Frankrijks voorbije fouten en dédain.


Lees ook
Macron: Europa kan uitsterven, het hangt af van onze keuzes

Macron hield zijn toespraak in de Parijse universiteit Sorbonne ten overstaande van studenten, Franse politici en Europese diplomaten.

Vorige week in Parijs was de locatie een zelfverwijzing: aan dezelfde Sorbonne hield Macron in september 2017 zijn eerste grote EU-toespraak als president. Zeven jaar later stond de redenaar dus voor de keuze: continuïteit of breuk met wat ik toen zei?

Toen hij zich eind 2016 als piepjonge politicus in de Franse presidentsrace stortte, liep Macrons analyse voor op die van vrijwel al zijn collega’s. Het was het jaar van de dubbele schok van Brexit en Trump, die de EU tot aan de afgrond bracht. Paniek heerste. Uit die kwetsbaarheid putte Macron een nieuwe kracht, verwoord in de notie van ‘Europese soevereiniteit’. Wij leven niet langer in een door Amerika beschutte wereld, we moeten ons praktisch en moreel wapenen om onze unieke manier van samenleven te beschermen.

Nadien volgden nog de Covid-pandemie en de Russische oorlog in Oekraïne. Door deze schokken zijn inmiddels vrijwel alle Europese regeringen – ook de Nederlandse, die het in 2017 nog koeltjes aanhoorde – mee met de kern van dit verhaal. Frankrijk staat niet meer alleen. Tegelijk moet veel van het praktische werk om de EU strategischer en robuuster te maken nog gebeuren. Een goed moment dus, zou je zeggen, om de rol van visionair te verruilen voor die van aanvoerder. Zorg dat iedereen echt meedoet voor je weer ‘nieuwe paradigma’s’ lanceert.

Die retorische verleiding weerstond Macron niet. Hij wil vooruit, een nieuwe horizon. Hij redeneert: de wereld is nog sneller in Europa’s nadeel veranderd dan ik in 2017 al vreesde. De mondiale spelregels zijn op drie vlakken fundamenteel gewijzigd. Militair, met Rusland en Iran die steeds openlijker de kaart van nucleaire dreiging trekken. Economisch, met een wereldhandelsorde die definitief kapot is, die ook de VS niet meer kunnen redden (en waarin alleen de EU nog gelooft). En cultureel, met een op hol slaande digitale sfeer die de geestelijke gezondheid van onze kinderen en de democratie bedreigt. Zo pompt Macron in elk geval nieuwe urgentie in het debat, ter versnelling en uitbouw van wat al in gang is gezet.

Sprak de president tot een Europees of Frans publiek? Ook dat was zeven jaar geleden helderder: de ‘Sorbonne-1’ vond plaats de week na de Duitse Bondsdagverkiezingen van september 2017. Het was zijn appèl op de herkozen Angela Merkel in Berlijn en hun beider Europese collega’s om mee te doen met de nieuwe agenda van weerbaarheid.

Vorige week liepen Franse en Europese boodschappen in elkaar over. Er waren opnieuw openingen naar Berlijn (nu met Scholz) en andere partners, inclusief Londen. Tegelijk had het beleidsprogramma veel weg van een Franse wensenlijst, waarin – zoals ook een commentator in Le Monde opviel – de nationale belangen en zwaktes amper werden erkend. Zes weken voor de Europese Parlementsverkiezingen, waarbij Marine Le Pen in Frankrijk dik zal winnen en Macrons partij nog hard moet werken om tweede te worden, was dit zeker ook een binnenlandse campagnetoespraak.

Niettemin leert het Europese partners waarop Frankrijk ook na die verkiezingen van 6-9 juni zal hameren, bij de komende topbenoemingen en het programma voor de volgende Commissie. Denk aan gezamenlijke wapenproductie alsmede staatssteun en nieuwe fondsen voor strategische industrie en technologie.

Wie daar in Den Haag niet in meewil, zal een tegenverhaal moeten hebben dat sterker is dan ‘nee’.

Luuk van Middelaar is politiek filosoof en historicus.