Opinie | vakantie

Ik had met mijn zoon in Panama een videogesprek op het moment dat zijn drie kinderen uit de schoolbus stappen. Mijn zoon verwelkomt hen uitbundig: „Jullie vakantie is begonnen!” Zijn oudste zoon van acht draait zich om en zegt: „En jouw vakantie is beëindigd!”

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]


Arnon Grunberg over 100 jaar Mein Kampf : van Hitler komen we nooit meer los

De boekenmarkt zat al sinds 1919 in een ‘zware crisis’ toen op 18 juli 1925 het eerste deel van Adolf Hitlers Mein Kampf op de markt kwam, zo schrijft de Oostenrijkse historicus Othmar Plöckinger in zijn in 2011 verschenen studie Geschichte eines Buches: Adolf Hitlers „Mein Kampf” (1922-1945) waarin de ontstaansgeschiedenis en ontvangst van het boek in Duitsland en andere landen minutieus beschreven wordt.

Gezien de crisis verwachtte de uitgever er niet veel van. Uiteindelijk werden alleen al in Duitsland meer dan 10 miljoen exemplaren van Hitlers boek verkocht, maar ook in andere landen, bijvoorbeeld in de VS, was het een commercieel succes. Zijn uitgever berichtte in 1947 dat Hitler met het boek circa 15 miljoen Reichsmark (zo’n 67 miljoen euro) had verdiend, waarvan 7 miljoen nog niet was opgenomen.

Een van de mythes die Plöckinger met argumenten bestrijdt, onder andere aan de hand van gegevens van bibliotheken in Duitsland, is dat het boek wel verkocht maar niet gelezen zou zijn. In het smeulende puin van de eindtijd zal men te zijner tijd hetzelfde zeggen van de Bijbel. Mein Kampf is gelezen, bekritiseerd en her en der ook toegejuicht.

Het boek werd uitgegeven door de Franz-Eher-Verlag, waar Hitlers voormalige opperwachtmeester uit de Eerste Wereldoorlog Max Amann de scepter zwaaide. De uitgeverij kondigde het boek aanvankelijk aan onder de titel 4,5 Jahre Kampf gegen Lüge, Dummheit und Feigheit – eine Abrechnung von Adolf Hitler.

Met die vierenhalf jaar wordt verwezen naar de Eerste Wereldoorlog, waarin Hitler gediend had als korporaal. Over de vraag met hoeveel moed hij de lafheid precies had bestreden is indertijd veel polemiek gevoerd. Van die werktitel is hoe dan ook weinig overgebleven, wat bleef was de strijd, met dat ene woord werd alles samengevat.

Toen in 2018 in Nederland de vertaling van de wetenschappelijke editie van Mein Kampf verscheen, met een handzame toelichting van Willem Melching, schreef ik in De Groene Amsterdammer dat we dankzij Mein Kampf hedendaagse drogredeneringen en hallucinerende samenzweringstheorieën beter zouden kunnen herkennen.

Dat zou ik nu niet meer zo opschrijven. Niets wijst erop dat er een effectief vaccin bestaat tegen verlossers van bedenkelijk allooi. De herinneringscultuur is niet compleet ineffectief gebleken, maar van halleluja kan geen sprake zijn. Was ik recensent, ik zou de herinneringscultuur twee ballen geven, of drie, als ik in een goede bui ben.

De strijd tegen leugens, lafheid en domheid wordt van alle kanten nog altijd gretig gevoerd, maar men kan zich niet aan de indruk onttrekken dat dit in veel gevallen vooral gebeurt om zelf wat minder dom, laf en leugenachtig te lijken.

Het verleden creëert het heden, maar het heden creëert ook het verleden, al was het maar omdat ons begrip van het verleden aan continue verandering onderhevig is.

Als het politiek-religieus messianisme van de Israëlische regering zich voortzet zoals het zich nu aan ons toont, is het slechts een kwestie van tijd tot Hitlers massamoord op de Europese Joden in brede kring zal worden begrepen als een preventieve aanvalsoorlog.

Jezus Christus

Hitlers politieke leven begon in München, waar hij zijn redenaarstalent ontdekte en waar, na het bloedige einde van de Radenrepubliek in 1919, de behoefte aan verlossing en verlossers vermoedelijk nog groter was dan elders in Duitsland. Het antisemitisme tierde er sinds die Radenrepubliek ook weliger dan elders. Uit dankbaarheid dat München zo’n mooi decor was geweest van zijn klim naar de macht kroonde Hitler de stad jaren later met de titel ‘Hauptstadt der Bewegung’.

Al begin jaren 20 vergeleek Hitler zich in zijn redevoeringen met Jezus Christus. „Wij zijn weliswaar klein, maar ooit stond er ook een man op in Galilea, en nu beheerst zijn leer de hele wereld”, zei hij. Volgens zijn biograaf Volker Ullrich was zijn stem (bariton) zijn sterkste wapen en daarnaast de zorgvuldige en uitgekiende enscenering van het spektakel dat „het circus en de grand opéra” zou hebben verenigd met het „liturgische ritueel van de kerk”. Sommige toehoorders berichtten dat het luisteren naar Hitler gevoelens van „religieuze bekering” in hen losmaakte, hij zou een „Luther” voor zijn tijd zijn, al merkt Ullrich ook op dat het „rijkelijk getapte bier” het publiek ontvankelijker zal hebben gemaakt voor dergelijke sensaties.

Een decennium later, op 6 april 1933, zou Carl Schmitt, de zogenoemde kroonjurist van het Derde Rijk, in Berlijn een feestje bijwonen van hooggeplaatste nazi’s. Schmitt noteert in zijn dagboek dat hij gechoqueerd was door de blik van Hitler. En ook de geroemde retoriek van de Führer kon op hem weinig indruk maken, er sprongen geen „vonken” over. Allicht zag Schmitt in Hitlers blik niet de verleider maar de waanzinnige, hij had hoe dan ook meer vertrouwen in Hermann Göring. Al zou hij Hitler een jaar later door dik en dun verdedigen na de zogenoemde Nacht van de Lange Messen toen de verlosser in en om Bad Wiessee zijn concurrenten ruw uit de weg had geruimd.

De hoogtijdagen van de verlosser waren toen al over, zou ik zeggen, de Oostenrijkse Messias was een Duitse wreker gebleken. Bij de laatste vrije verkiezingen in november 1932 was de NSDAP van 37,4 teruggevallen tot 33,1 procent. Uit het boek Das Dritte Reich des Traums, waarin de journalist Charlotte Beradt dromen van ‘gewone’ Duitsers verzamelde, weten we dat de dictatuur en de terreur van Hitler zich in 1933 al diep in de dromen van Duitsers bevond. Het Derde Rijk had het onbewuste gepenetreerd. De verleiding was angst geworden, de belofte van verlossing was niets dan terreur. Wat mij betreft begint de ondergang in 1933 en niet pas in 1941, het begin van de oorlog met de Sovjet-Unie, en ook niet op 31 januari 1943 toen het 6de Duitse leger bij Stalingrad vernietigd werd.

Hitlers gevecht tegen leugens, domheid en lafheid zou in 1933 nog twaalf jaar duren, aan het eind van het avontuur waren er tussen de 70 en 85 miljoen mensen gedood, onder wie de beruchte 6 miljoen Joden. Tot de erfenis van dit alles verhouden wij ons nog steeds.

Honden africhten

In het voorjaar van 1945, zo schrijft Ullrich, was het verschil tussen dag en nacht voor de Führer weggevallen. Naast zijn woede-uitbarstingen waren de favoriete gespreksonderwerpen van de gewezen Messias in die laatste dagen van het Derde Rijk „het africhten van honden, voedingsvraagstukken en de domheid en slechtheid van de wereld”. Overigens weten we dat het geloof van veel Duitsers in hun Führer, ook onder Duitse krijgsgevangenen, in het voorjaar van 1945 ongebroken was, dat voorjaar waarin de Duitse steden onophoudelijk werden gebombardeerd, het gebulder van de kanonnen van het Rode Leger in Berlijn al te horen was en de naziterreur onverminderd voortging onder het motto: eerst de terreur, dan de ondergang.

Albert Camus merkt in De mens in opstand op: „Als principes falen, hebben mensen maar één manier om ze te redden, en hun geloof te redden, dat is ervoor te sterven.” Veel mensen nemen liever afscheid van hun geliefde dan van hun principes. De echte eenzaamheid begint kennelijk als je je laatste principe hebt uitgezwaaid. En de moraal is zo rekbaar dat de strijd tegen lafheid, leugens en domheid soms alleen nog maar de vorm van terreur kan aannemen.

Erkennen dat je je vergist hebt is zo pijnlijk dat men het liever niet doet. De jonge Günter Grass diende aan het eind van de oorlog in de tiende SS-Panzer-Division ‘Frundsberg’ en toen ik hem twee jaar voor zijn dood voor deze krant interviewde zei hij dat hij indertijd geloofde „voor een rechtvaardige zaak” te strijden. De waarheid deed hij ook na Duitslands capitulatie aanvankelijk af als propaganda, pas toen Reichsjugendführer Baldur von Schirach in het proces van Neurenberg toegaf weet te hebben gehad van de massavernietiging, kon Grass toegeven zich vergist te hebben. Hij sprak tijdens het interview van „mijn Reichsjugendführer” – alsof een deel van de grote schrijver en Nobelprijswinnaar de Hitlerjugend nooit helemaal had kunnen verlaten. Een moment dat ik niet snel zal vergeten, unheimisch, ja subliem.

Als je niet sterft voor de als leugen ontmaskerde principes dan verworden die principes die geen principes meer mogen zijn tot een wond die zelden echt geneest. Een maatschappelijke wond.

Schutblad van een originele editie van Mein Kampf van Adolf Hitler.

Foto Getty Images

Geldproblemen

Aan het begin van de jaren twintig van de vorige eeuw moest de Duitse Messias zijn bijbel nog schrijven. Daarnaast had hij geldproblemen, wat des te vervelender voor hem was omdat hij enorm van auto’s hield. Hoe Hitler in die tijd precies in zijn onderkomen voorzag weten historici nog altijd niet, de partijkas van de NSDAP was bijna voortdurend leeg. Ullrich heeft een gedeeltelijke verklaring: er waren „oudere vrouwen die hem aardig vonden en die zich bekommerden om zijn fysieke welzijn. Een van de belangrijksten onder hen was Hermine Hoffmann, de weduwe van een rector op een middelbare school, die hem bij haar thuis in Solln aan de rand van München bemoederde.”

Naast de oudere vrouwen was Hitler ook op zoek naar „kapitaalkrachtige geldschieters” om de problemen duurzamer op te lossen. Hitler weigerde in die tijd zich te laten fotograferen. „Zo vergrootte hij de interesse voor zijn persoon,” schrijft Ullrich. En: „De kunst zich anders voor te doen dan hij was […] werd een van de belangrijkste eigenschappen van de politicus Hitler.”

Nadat begin 1923 Franse en Belgische troepen delen van het Rijnland hadden bezet en de torenhoge inflatie allerlei zogenoemde ‘inflatieheiligen’ had voortgebracht, Jezusachtige figuren die zingend en dansend door het land trokken, vond Hitler, inmiddels voorzitter van de uit een fusie ontstane NSDAP, de tijd rijp voor een putsch in Beieren. De rest van Duitsland zou dan als vanzelf volgen.

Op 8 november 1923 vond die putsch plaats in de Bürgerbräukeller in München, waarvoor Hitler staand op een stoel het startsein gaf met de woorden: „De nationale revolutie is uitgebroken.”

De putsch was „burlesk”, meent Ullrich, en toch ernstig. „Enkele uren lang waanden de stormtroepen zich namelijk al aan de macht en begonnen ze onmiddellijk met hun terreur tegen politieke tegenstanders en Joodse burgers van München.”

Op 9 november marcheerden de revolutionairen door het centrum van de stad en stuitten ter hoogte van de Odeonsplatz op de nationale politie. Wie begon met schieten is onduidelijk, maar er werd geschoten, over en weer, er vielen doden. Hitler wordt door een medestrijder naar de grond getrokken waarbij zijn arm uit de kom raakt, hij vlucht naar het huis van zijn vriend Ernst Hanfstaengl. De vrouw van Hanfstaengl herinnert zich: „Daar stond hij, lijkbleek, zonder hoed, zijn gezicht en zijn kleding onder het straatvuil, zijn linkerarm in een merkwaardige hoek ten opzichte van zijn schouder.”

Even later wordt hij gearresteerd, overgebracht naar een gevangenis in Landsberg aan de Lech, waar niet voor het eerst in zijn leven gedachten aan zelfmoord hem overvallen. Hij begint aan een hongerstaking die meerdere dagen duurt, maar dan herinnert Hitler zich dat hij een roeping heeft.

Het proces tegen Hitler wordt door een journalist omschreven als „politiek carnaval”. Als de rechtsstaat toen beter had gefunctioneerd, waren Hitler en zijn mede-putschisten er niet met lichte straffen van afgekomen en was het Derde Rijk, onder Hitlers leiding althans, ons waarschijnlijk bespaard gebleven. Maar de rechtsstaat functioneerde niet optimaal.

Het gevangeniswezen daarentegen was, in Hitlers geval tenminste, een voorloper van wat nu het Scandinavische model heet. Ullrich: „Inderdaad leken de omstandigheden tijdens zijn gevangenschap in Landsberg eerder op die in een sanatorium dan in een gevangenis. […] Zijn cel op de eerste verdieping was een grote, lichte en comfortabel ingerichte kamer met een weids uitzicht over het land. De voedzame kost uit de gevangeniskeuken werd regelmatig aangevuld met steunpakketten, waardoor zijn vertrek op veel bezoekers overkwam als een ‘winkel in fijne delicatessen’.”

Menig hedendaagse schrijver moet onder minder ideale omstandigheden kond doen van zijn betrokkenheid met de wereld.

In die delicatessewinkel begon Hitler te schrijven aan wat Mein Kampf zou worden. De eerste Hitlerbiograaf meende nog dat Hitler het boek aan zijn vertrouweling Rudolf Hess gedicteerd zou hebben, maar Ullrich stelt dat Hitler zelf achter de typmachine zat, met twee vingers typend, en delen aan Hess zou hebben voorgelezen. (Overigens schreef Hitler niet alleen aan Mein Kampf, hij werkte ook aan ontwerpen voor universiteiten, bibliotheken en theaters en aan decorontwerpen voor opera’s van Wagner en toneelstukken van Shakespeare.)

Massapsychologie

Wie nu de wetenschappelijke uitgave van Mein Kampf leest zal dat met gemengde gevoelens doen. De interessantste passages gaan over Joden en over propaganda. Op grond van een brief die de soldaat Hitler in 1915 schreef concludeert Ullrich dat hij over het „opmerkelijke talent” beschikte om „zijn belevenissen in woorden te vatten”. Dat talent blijkt ook bij vlagen uit Mein Kampf. De interessante passages over propaganda heeft hij wel gestolen van de Franse psycholoog Gustave Le Bon, maar beter goed gestolen dan slecht bedacht. Veel van zijn uitspraken over propaganda zijn in onze massademocratie nog altijd geldig. Zo schreef hij dat de NSDAP „geen hulpje van de publieke opinie” moet zijn, maar een „gebieder”. De partij zou geen „knecht” moeten zijn „van de massa […], maar meester”.

Wie denkt aan gevoelde asielcrisissen beseft dat de politieke partijen, en dat geldt trouwens voor bijna alle politieke partijen, meester van de massa hopen te worden in plaats van knecht.

De meest succesvolle politici zijn ook vandaag de dag gebieders van de publieke opinie, de minder getalenteerde politici geven hun principes op om in het gevlei van de massa te komen. Propaganda is altijd de schijn van moraal.

Wat de Joden betreft voelde Hitler haarscherp aan dat de vereenzaamde, de rancuneuze, de teleurgestelde, behoefte heeft aan gemeenschap en niets creëert een gemeenschap zo stevig als een gemeenschappelijke vijand, een zondebok. In Frankrijk was het vooroorlogse antisemitisme zeker zo virulent als in Duitsland, maar Hitler creëerde een geloofsgemeenschap waarin de Joden zowel bolsjewisten als kapitalisten waren, parasieten en meesters, herkenbaar en onherkenbaar, ze waren overal en nergens maar bovenal oppermachtig. Omdat het ‘Weltjudentum’ in Hitlers ogen een wereldmacht was moest het antisemitisme ook een wereldmacht worden, concludeerde historicus Salo Baron in 1942.

Ook tot die erfenis verhouden wij ons nog steeds. De mythes leven voort, juist ook als we denken die overwonnen te hebben.

De ontvangst van Mein Kampf was niet bijster enthousiast. Zo schreef Rudolf Binding in een bespreking in de Frankfurter Zeitung dat Hitler van niemand houdt en maar één instinct heeft, „de onderwerping van de mensen”.

Hitlers antisemitisme werd vrijwel nergens opgemerkt, of als bijzaak afgedaan, met uitzondering van de christelijke en Joodse pers. Hans von Lüpke noteerde in Kirche und Nationalsozialismus dat de destructieve invloeden van het Jodendom niet bestreden kunnen worden door het „eigen ras als ras te verheerlijken”.

Het Vaticaan kwam met een uitvoerige in het Latijn geschreven analyse van Mein Kampf, maar concludeerde dat het bolsjewisme een groter gevaar was dan het nazisme. De kritiek op Hitlers boek richtte zich vooral op zijn gebrekkige Duits, zijn stijl en op zaken die nu niemand nog interesseren, zoals: moet Südtirol Italiaans blijven of niet?

In een lezenswaardig essay uit 1939, getiteld Broeder Hitler, schreef Thomas Mann: „Beter, oprechter, vrolijker en productiever dan de haat is de herkenning, de bereidheid je te vereenzelvigen met het hatenswaardige.” Mann had de moed en de oprechtheid iets in Hitler te herkennen, wie Ullrich leest zal dat beter begrijpen.

Goed, in 1939 moest Auschwitz nog een lijkenfabriek worden, maar toch, de herkenning dus.

Ullrich eindigt zijn boek met de vaststelling dat we in zekere zin „voor eeuwig” met Hitler verbonden zijn en dat zijn leven een waarschuwing blijft hoe makkelijk „rechtsstatelijke en morele normen buitenspel” kunnen worden gezet. Voor eeuwig, ons aller broeder dus. Reden te meer zijn bijbel te lezen.

De moraal is van elastiek, je zou bijna zeggen, de moraal is een trampoline, hoe harder je erop springt hoe hoger je opveert. Zij die zich vasthouden aan hun principes worden helden of de meest fanatieke van alle massamoordenaars.

Als waarschuwingen hadden geholpen, want er waren genoeg waarschuwers, was ons broeder Hitler bespaard gebleven. Wie meent heden ten dage tegen leugens, domheid en lafheid ten strijde te moeten trekken moet zichzelf even eraan herinneren dat Hitler en Günter Grass dat ook dachten te doen.

Voor hen – ik zou bijna zeggen: voor ons – die zich moeten troosten met de gedachte dat ze Broeder Meeloper zijn, rest slechts één zekerheid: de volgende verlosser zal komen en hij zal de elasticiteit van onze moraal testen.


De Embryowet wijzigen om ernstige ziektes te voorkomen: ‘Laat dit een keuze zijn van wensouders en hun artsen, niet van de politiek’

Tot nu toe kunnen wensouders hun kinderen via een ivf-traject met embryoselectie alleen behoeden voor het krijgen van een erfelijke ziekte. Embryoselectie mag nog niet toegepast worden om te voorkomen dat een kind drager van de ziekte wordt; dan heeft iemand wel de erfelijke aanleg, maar de ziekte uit zich (nog) niet. Dat laatste moet een voorstel van Jan Paternotte (D66) en Harry Bevers (VVD) veranderen. Zij willen de Embryowet wijzigen.

Het voorkomen dat iemand drager van een ziekte is, is bijvoorbeeld relevant bij de spierziekte Duchenne. De ziekte kan worden doorgegeven via een genetische fout op het X-chromosoom, daarvan hebben vrouwen er – over het algemeen – twee en mannen één. Als een van de X-chromosomen bij vrouwen het foutieve gen bevat, kan de ander er nog voor compenseren. Jongens worden met hun ene X-chromosoom zeker ziek. „Al in de kinderjaren gaat hun spierfunctie hard achteruit, vanaf hun tiende hebben ze vaak een rolstoel nodig. In de tienerjaren kunnen ze hun armen niet goed meer gebruiken en later zijn ze afhankelijk van kunstmatige beademing”, zegt Elizabeth Vroom van de Wereld Duchenne Organisatie. Mensen met Duchenne worden vaak niet ouder dan dertig jaar.

Selecteren op een erfelijke ziekte is echt iets anders dan embryoselectie om geslacht of oogkleur te beïnvloeden

Jan Paternotte
Lid Tweede Kamer (D66)

Vrouwen worden technisch alleen gezien als dragers van het genetische defect, terwijl ze er wel degelijk klachten van kunnen ondervinden, bijvoorbeeld aan het hart. Nu kunnen wensouders met een hoog risico om de ziekte van Duchenne door te geven, tijdens een ivf-traject alleen selecteren op gezonde jongensembryo’s. Ze mogen er volgens de huidige Embryowet niet voor kiezen om een meisjesembryo met een ‘ongezond’ X-chromosoom te elimineren. Zo kunnen ze ook niet voorkomen dat hun dochter hetzelfde ingewikkelde traject in moet om later zelf een gezond kind te krijgen. Vroom: „Het zou mooi zijn als ouders die keuze wel krijgen. Dat dit niet voor hen wordt beslist.”

Kinderwens

Dat vinden D66 en VVD ook. Harry Bevers noemt het doorgeven van dragerschap een „duivels dilemma” voor ouders. „Je hebt een kinderwens, maar je wil niet dat je kind ziek wordt en je wil de ziekte ook niet doorgeven aan volgende generaties.” Jan Paternotte: „Wij zeggen: laat dit een keuze zijn van wensouders en hun artsen, niet van de politiek. Een erfelijke ziekte is iets wat families generaties lang in de greep kan houden. Als de wetenschap ons in staat stelt om ernstig lijden te voorkomen, dan zijn we het aan elkaar verplicht dat ook mogelijk te maken.”

In 2022 diende Paternotte, toen nog met VVD-collega Sophie Hermans, het eerste voorstel voor de wetswijziging in. Na enkele aanpassingen op advies van de Raad van State is het nu klaar om naar de Tweede Kamer te gaan.

Lees ook

Wat levert het de wetenschap op als het mogelijk wordt om embryo’s te kweken? Een initiatiefwet is in de maak

In een Duitse vruchtbaarheidskliniek worden petrischaaltjes voorbereid om bevruchte eicellen in te verzamelen.

Een ivf-traject met embryoselectie wordt in Nederland alleen uitgevoerd door het Maastricht UMC, een medisch-ethische commissie bepaalt voor welke ziekten dit is toegestaan. Naast Duchenne zijn dit bijvoorbeeld taaislijmziekte en de bloedstollingsziekte hemofilie. In de afgelopen dertig jaar zijn er zo’n 1.800 kinderen geboren na embryoselectie, staat op de website van het ziekenhuis.

Problematisch

Embryoselectie om dragerschap te voorkomen ligt vooral gevoelig bij de christelijke partijen. Mensen die alleen drager zijn van een erfelijke ziekte, kunnen een relatief gezond leven leiden, vindt bijvoorbeeld het CDA. Het vernietigen van deze embryo’s is daarom problematisch, stelde het wetenschappelijk instituut van de partij in 2022 in een rapport.

Ook andere medisch-ethische kwesties spelen een rol bij de wetswijziging. Want in hoeverre mag je keuzes maken voor een volgende generatie? Ontstaat er door de wetswijziging een maatschappelijke druk voor ouders om voor embryoselectie te kiezen? En wanneer gaat een ivf-traject over in cosmetisch sleutelen aan de mens?

Als je met betrokken ouders hierover spreekt, voel je hoe het dilemma op mensen drukt. Dan snap je waarom ze hun kinderen daarvoor willen behoeden

Harry Bevers
Lid Tweede Kamer (VVD)

Volgens de twee Kamerleden is die grens nog niet in zicht. Paternotte: „Selecteren op een erfelijke ziekte is echt iets anders dan embryoselectie om geslacht of oogkleur te beïnvloeden, zoals in de Verenigde Staten gebeurt. Dat willen we niet en sluiten we volledig uit.”

Of het wetsvoorstel op een meerderheid in de Kamer kan rekenen, is nog geen uitgemaakte zaak. Niet in de laatste plaats vanwege de verkiezingen op 29 oktober. Veel partijen kiezen er bij stemmingen over medisch-ethische onderwerpen voor om dit een vrije kwestie te maken, zodat Kamerleden bij de stemming de lijn van hun partij niet hoeven te volgen. Paternotte: „Het zal spannend worden. Als het nodig is, gaan we 148 Kamerleden langs om ze te vertellen waarom dit een belangrijk wetsvoorstel is.” Bevers: „Als je met betrokken ouders hierover spreekt, voel je hoe het dilemma op mensen drukt. Dan snap je waarom ze hun kinderen daarvoor willen behoeden.”

Lees ook

Genetische afwijkingen bij het embryo kunnen met één test in beeld komen

Een genetische test bij het embryo verhoogt de kans op een gezond kind.


Met duizenden reizen de bezoekers af naar Tomorrowland: ‘Deze editie krijgt vanzelf een diepere betekenis’

Ze schrokken zich woensdag allemaal rot, toen ze zagen dat het hoofdpodium van dancefestival Tomorrowland in vlammen opging. De tienduizenden bezoekers die donderdag al in Boom, ten zuiden van Antwerpen, arriveerden – een dag voor het begin van het festival – keken die middag nog met enige zorg uit naar de beslissing van de burgemeester. Zou het driedaagse feest mogen doorgaan? Of zou het provisorische podium worden afgekeurd door de brandweer?

Twee vriendinnen uit Taiwan zien hun lang geleden geplande feestweekend al in rook opgaan. „Ik hoop niet dat we spijt krijgen van onze reis.”

Een jonge Duitse vrouw piept: „Ik ben als de dood voor vuur”, voordat ze de bus in glipt.

Een Mexicaan fantaseert over een vorm van compensatie („gratis bier?”) voor de misgelopen hoofdshow.

Dit is iets wat je maar één keer in je leven meemaakt

Ilay Cohen
bezoeker van Tomorrowland

Een Amerikaan en een Brit maken zich juist op voor de beste editie ooit – ook een vorm van compensatie: „Alle acts zullen nu alles willen geven om de main stage te doen vergeten.”

Twee studentes uit Hasselt verheugen zich op hun vrijwilligersbaantje, waarmee ze vrij toegang krijgen tot het festival. „We hopen maar dat het doorgaat.”

Het hoofdprodium is de grote trekker van het festival. Twee jaar is er aan gewerkt.

Foto Belga/AFP

Even na zessen ’s komt donderdagavond het verlossende nieuws via een persconferentie: burgemeester Jeroen Baert van Boom ziet geen bezwaar, het terrein is veilig. Een woordvoerder van het festival legt uit dat het nog onduidelijk is hoe het verlies van het kolossale podium – het was tweehonderd meter lang en er is twee jaar aan gewerkt – zal worden opgevangen. Misschien komt er één groot noodpodium, zegt ze, of podia verspreid over verschillende locaties.

De oorzaak van de brand is nog niet bekend. Er werd gespeculeerd over vuurwerkkanonnen, over led-schermen, over het alomtegenwoordige piepschuim. Wat wel duidelijk is: het hele decor is verbrand. Belgische media zonden de hele dag beelden uit van graafmachines die met hun grijpers het kale staketsel met de dimensies van een kathedraal neerhaalden.

Rolkoffergeratel

Op donderdagmiddag volgen de treinen uit de richting van Antwerpen elkaar steeds sneller op, en het lijkt wel of uit elke trein méér mensen komen. In de smalle onderdoorgang van station Boom naar de Statiestraat dondert het van het rolkoffergeratel. Met een ijzeren logistiek van bussen en meisjes van de verkenners die de menigte in goede banen leiden, worden deze dag zo’n 38.000 mensen naar de camping gebracht.

Ze zijn schoolvoorbeelden van wat sociologen anywheres noemen, mensen die zich overal thuis voelen. Een dag geleden stond de Taiwanese Tai Chia Wen nog in Beekse Bergen bij Awakenings. Vorige week danste Robby Stewart uit Colorado nog op Ibiza. En vorige maand waren Shalev Shoam en Ilay Cohen nog in een club in Kefar Sava bij Tel Aviv, bij een soort voorpret-feest voor Tomorrowlandgangers.

Veel bezoekers zijn vaste festivalgangers en volgen bedreven de noodzakelijkheden: bandje halen, tent opzoeken en wat eten.

Foto Fred Debrock

Ook de mensen die op Tomorrowland werken zijn blij dat het festival doorgaat.

Foto Fred Debrock

In totaal komen er 38.000 mensen naar het festival.

Foto Tom Goyvaerts / Belga / AFP

Ze werken allemaal even bedreven de festivalroutine af: vervoer nemen, toegangsbandje halen, plaatsje veroveren op de camping. Ze hebben de universele benodigdheden in hun tas: zonnebrand, oordoppen, waaier, nekkussen. Als ze zijn gesetteld, gaan ze naar de omliggende plaatsen – Boom, Rumst, Aartselaar, Reet, Kontich – om flessen water te kopen en te eten.

Ze hebben allemaal een ander bedrag neergelegd voor het toegangsbewijs. Elly Warwick en haar vriend Dan uit Wales hebben ieder 400 euro betaald, plus ieder 300 voor de vlucht uit Bristol. Shalev Soam en zijn vrienden hebben pas in april besloten dat ze zouden gaan, en zij moesten 1.000 euro per persoon betalen, inclusief één hotelovernachting in Brussel. Maar niemand klaagt over de prijzen. „Dit is iets wat je maar één keer in je leven meemaakt”, zegt Ilay Cohen.

Diepere betekenis

Tai Chi Wen denkt dat de bijna-ramp de kwaliteit van het festival alleen maar ten goede zal komen. „Het wordt spectaculair”, zegt de Taiwanese. „Deze editie krijgt vanzelf een diepere betekenis”, zegt de Noorse Jannecke Martinessen, met haar half grijze, half roze haren.

Uriel Dimas, die via New York en Amsterdam uit Mexico is gekomen, trekt op donderdagmiddag nog wel een benauwd gezicht. Áls het festival al doorgaat, zegt hij, zal het absoluut minder zijn dan voorgaande edities. „De main stage is dé plek waar het gebeurt. Ook Lara Thijs en Selena Switten uit Hasselt zijn daar erg teleurgesteld over. „Ik ben heel kunstzinnig”, zegt Thijs. „Ik had me juist verheugd op de schoonheid van het hoofdpodium.”

Ook al weten bezoekers niet of het festival doorgaat, ze reizen op donderdag allemaal af naar Boom.

Foto Fred Debrock

Zaterdag is het alternatieve hoofdpodium beslist klaar, maar vrijdag zal het nog improviseren worden, zegt Debby Wilmsen, woordvoerder van Tomorrowland, op de persconferentie. Ze kan donderdagavond nog geen duidelijkheid geven over hoe dat eruit gaat zien. In het slechtste geval kan het betekenen dat de mensen die een kaartje hebben voor de camping, vrijdag het festivalterrein niet op mogen en zich moeten vermaken met de acts op het campingterrein.

Compensatie? Daar zijn we nu echt nog niet mee bezig

Debby Wilmsen
Tomorrowland-woordvoerder

Sofie Laermans uit Tienen zit ’s avonds in een frituur in Reet met een vriend. Die is vooral teleurgesteld dat zijn lievelingsact, de Brit Sub Focus, die voor het eerst op het hoofdpodium zou staan, nu genoegen moet nemen met een minder spectaculaire plek. Hij woont in Rumst en slaapt gewoon thuis tot het festival losbarst, zij verblijft op de camping. „Heel erg”, zegt ze als tot haar is doorgedrongen dat ze vrijdag misschien de hele dag tot haar tent is veroordeeld. „Ik ken daar verder niemand. Zonde van het dure kaartje.”

Op de vraag van een Vlaamse journalist over mogelijke schadevergoeding of compensatie zei Tomorrowland-woordvoerder Wilmsen op de VRT: „Daar zijn we nu echt nog niet mee bezig.”

Lees ook

Drugs horen bij festivals als de nacht bij de dag. Waarom eigenlijk?

Drugs horen bij festivals als de nacht bij de dag. Waarom eigenlijk?


Uit de teambus van UAE-kopman Tadej Pogacar zijn na afloop de lachsalvo’s te horen. ‘Hij was zo sterk’

Hij was gevallen, zijn teamgenoten waren ziek of afgestapt, zijn voornaamste rivaal leek bergop beter dan ooit. Voor Tadej Pogacar leken de zaken de eerste elf etappes van deze Tour de France zich niet bepaald in de juiste richting te bewegen, maar donderdag liet de Sloveen zien dat het allemaal niet uitmaakte. Hij toonde zich simpelweg te goed, te snel, te sterk. In de zware bergrit die finishte bovenop de Hautacam greep Pogacar de macht.

Op de slotklim lanceerde zijn ploegmaat Jhonatan Narváez de wereldkampioen met een ultieme versnelling langs de laatste huizen van het berggehucht Ardoix. De pakweg driehonderd inwoners maken waarschijnlijk het hele jaar weinig mee, nu waren ze getuige van de mogelijk beslissende slag in de Tour.

Roofvogel

Jonas Vingegaard kon héél even in het wiel van Pogacar blijven, maar daarna reed de Sloveen bij hem weg. Het gat was vijftig meter, tien seconden. Zes kilometer verder was het verschil een minuut. Daarna verdween Pogacar letterlijk en figuurlijk uit zicht; de regie toonde een shot van een roofvogel die omhoog zweefde op de warme lucht tussen de Pyreneeëntoppen.

Aan de finish was er van vreugde weinig sprake. Er waren wat knuffels en high fives, maar verder was ook Pogacar vermoeid. Nahijgend zei hij dat hij had uitgekeken naar deze rit, ook al was hij in 2022 op de klim naar de Hautacam losgereden door Vingegaard en diens ploegmaat Wout van Aert. „Vandaag was het andersom”, zei Pogacar tevreden.

Pogacar gaat voorop tijdens een afdaling in de twaalfde etappe. Foto Sarah Meyssonnier / Reuters

De verschillen zijn na donderdag enorm. Pogacar is de nieuwe geletruidrager, daarachter staat Vingegaard op drieëneenhalve minuut. Remco Evenepoel, die andere belangrijke podiumkandidaat, had een slechte dag en staat nog net derde, op 4 minuut 45. Ben Healy, de trotse geletruidrager uit Ierland, blies zichzelf op richting de top van de Col du Soulor en verloor meer dan dertien minuten.

Controle over de koers

Bij de teambus van UAE Team Emirates-XRG – van kopman Pogacar – hadden ze deze zege zien aankomen. „Tadej had deze rit al heel lang aangekruist”, zei ploegmaat Tim Wellens. Hij prees het vermogen van zijn kopman om relaxed met alle verwachtingen, aandacht en druk om te gaan. „Vanochtend voor de etappe zaten we nog als een stel tieners te klieren. Onze ploegleiding moest ons tot stilte manen.”

Zijn kopman had de hele dag de controle over de koers gehad, zei zijn andere teamgenoot Nils Politt. „Dit verbaast me niet meer. Als Tadej zegt dat hij ervoor wil gaan, dan lukt het hem vaak ook.”

Jonas Vingegaard komt als tweede over de finish en verliest 2 minuut 10 op ritwinnaar Pogacar. Foto Mosa’ab Elshamy / AP

Pogacar zei na afloop dat hij tijdens de laatste kilometer nog genoeg energie over had om aan iets anders te denken dan zo snel mogelijk bovenkomen en zijn voorsprong op de rest zo groot mogelijk maken. Hij droeg de zege op aan de 19-jarige Samuele Privitera, een Italiaans wielertalent waarvan donderdagochtend bekend werd dat hij was overleden na een val. „Ik dacht aan hem en aan hoe ongenadig hard deze sport kan zijn”, zei de Sloveen.

Felicitaties

Ploegleider Grischa Niermann van Visma-Lease a Bike deelde bovenop de Hautacam felicitaties uit aan zijn concurrenten. „Pogacar was duidelijk te sterk. Jonas voelde zich goed maar ik denk dat hij op de laatste klim wel een beetje naar de kloten ging”, zei de ploegleider van Visma-Lease a Bike tegen de NOS. Het plan van de Nederlandse ploeg was dat Vingegaard zou aanvallen op de laatste klim, maar daar kreeg de Deen nooit de kans toe.

Is de Tour dan beslist? Bij UAE wilden ze nog niet zover gaan. „De Tour is nog lang, maar het ziet er goed uit”, zei Wellens. Ploegleider Niermann zei met zijn ploeg te zullen blijven strijden. „Maar het is duidelijk dat de sterkste renner nu in de gele trui rijdt.”

Intussen waren beneden in het dal vanuit de gekoelde teambus van UAE lachsalvo’s te horen. „Hij was zo sterk”, klonk er duidelijk hoorbaar, doelend op de prestatie van die Tadej Pogacar zojuist had afgeleverd. „Dit was een perfecte dag.”


Voorzitter Belangenvereniging van Kleine Mensen na rel rond Spaanse stervoetballer: ‘Als Yamal iets normaal vindt, dan vinden zijn 36,6 miljoen Insta-volgers dat ook’

Victor Klein (58) wordt regelmatig door vreemden op straat aangesproken. Zeker elke maand, schat de 1,40 meter lange voorzitter van de Belangenvereniging van Kleine Mensen (BVKM). „Hé, kleintje”, roepen mensen. Maar ook: „lilliputter”, „smurf” of „dwerg”. De ene term is wat onschuldiger dan de andere, zegt hij, maar het zijn allemaal kwetsende termen.

Klein, die senior beleidsadviseur Wonen is bij de gemeente Haarlemmermeer, werd twee maanden geleden benoemd tot voorzitter van de BVKM. Normaal een functie op de achtergrond, maar deze week voert hij veel overleg, omdat een actuele kwestie tot veel discussie leidt onder de 350 leden van de 51 jaar oude vereniging, waarvan de meesten niet langer dan 1.50 meter zijn.

Aanleiding: het nieuws dat de Spaanse stervoetballer Lamine Yamal tijdens een besloten feest voor zijn achttiende verjaardag mensen met dwerggroei inhuurde voor een optreden. Volgens een twee jaar oude Spaanse wet zijn shows of recreatieve activiteiten verboden waarbij mensen met een beperking worden gebruikt ‘om spot of hoon uit te lokken, die in strijd is met het respect voor de menselijke waardigheid’.

Bezoekers van het feest, onder wie een aantal beroemdheden, zouden hun telefoon niet hebben mogen gebruiken tijdens de feestelijkheden, maar iemand maakte een filmpje van de aankomst van een groepje kleine mensen, die in colonne over een terrein in Olivella lopen, een stadje 50 kilometer buiten Barcelona. Daily mail zette het filmpje van de ‘party dwarves,’ zoals de Britse krant het noemt, op X.

Niet zozeer de eventuele wetsovertreding leidt tot ophef – het Spaanse OM doet daar nu onderzoek naar – maar het feit dat Yamal kennelijk niet aanvoelde dat het „onacceptabel is om in de 21ste eeuw mensen met dwerggroei te gebruiken voor vermaak op privéfeesten”, zoals Carolina Puente, voorzitter van de Spaanse belangenorganisatie Asociación ADEE zei, „zeker als daar publieke figuren als Yamal bij betrokken zijn”. Puente sprak van een „vernederende en discriminerende daad” en beloofde „actie via juridische en sociale kanalen”.

Mensen tikken op mijn hoofd: hé kleintje, ga terug naar je circus

Die reactie werd op de Catalaanse radiozender RAC1 weer veroordeeld door iemand met dwerggroei die zei dat hij op het feest van Yamal was. Hij snapte alle ophef niet. „We doen deze job omdat we dit willen. Wij kiezen hier zélf voor, niemand dwingt ons ertoe. Als we van onze klant ook maar één signaal van gebrek aan respect ervaren, stopt de show meteen. Maar tot nu toe maakten we dat nog nooit mee.” De man zei dat ADEE zijn werk bemoeilijkt.

Yamal heeft nog niet gereageerd op alle ophef. Wel zei hij woensdag bij een bijeenkomst ter ere van zijn contractverlenging, dat hij „ongevoelig” is voor lof en kritiek die niet van zijn familie of vrienden komt. „Ik werk voor Barcelona, ik speel voor Barcelona, maar als ik niet op het trainingsveld sta, geniet ik van het leven”, zei hij.

Wat dacht u toen u hoorde van de gebeurtenissen op het feest?

„Ik dacht: jammer dat dit nog steeds gebeurt. Op zich is er niets mis mee als kleine mensen entertainen. Zelfs niet, denk ik, als bijvoorbeeld een kleine cabaretier grappen maakt over zijn lengte. Maar als je daarvoor wordt ingehuurd, voelt het anders. Dat kan stereotypering in de hand werken.”

Heeft de ophef ook een positieve kant?

„Ja, want hoewel er steeds meer aandacht is voor stigmatisering van mensen met een handicap, worden kleine mensen vaak over het hoofd gezien – no pun intended. Het is een beetje dubbel, want veel kleine mensen zitten er niet op te wachten dat de schijnwerper op hen gericht wordt, maar ze ervaren wel degelijk vormen van stigmatisering.”

U noemde schelden als voorbeeld, maar gaat het ook verder dan dat?

„Mensen proberen me stiekem te filmen, of vragen of ze met me op de foto mogen. Ze tikken op mijn hoofd: ‘hé, kleintje, ga terug naar je circus’. Eén keer vroeg iemand: ‘Mag ik je wegslingeren?’, verwijzend naar een oude attractie waarbij mensen met dwerggroei door de lucht werden geworpen. Ik heb een zoon en dochter met dezelfde groeistoornis. Als we met z’n drieën over straat lopen blijven mensen staan om ons goed te bekijken. ‘Wat zijn jullie mooie mensen’, zei iemand onlangs. Wat moet ik daarmee? Ik begrijp dat alles wat van het gemiddelde afwijkt de aandacht trekt, maar fijn is het niet.”

Victor Klein: „Op zich is er niets mis mee als kleine mensen entertainen.” Foto Bram Petraeus

Wat zegt u in zo’n geval?

„Dat hangt van mijn stemming af. In een goede bui reageer ik met een kwinkslag: maak gewoon een foto van je vriendin, joh. Maar soms sta ik met een mond vol tanden. Zo trad ik een keer met een paar collega’s op tijdens een bedrijfsfeest van mijn oude werkgever. Mensen van gemiddelde lengte, met wie ik showdance deed. Dat optreden was hen bijgebleven, maar niet zoals ik had gehoopt. Een half jaar later werd ik gebeld. ‘We geven een carnavalsfeest met een act: vader Abraham en de smurfen. Wil je meedoen?’”

Au.

„Ja, dat was pijnlijk. Ik was te verbouwereerd om ad rem te kunnen reageren. Ik heb vriendelijk bedankt.”

Hoe denken leden van uw vereniging over wat er op het feest van Yamal is gebeurd?

„Heel verschillend, wat begrijpelijk is. Sommige leden vinden dat je als klein mens werkzaam mag zijn in de entertainmentindustrie. ‘Ik verdien er mijn brood mee’, zeggen ze. ‘Wie ben jij om te bepalen hoe ik mijn leven leid?’ Ik zeg dan dat ik dat helemaal niet wíl bepalen, maar dat het om bewustwording gaat: hun handelen heeft impact op de behandeling van andere kleine mensen.

„Het heeft met zelfrespect te maken. Als kleine mensen gecast worden op basis van hun professionaliteit, is dat iets om trots op te zijn. Maar als ze gecast worden vanwege hun lengte – en zoiets voel je donders goed aan – dan vind ik dat problematisch. In die zin vind ik acteur Peter Dinklage, bekend van onder meer Game of Thrones, een goed voorbeeld. Hij weigerde op een gegeven moment om rollen te spelen waarin hij werd gecast vanwege zijn lengte. ‘Ik ben een goede acteur die inhoudelijke rollen kan spelen’, zei hij. Daarmee dwong hij veel respect af.”

‘Sommige leden vinden dat je als klein mens werkzaam mag zijn in de entertainmentindustrie’

De kleine man die op het Spaanse radiostation geïnterviewd werd, zei: „We zijn geen kermisapen en zullen nooit onze grenzen overschrijden”.

„Dit is een hele lastige. Ik wil mensen niet het brood uit de mond stoten, maar vind het wel belangrijk dat kleine mensen die in de entertainmentindustrie werken, en hun opdrachtgevers, er bewust van zijn dat dit verhaal twee kanten heeft. Als je een dikke huid hebt, en het daarom normaal vindt dat er om je gelachen wordt vanwege je lengte, dan zal je het nooit als een last ervaren. Maar dat wil nog niet zeggen dat het normaal is, en dat andere kleine mensen daar geen last van hebben, omdat het tot stigmatisering leidt.”

Krijgen kleine mensen minder kansen dan lange mensen, of mensen met een gemiddelde lengte?

„Ja. Soms om praktische redenen: je kan niet het wagenpark aanpassen omdat een klein mens graag buschauffeur wil worden. Maar soms ook vanwege vooroordelen. Klein van lichaam is klein van geest, wordt nog steeds gedacht. Ik kreeg ooit na een tweede sollicitatiegesprek te horen: ‘Sorry, maar we zoeken iemand met de brains van Wim Duisenberg [oud-president van De Nederlandsche Bank] en de looks van Sophia Loren.’ En dan ging het ook nog om een bureaufunctie!”

Yamal heeft 36,6 miljoen volgers op Instagram, vooral jongeren kijken tegen hem op. Ligt copycat-gedrag op de loer?

„Zeker. Als Yamal iets normaal vindt, dan vinden zijn fans dat ook. Bekende mensen zijn rolmodellen, ook in de goede zin. Denk aan Roel van Velzen. Ik ken hem niet, maar weet wel dat de aandacht voor zijn lengte verflauwde naarmate duidelijk werd dat hij een goeie muzikant is. Daarom is het belangrijk te laten zien dat je als klein mens meer bent dan je groeistoornis.”

Bent u voorstander van een Nederlands verbod op het inzetten van kleine mensen voor entertainmentdoeleinden?

„Het kan mensen helpen om op te komen voor hun waardigheid, wat niet zo makkelijk is, al vraag ik me af wanneer en hoe je overtredingen dan gaat bestraffen. Maar goed, alleen al het gesprek erover kan tot meer bewustwording leiden.”


Op de hoogste berg van het land bespreekt Duitsland Europese ‘migratieturbo’ met vijf buurlanden (en zonder Nederland)

Tot de felste critici van de migratiepolitiek van Angela Merkel behoorde de CSU, de Beierse zusterpartij van CDU, en in het bijzonder de toenmalige voorzitter van de CSU-fractie in Berlijn, Alexander Dobrindt. Zo had Dobrindt het in 2018 over een „anti-uitzet-industrie”, waarmee hij advocaten en ngo’s bedoelde die vluchtelingen bijstaan. In datzelfde jaar stelde hij dat de „islam in geen enkele vorm bij Duitsland hoort”.

In 2018 werd Dobrindt fel bekritiseerd om die uitspraken, door Merkel en door allerlei politici van andere partijen. Dobrindt stond te boek als een hard-rechtse CSU’er die retorisch nogal eens uit de bocht vloog. In de afgelopen zeven jaar heeft Dobrindt zijn standpunten niet aangepast. Het politieke klimaat is wel veranderd. Sinds mei van dit jaar is Dobrindt minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet van Friedrich Merz (CDU), en verantwoordelijk voor het harde Duitse migratiebeleid dat ook elders in Europa navolging vindt.

Op de Zugspitze, met 2.962 meter de hoogste berg van Duitsland in Zuid-Beieren, nodigt Dobrindt deze vrijdag vijf Europese collega’s uit voor een ‘migratietop’. Met ambtgenoten uit buurlanden Frankrijk, Polen, Oostenrijk, Denemarken en Tsjechië wil Dobrindt bespreken hoe een „hardere Europese migratiepolitiek” vorm kan krijgen. Op „het dak van Duitsland” moet een plan worden gemaakt voor een „migratieturbo”, aldus het persbericht. Een Nederlandse vertegenwoordiger is er niet bij. Op de vraag waarom niet antwoordt het ministerie in Berlijn ontwijkend.

Grenscontroles

Tot nu toe trad Dobrindt solistisch op. De Europese asielafspraken noemde hij kort na zijn aantreden „dysfunctioneel”. Onder Dobrindt werden de Duitse grenscontroles, die door de vorige regering werden ingevoerd, geïntensiveerd. Op gezag van Dobrindt worden ook mensen aan de grens geweigerd die om asiel vragen. Het weigeren van mensen die asiel willen aanvragen is in strijd met het Europees recht. Een bestuursrechter in Berlijn oordeelde in een zaak van drie Somaliërs, die bij Frankfurt aan de Oder Duitsland binnenkwamen en werden teruggestuurd naar Polen, dat het beleid van Dobrindt onwetmatig is. Dobrindt deed het vonnis af als een „uitspraak in één enkel geval” en houdt vast aan zijn politiek.

Alexander Dobrindt, minister van Binnenlandse Zaken (CSU), spreekt in de Bondsdag in Berlijn, 10 juli. Foto Kay Nietfeld/dpa

Onder Dobrindt werd ook het recht op gezinshereniging voor mensen met een tijdelijke verblijfsvergunning opgeschort. En de opvang van een klein aantal Afghanen dat bijzonder gevaar loopt in eigen land, een programma dat door de vorige regering werd opgezet, is door Dobrindt gestaakt. Ook daarover oordeelde een rechter dat mensen die de toezegging op verblijf in Duitsland reeds hebben gekregen, niet alsnog kunnen worden geweigerd.

Niet alleen de rechtspraak heeft problemen met de politiek van Dobrindt. Ook in Polen is er wrevel over het Duitse beleid. De Poolse premier Donald Tusk zei bij het bezoek van kanselier Merz aan Warschau dat het niet „volgens de Europese gedachte is” de binnengrenzen te controleren en „buurlanden in de problemen te brengen” door het ophouden van forenzen en vrachtverkeer.

Mensensmokkelaars

In reactie op de Duitse grenscontroles staan sinds twee weken ook Poolse grenswachters aan 52 overgangen van de Duits-Poolse grens. De Poolse controles duren vooralsnog tot half augustus. Volgens de Poolse minister van Binnenlandse Zaken Tomasz Siemoniak richten de controles zich op mensensmokkelaars en kijken de grenswachters in het bijzonder naar busjes en naar auto’s met geblindeerde ramen. Maar rechtse blogs in Polen verspreiden ook het gerucht dat Duitse politieagenten migranten de grens met Polen over zetten die níet eerst in Polen waren, en het Poolse beleid lijkt ook een reactie op dat vooralsnog onbewezen verhaal.

We denken hetzelfde

Bruno Retailleau
Franse minister van Binnenlandse Zaken

Maar Alexander Dobrindt krijgt ook bijval voor zijn harde en eenzelvige koers. Dobrindts Franse collega Bruno Retailleau zei over een gesprek tussen hen over migratie: „We denken hetzelfde.” De regering van Merz, aldus de Oostenrijkse kanselier Christian Stöcker (ÖVP), is in zaken migratie een „partner, die de dingen hetzelfde ziet”.

Op de Zugspitze-top in Beieren zullen de landen die gelijkgestemdheid proberen om te zetten in beleid. Ongeacht de uitkomst hebben de ministers het tij mee: het aantal asielaanvragen in Duitsland daalt sinds 2023 fors. In de maand mei waren er minder dan achtduizend eerste aanvragers.


De in Gouda vermoorde vrouw was al de tweede ex op wie Driekus K. kogels afvuurde

„HELP ME !!!! a.u.b !!! ik zoek mijn twee kinderen !!!” Op zaterdagochtend 5 juli plaatst Driekus K. een vrolijke foto van zijn twee kinderen en ex-partner („mijn vrouw”) op Facebook. In de begeleidende tekst – één lange zin van bijna 900 woorden– roept hij de Facebook-gemeenschap op te helpen om zijn kinderen te vinden.

De kinderen heeft hij al weken niet gezien omdat de vrouw „weer eens” naar een blijf van mijn lijf huis is gegaan en hem, schrijft hij, „op valse beschuldigingen” heeft laten opsluiten in de gevangenis. Dit in de hoop dat hij jaren vast zou zitten zodat zij met een nieuwe vriend verder kon. Eindhovenaar K. laat zijn mobiele nummer achter voor aanwijzingen over de verblijfplaats van zijn dochter (6) en zoon (7) en schrijft „ik hou van mijn kinderen meer als mijn leven”. Hij sluit het bericht af met „mvg driekus”.

Tien dagen later, in Gouda, vindt Driekus K. zijn kinderen én hun moeder. En voor hun ogen schiet hij haar dood. Daarna slaat de 53-jarige K. op de vlucht. Een klopjacht van de politie leidt die dinsdag naar de Scheveningse duinen waar K. zichzelf van het leven probeert te beroven. Kort na 20 uur wordt hij door de politie zwaargewond in de duinen aangetroffen.

Ongeveer iedere twee weken wordt er in Nederland een vrouw door een (ex-)partner om het leven gebracht, zo blijkt uit de Femicide Monitor van de Universiteit Leiden. Van de 448 vrouwen die van 2014 tot en 2024 werden gedood, kwam 60 procent door femicide om het leven.

Lees ook

Lees ook: Femicide in Nederland: voor deze 25 vrouwen bleek hun relatie een doodvonnis

Femicide in Nederland: voor deze vrouwen bleek hun relatie een doodvonnis

De moord op de 39-jarige vrouw past dus in een patroon. De moordzaak springt echter extra in het oog vanwege de voorgeschiedenis. De vrouw deed in juni nog aangifte tegen K. wegens mishandeling en vuurwapenbezit. K. zat daarna ruim veertien dagen vast, maar werd op vrije voeten gesteld door de rechtbank. Die vrijlating is extra pijnlijk omdat K. een recidivist blijkt.

We verwachten nu enorm veel van een systeem zonder te weten hoe dat zou moeten worden ingericht

Marieke Liem
hoogleraar Veiligheid en Interventies aan de Universiteit Leiden

De Eindhovenaar werd in 2009 namelijk tot 13 jaar celstraf veroordeeld wegens een poging tot moord op zijn ex-partner in Boxtel. Uitspraken van de rechtbank Oost-Brabant en het gerechtshof Den Bosch leren dat K. haar chanteerde met seksfilmpjes om te voorkomen dat zij hem zou verlaten. Toen zij alsnog in het najaar van 2008 de relatie beëindigde, kon K. dat niet verkroppen. Enkele weken later wachtte hij haar op bij haar flat. Toen zij daar aankwam schoot hij eerst haar broer in zijn been en vervolgens de vrouw in de kin, nek, borst en hand terwijl hij „jij moet dood, jij moet dood” riep.

De vrouw, die vier dagen voor de moordaanslag aangifte deed van doodsbedreigingen door K. , overleefde de schietpartij ternauwernood. Zij is, zo leert de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, „lichamelijk blijvend getekend” door de moordpoging van K. – die door de rechtbank als „koel en berekenend” wordt omschreven.

Vuurwapenbezit

Recent stond Driekus K. weer twee keer voor diezelfde rechtbank. Zijn later in Gouda vermoorde ex deed namelijk begin juni aangifte tegen hem wegens mishandeling en vuurwapenbezit, bevestigt een woordvoerder van het OM Oost-Brabant.

K. werd vervolgens aangehouden en vastgezet. Na enkele dagen verlengde de rechter-commissaris zijn voorarrest met veertien dagen vanwege vuurwapenbezit – voor mishandeling was onvoldoende bewijs.

Daarna moest de raadkamer zich buigen over de vraag of K.’s voorlopige hechtenis met maximaal negentig dagen zou worden verlengd. Hoewel het OM vanwege het besloten karakter van de zitting het niet kan bevestigen, is het aannemelijk dat daarbij ook K.’s eerdere moordpoging ter sprake is gebracht.

We hebben het hier nu heel veel over op de rechtbank. Hoe vreselijk dit is en dat het zo is gelopen

Annelien Palmboom
persrechter van de rechtbank Oost-Brabant

De driekoppige raadkamer van de rechtbank Oost-Brabant hield K. evenwel niet langer vast. Persrechter Annelien Palmboom noemt het „afschuwelijk” wat er daarna is gebeurd. „We hebben het hier nu heel veel over op de rechtbank. Hoe vreselijk dit is en dat het zo is gelopen.”

Palmboom was niet betrokken bij de beslissing om K. vrij te laten. Ze licht toe dat het wettelijke basisprincipe is dat een verdachte de berechting in vrijheid afwacht. Dat geldt te meer voor verdachten van delicten die doorgaans relatief laag bestraft worden. Het uitgangspunt bij verboden vuurwapenbezit is een celstraf van vier maanden.

Voorlopige hechtenis kan alleen worden verlengd als voldoende aannemelijk is de verdachte het delict heeft gepleegd en er ook sprake is van zware wettelijke gronden zoals vluchtgevaar of een – door het gepleegde delict– geschokte samenleving. Ook recidiverisico, zoals zich bij K. dinsdag manifesteerde, geldt als wettelijke grond.

Femicide Monitor

Marieke Liem, hoogleraar Veiligheid en Interventies aan de Universiteit Leiden, wil zich zonder de kennis van het hele dossier niet uitlaten over de vraag wat er bij de zaak anders had gekund. Liem zit achter de onlangs gestarte Femicide Monitor waarmee data verzameld worden over onder welke omstandigheden partnermoord plaatsvindt. Zelfmoord door de dader bijvoorbeeld, vindt in 17 procent van de gevallen plaats.

Lees ook

Leer de ‘rode vlaggen’ van femicide herkennen

Met rode hakken werd op de Dam in Amsterdam op Initernationale Vrouwendag aandacht gevraagd voor femicide.

Liem ziet dat de afgelopen jaren de bewustwording rond femicide flink is vergroot. Maar tegelijkertijd is er een „enorm versnipperd landschap” met talloze hulpverleners, vrouwenorganisaties, overheidsinstanties en partijen uit de strafrechtketen die allemaal een rol hebben bij de aanpak van femicide. Met onderzoek naar individuele partnermoorden hoopt zij de komende jaren „beter zicht op dat landschap krijgen met de hoop dat vervolgens iets valt te zeggen over geslaagde en gemiste interventies bij femicide.”

De hoogleraar merkt dat er bij de femicide-kwesties soms snel met de vinger wordt gewezen, terwijl de kennis over waar het fout gaat stokt. Liem: „We verwachten nu enorm veel van een systeem zonder te weten hoe dat zou moeten worden ingericht.”

Praten over zelfdoding kan 24/7 anoniem en gratis via 0800-0113, de landelijke hulplijn van 113 Zelfmoordpreventie, of via chat op www.113.nl.


Column | Het pistool, het café en het snoekduikje

Mijn lievelingscafé in Rotterdam-West was twee weken dicht. Een hele stoet buurtgenoten baalde. Een café is voor hen een soort huiskamer waarin altijd wel iemand zit voor een babbeltje. Koffie, krantje, biertje. Voetbalwedstrijd. Eens in de maand karaoke. De bonte diversiteit van de buurt komt binnen, saai is het nooit. Gezellig heel vaak.

Het café was dicht vanwege een schietpartij op een vrijdagnacht, vorige maand. Die had niets van doen met het café, vertelt de eigenaar Dogan Korkmaz. Bezoekers zeggen hetzelfde.

Twee mannen hadden rond middernacht buiten ruzie gekregen, op het plein schuin voor het café waar net die avond de maandelijkse karaoke werd gezongen. Een ruzie kan gebeuren, maar wat erop volgde was gewoon lijp: de een ging thuis een mes halen. De ander had een pistool in de koffer van zijn scooter. Toen ze elkaar weer troffen, vluchtte de man van het mes het café in. De tweede man wilde achter hem aan.

Dogan Korkmaz, de eigenaar, vertelt hoe hij de deur probeerde dicht te houden zodat de tweede man niet naar binnen kon. Hij wil geen heibel in zijn zaak. Hij zag niet meteen dat de man een pistool in zijn hand had. Toen hij dat wel zag door de glazen ruit in de deur, zocht hij dekking.

Hij doet het voor bij de deur en maakt zijwaarts een grappig soort snoekduikje.

Een van de klanten vanaf de barkruk: „Hij heeft op toneel gezeten.”

Een ander: „Niet heel lang. Haha.”

Dogan Korkmaz vertelt hoe de schutter zijn arm door de deur stak en twee keer vuurde. Vanwege de karaoke zat de zaak vol. Twee gasten raakten gewond.

Een van de klanten vanaf de barkruk: „Hij heeft op toneel gezeten.” Een ander: „Niet heel lang. Haha.”

Lang verhaal kort: overal politieauto’s, ambulances. Mes-man en pistool-man allebei opgepakt, gewonden naar het ziekenhuis. En: de horecagelegenheid ging op last van de burgemeester dicht voor onderzoek.

Na een week begon de café-eigenaar het omzetverlies te voelen. Zijn vaste lasten liepen gewoon door. Bezoekers begonnen te morren. Alternatieven zijn er hier steeds minder; cafés zijn vervangen door dure koffietentjes en lunchrooms. Dogan is een van de weinigen die van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat open is. Niemand wist wanneer hij weer open mocht.

Het lijkt op de explosief in de portiek – in Rotterdam schering en inslag. Aanvankelijk hingen drugscriminelen cobra’s bij elkaar aan de deur om te intimideren. Tegenwoordig worden die ook vaak aan de deur geplakt bij vechtscheidingen, broodnijd, arbeidsconflicten en andere onenigheid, dat zei de ombudsman van Rotterdam ook al. Soms ook ontploft het verkeerde pand en is de eigenaar niet eens doelwit. Of is het om de concurrent dwars te zitten. Het huis of de zaak wordt wel gesloten, de eigenaar van de deur zit met de gebakken peren.

Het café kon twee weken later weer open. Korkmaz is nóg alerter op misstanden die zijn zaak schaden. Op zijn verzoek schreef zijn zoon stevige teksten die hij op het raam, de deur en zelfs op de bar heeft geplakt: ‘Het is streng verboden om met drank naar buiten te gaan, of daar te groeperen. Bij overtreding volgen direct passende maatregelen.’

Over de passende maatregelen gaat hij nog prakkeseren.


Na de CO2-heffing haalt minister Hermans nog een pijler onder de verduurzaming weg: minder windmolenparken op zee

En weer verdwijnt (deels) een cruciale pijler voor de verduurzaming van Nederland. Demissionair minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei (VVD) heeft niet langer het streven om in 2040 50 gigawatt (GW) op te wekken met windparken op zee. In een brief aan de Tweede Kamer van woensdag noemde ze de ambitie „ niet realistisch” en „niet noodzakelijk”. Doordat de industrie langzamer vergroent dan gepland, is de verwachting dat fabrieken langer draaien op fossiele brandstoffen en in 2040 de vraag naar duurzame energie vanuit de industrie lager zal zijn dan wat de bedoeling was. 30 à 40 GW in 2040 is „nu het meest realistisch om op in te zetten”, schrijft ze.

In 2022 kwam haar voorganger, Rob Jetten, met het ambitieuze plan om in 2030 voor 21 gigawatt aan windparken op de Noordzee te hebben staan (ter vergelijking: nu is er zo’n  4,7 gigawatt gerealiseerd). In 2040 moest dat 50 GW zijn en in 2050 zo’n 70 GW.

Die ambitie van Jetten werd een van de belangrijkste pijlers van de verduurzaming van de Nederlandse industrie. Want een groot deel van de opgewekte windenergie zou bijvoorbeeld gebruikt worden voor het produceren van groene waterstof. Met groene waterstof kunnen raffinaderijen of staalfabrieken en zwaar transport vergroenen. Maar ook Jetten wist destijds al niet zeker hoe haalbaar zijn planning nu eigenlijk echt was.

Drie jaar later geeft Hermans daar dus wel duidelijkheid over, dat het doel voor 2040 in ieder geval onhaalbaar is. „Enerzijds zijn de kosten voor de aanleg van windparken gestegen, onder andere door hogere prijzen voor materialen”, schrijft ze. „Anderzijds blijft de elektrificatie van onder andere de industrie achter ten opzichte van eerdere verwachtingen, wat leidt tot onzekerheid over de toekomstige vraag naar duurzame elektriciteit.”

Staatssteun

Dat de vraag naar duurzame energie vanuit de industrie onzeker is, komt mede doordat onderhandelingen met grote uitstoters als Tata Steel en Shell over staatssteun bij vergroening zijn mislukt. Het plan was dat als grote vervuilers met grote verduurzamingsplannen zouden komen, zij staatssteun zouden krijgen. Maar die zogenoemde maatwerkgesprekken liepen bij vrijwel de meeste grote uitstoters op niets uit. Daarom besloot Hermans hier eerder deze maand mee te stoppen. Tegelijkertijd besloot ze ook de CO2-heffing te schrappen. Die heffing had het gebruik van fossiele brandstoffen voor grote bedrijven steeds duurder moeten maken, en zo de vraag naar duurzame stroom moeten stimuleren. Twee andere belangrijke pijlers voor de vergroening van Nederland die deze maand in rook opgingen.

Tennet is positief over het „realisme” van minister Hermans

Nog een reden waarom Hermans minder windparken wil realiseren op zee:  het optimisme over de waterstofeconomie is (in Europa) aan het verdwijnen. De hoge kosten van groene waterstof en de beperkte infrastructuur houden veel bedrijven tegen om te investeren in waterstoffabrieken. Eerder deze week maakte autofabrikant Stellantis (onder meer van Opel, Peugeot en Fiat) bekend voorlopig te stoppen met zijn ontwikkelingen binnen de waterstoftechnologie. De tegenvallende waterstofmarkt maakt de waterstofproductie met windenergie van de Noordzee „minder urgent”, valt te lezen in de brief van Hermans.  

Het doel 70 GW in 2050 blijft voorlopig nog wel overeind. Maar de vraag is wel hoe haalbaar dat nog is. Het plan voor 2030 gaat nog door zoals gepland.

Kip-ei

Met dat laatste is de beheerder van het hoogspanningsnet, Tennet, in ieder geval blij. „Voor 2030 zijn we al volop bezig met het bouwen van stations voor windparken en aanleg van kabels voor de aansluiting op het hoogspanningsnet, bijvoorbeeld op de Maasvlakte en in het Sloegebied bij Borssele”, zegt een Tennet-woordvoerder. Hij is ook positief over het „realisme” van de nieuwe ambities. „Nu gaat de minister uit van 30 GW, maar de komende jaren kan worden opgeschaald tot 40GW als de vraag toch hoger blijkt te worden.” Dat is beter dan eerst vele miljarden investeren in de bouw van onderdelen en aansluitingen, die achteraf toch niet inzetbaar blijken te zijn als de vraag tegenvalt.

Met een groter aanbod van duurzame energie daalt de elektriciteitsprijs, waardoor bedrijven hier in Nederland kunnen investeren in elektrificatie

Werkgeversorganisatie VNO-NCW

Vanuit de industrie wordt slecht gereageerd op het verlagen van de ambities. „We moeten de beschikbaarheid van duurzame energie – zoals windenergie – juist vergroten”, zegt een woordvoerder van de VNO-NCW, de grootste ondernemersorganisatie van Nederland. „Met een groter aanbod van duurzame energie daalt de elektriciteitsprijs, waardoor bedrijven hier in Nederland kunnen investeren in elektrificatie. Daarnaast vergroot meer windenergie onze energieonafhankelijkheid in geopolitiek onrustige tijden.”

Volgens de Tennet-woorvoerder gaat het hier, net als bij zoveel projecten in de energietransitie, om een kip-eiprobleem. „De industrie wil een groter aanbod, zodat duurzame energie aantrekkelijker wordt om af te nemen. Maar we zien ook dat windparkontwikkelaars moeite hebben met het verkopen van stroom, dus die bedrijven zullen ook niet zo snel meer infrastructuur gaan bouwen als de vraag naar elektriciteit niet toeneemt.” Een woordvoerder van Eneco beaamt dat. De achterblijvende vraag „zorgt er voor dat de investeringsrisico’s om offshore windparken te realiseren toenemen.”

Jan Vos, voorzitter van de Nederlandse branchevereniging voor windenergie NedZero, zegt dat de politiek te weinig heeft gedaan om de energievraag van de industrie te verduurzamen. „De CO2 heffing is verdwenen, de maatwerkgesprekken liepen op vrijwel niets uit. Daarnaast zijn belemmeringen voor de industrie om te verduurzamen niet weggenomen, zoals hoge energiekosten en de propvolle elektriciteitsnetten die alle duurzame energie niet kunnen transporten. Hermans heeft nog wel haar vinger in de dijk gestoken, maar het kabinet heeft niet gegeregeed. Dat de windenergie ambities nu moeten worden teruggeschroefd, is het gevolg.”