De afgelopen jaren leefde de Poolse lhbti-activist Bart Staszewski (33) in angst. Dat begon in 2019. Eerst vlogen er stenen langs zijn hoofd tijdens een gaypride in het Oost-Poolse Lublin. Daarna kwamen de online doodsbedreigingen, de bommeldingen die in zijn naam werden gedaan én werd hij op de publieke zender TVP – een propagandakanaal onder de vorige nationalistisch-conservatieve PiS-regeringen (2015-2023) – regelmatig neergezet als vijand van Polen.
Staszewski zag hoe Polen onder het bewind van de PiS (Recht en Rechtvaardigheid) veranderde. Van een land waar „de rechten van lhbti-ers vóórdat PiS aan de macht kwam slechts werden genegeerd”, naar een land waarbij lhbti’ers te maken kregen met „een heksenjacht”. Homofobie werd onder PiS zelfs geïnstitutionaliseerd: een derde van de gemeenten, districten en provincies in Polen verklaarde zichzelf sinds 2019 tot ‘lhbti-vrije zone’. Deze gebieden, voornamelijk gelegen in het conservatievere zuidoosten, waanden zich vrij van „homoterreur” en „lhbti-ideologie”.
In bijna vijftig van deze gebieden plaatste Staszewski verkeersborden met daarop in vier talen de tekst ‘lhbti-vrije zone’. Soms portretteerde hij ook lhbti’ers met het verkeersbord, om deze gemeenschap een gezicht te geven.
Meer dan twintig lokale overheden spanden rechtszaken aan tegen hem wegens smaad. De Poolse Katholieke Kerk zei dat Polen na „een rode communistische plaag” nu met een „nieuwe regenboogplaag” te maken had. President en PiS-loyalist Andrzej Duda zei dat „de lhbti-ideologie erger is dan het communisme” en Staszewski werd door politici en regeringsgezinde organisaties neergezet als Russisch agent en pedofiel. Hij was continu bang „voor mezelf én mijn vriend.”
Toch kreeg hij ook steun. Voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen stelde in 2020 in een toespraak dat er „geen plaats is in de Europese Unie” voor lhbti-vrije zones. Dat was voor Staszewski en zijn Poolse mede-activisten „het eerste moment dat we voelden dat we niet alleen waren”.
Slechtste land voor lhbti’ers
Dat die steun van buiten Polen moest komen, is veelzeggend voor het land dat al jarenlang wordt bestempeld als slechtste EU-land voor lhbti’ers om in te wonen. Stellen van hetzelfde geslacht mogen zich niet registreren als partners, laat staan trouwen. Een naamsverandering als transgender kan alleen als beide ouders het goedkeuren – ook als volwassene. En veel uitkeringen en toeslagen zijn alleen gericht op heteroseksuele gezinnen. Lhbti’ers zijn op hun werk wel beschermd: ze mogen niet vanwege hun geaardheid ontslagen worden. En sinds een paar jaar mag de publieke televisie ook geen homodiscriminatie uitzenden. „Dankzij wetgeving van de EU”, lacht Staszewski op een terras in het oude centrum van Warschau.
De uitspraak van Von der Leyen was een keerpunt voor homofobie in Polen, zegt Staszewski. Ambassades, EU-instellingen en ngo’s richtten hun aandacht op Staszewski en zijn mede-activisten. Landen dreigden geen cent meer te geven aan de plaatsen die zichzelf ‘lhbti-vrij’ noemden. Ze moesten kiezen tussen homofobie of geld voor de renovatie van straten. „Alleen al van de dreiging geen EU-geld te ontvangen, werden ze bang.” Al snel trokken de meeste plekken hun verklaring van een ‘lhbti-vrije zone’ in. Staszewski: „De Europese Unie staat bekend als traag, maar hier trad ze snel op.”
Afgelopen najaar won de pro-democratische coalitie van Donald Tusk verrassend de verkiezingen en sindsdien waait er een nieuwe politieke – meer lhbti-vriendelijke – wind door Polen. Staszewski zag die uitslag niet aankomen, maar was ontzettend opgelucht. Dat gevoel hield maar even aan. In Polen gebeurt er sinds het aantreden van de nieuwe regering op het gebied van lhbti-rechten nog weinig.
Radicaal-rechts
Staszewski kijkt met gemengde gevoelens naar de Europese verkiezingen, die tot 2019 nooit meer dan een kwart van de Poolse stemgerechtigden op de been brachten. Zo is het vrijwel zeker dat Europarlementariër Robert Biedron, die openlijk homoseksueel is, herkozen wordt en in Brussel blijft. En ook zijn partner Krzysztof Smiszek, momenteel vice-minister van Justitie, staat op de kieslijst en vertrekt hoogstwaarschijnlijk naar Brussel. Dat wordt ze in Polen niet in dank afgenomen.
„Biedron zit al jaren in Brussel en doet daar niet veel voor ons”, zegt Staszewski. Toch is hij vooral teleurgesteld in Biedrons partner. „Smiszek is een hoge politicus en we waren blij dat we een lhbti-persoon op zo’n plek hadden”, zegt Staszewski. „En nu vertrekt hij. Hoe moeten wij ons in Polen veilig voelen als mensen op hoge posities vertrekken voordat de problemen hier opgelost zijn?”
Bovenal is Staszewski bang voor Von der Leyens handreiking naar radicaal-rechtse partijen in Europa voor een mogelijke samenwerking na de verkiezingen. „Deze partijen zijn de bedenkers achter homofobe praktijken, zoals de lhbti-vrije zones”, zegt Staszweski. „Zij dehumaniseren lhbti’ers. Is dat niet een politieke grens die we niet mogen overschrijden?” Op dit moment staan PiS en de huidige Poolse regeringspartij allebei op 31 procent in de peilingen.
Na acht jaar PiS ademt Staszewski weer „frisse lucht”. Maar, waarschuwt hij: van „lucht kun je niet eten”. Polen wil een rolmodel zijn: na acht jaar autocratisch PiS-bewind weer terugkeren naar de democratie. „Maar als het alleen bij woorden blijft, dan zal Polen een rolmodel worden voor een ramp. Als de liberalen dingen beloven, maar geen maatschappelijke verandering teweeg brengen, dan zal dat radicaal-rechts alleen maar verder helpen.”
Lees ook Seksuele voorlichting op school ? Niet in de ‘lhbt-vrije’ zones van Polen
De Libanese fotograaf Myriam Boulos (1992) heeft de Foam Paul Huf Award 2025 gewonnen, die sinds 2007 wordt uitgereikt aan jong fotografietalent. Dat werd donderdag bekend gemaakt. Ze is de eerste fotograaf uit het Midden-Oosten die de prijs ontvangt. De prijs bestaat uit een geldbedrag van 20.000 euro en een solotentoonstelling in het Amsterdamse fotomuseum Foam.
Boulos woont en werkt als documentaire-fotograaf in Beiroet. Ze was zestien toen ze begon met fotografie, de laatste burgeroorlog in Libanon was net ten einde. Met haar fotografie legde ze behalve de wederopbouw van Beiroet vooral ook het effect van de oorlog op de inwoners vast. In 2019 kwam een deel van de Libanese bevolking in opstand, een jaar later volgde een grote explosie in de haven van Beiroet. Boulos legde het allemaal vast, op een manier waarbij de inwoners altijd centraal staan. Ze ziet haar werk als een vorm van verzet.
De onafhankelijke, internationale jury prijst de manier waarop Boulos haar persoonlijke zoektocht weet te verheffen tot universele thema’s en mensen verbindt in een systeem dat hen liever onzichtbaar maakt. In het juryrapport staat: „Het werk van Myriam Boulos is een krachtig statement van persoonlijke autonomie en vrijheid te midden van politieke spanningen, revolutie en oorlog.” Ook roemt de jury haar persoonlijke aanpak. „In plaats van afstandelijkheid, voelen we haar diepe verbondenheid met de mensen die ze fotografeert. Haar werk toont haar verstrengeling met de complexiteit van de situatie: de gelaagde verhalen die ingaan tegen gewelddadige publieke en private conventies in Libanon, waarbij intieme fantasieën in haar werk een tegenstem vormen. Ze herinnert ons eraan dat fotografie ook getuigenis kan afleggen van onze innerlijke werelden – en dat die innerlijke werelden een weg naar bevrijding kunnen zijn.”
Jong talent
De prijs dankt zijn naam aan fotograaf Paul Huf (1924-2002), die bekend stond om zijn innovatieve werk. Alle vormen van fotografie komen voor de prijs in aanmerking: van journalistiek of vrij werk tot documentaire- of toegepaste fotografie. Eerdere winnaars waren onder andere de Vietnamese Hiên Hoàng, de Colombiaanse Felipe Romero Beltrán en Lebohang Kganye uit Zuid-Afrika.
Boulos werd gekozen uit 95 genomineerden. Dat zij de prijs nu ontvangt, is van grote betekenis, zo reageert Boulos in het persbericht: „Het betekent alles voor mij om de Foam Paul Huf Award te ontvangen in een tijd waarin beelden die geweld aan de kaak stellen veelal worden genegeerd door de wereld. Deze documentatie is een visuele vertaling van hoe ik de afgelopen vijf jaar mijn weg heb gezocht te midden van neurodivergentie, seksuele fantasieën en de Israëlische agressie tegen Libanon. Mijn werk is gebaseerd op ontmoetingen met mensen die ook worstelen, in een poging verbinding te maken. Via persoonlijke verhalen documenteert dit werk de intersectionele onderdrukking van onze lichamen en ons land. Het probeert ruimte te geven aan onze emoties, en blijft zoeken naar tederheid en verlangen, in plaats van ons te laten definiëren door de genormaliseerde pijn.”
Foto uit de serie ‘Sexual Fantasies’, 2023 Foto Myriam Boulos
Autobouwer Mercedes-Benz doet een proef met de robot Apollo. Video Mercedes-Benz
Achter een tafel zit een mensachtige robot, met een hoofd waarin camera’s als ogen de omgeving scannen. Zijn arm- en handbewegingen zijn haast elegant, als van een danser in een oosters ritueel. Maar deze danser zal zich nuttig moeten maken. Dit is Apollo, een door de Amerikaanse start-up Apptronik ontwikkelde humanoïde robot. Mercedes-Benz wil hem vanaf 2030 op kleine en vanaf 2035 op grotere schaal inzetten in het productieproces van auto’s.
Volgens de fabrikant is dat zinvol omdat het steeds moeilijker wordt mensen te vinden voor de eentonige repetitieve taken die het voor Apollo in gedachten heeft. Dozen verplaatsen, onderdelen sorteren, bouten vastschroeven, carrosseriepanelen op hun plaats leggen, riskante locaties betreden, en wie weet wat de machine in de toekomst nog kan leren.
In de Mercedes-Benz Digital Factory Campus, de Berlijnse tech-hub van het merk, geeft Apollo een demonstratie van zijn kunnen. Hij neemt een pen aan. Haalt twee auto-onderdelen uit een krat en schroeft ze in elkaar. Neemt een boor aan en gebruikt hem om een schroef in een paneel te jagen. Hij voert zijn taken feilloos uit. Wel zijn de gebaren traag. En anders dan bij mensen zie je geen fysieke verbondenheid tussen hand en voorwerp. De veelvoudig gelede hand beweegt wel met de verfijning van een mensenhand, maar je ziet – vreemde gewaarwording – de machine niet ervaren wat hij vastpakt.
Robots, maar dan statische, spelen in de autobouw al decennia een dominante rol. Productielijnen worden geflankeerd door enorme gearmde machines, die in perfecte symmetrie ramen en carrosseriepanelen, daken, deuren en kofferkleppen monteren met een snelheid en precisie waar geen mens aan kan tippen. Een autonome robot met een actieve rol in het productieproces moet meer in huis hebben. Om hem daar te laten functioneren wordt de menselijke vorm bijzonder geschikt geacht, omdat werkomgevingen zijn afgestemd op de menselijke fysionomie – en hij moet ten slotte menselijke taken overnemen. Dat lijkt nu op grotere schaal te gaan gebeuren. Ook BMW, Volkswagen en Tesla willen humanoïde robots in het arbeidsproces opnemen. De humanoid met een menselijke verschijningsvorm en steeds meer menselijke vaardigheden lijkt na autonoom rijden de volgende heilige graal voor de tech- en autobranche.
Behalve Tesla, dat met Optimus zijn eigen robot ontwikkelde, kiezen de meeste autofabrikanten voor samenwerking met jonge roboticabedrijven. Zo kwam Mercedes bij Apptronik uit en BMW bij het Californische Figure. Figure werkt naar eigen zeggen aan „de eerste humanoïde die zelfstandig kan denken”. YouTube-beelden getuigen van een interessante slagvaardigheid die zelfs assemblagetaken niet uitsluit. De Figure 02-robot, 1,70 meter lang en 70 kilo zwaar, wordt al getest in de BMW-fabriek in het Amerikaanse Spartanburg, South Carolina.
In Azië worden miljarden in humanoids geïnvesteerd. De Chinese joint venture FAW-Volkswagen huurde de Chinese robotbouwer UBTech in. UBTech’s Walker S-robot wordt inmiddels ook ingezet bij de Chinese automerken Nio en Dongfeng. In Korea nam het Hyundai-concern in 2021 voor 880 miljoen dollar een belang van 80 procent in het Amerikaanse Boston Dynamics, marktleider op het gebied van geavanceerde robotica.
Zelfstandig bewegen
Door de raakvlakken tussen beide branches ligt de samenwerking des te meer voor de hand. Denk aan de parallellen tussen de technologie voor autonome auto’s en de waarnemingssystemen van robots die zelfstandig in een menselijke omgeving moeten bewegen.
Humanoïde robots als die van het Chinese roboticabedrijf Unitree zijn uitgerust met een 3D-systeem dat ook in steeds meer (semi-)autonome auto’s wordt toegepast, lidar, een soort laser-radar die met extreme precisie de omgeving scant.
„Dit is een van de opwindendste banen die je bij BMW kunt hebben”, zegt Carolin Richter, die als head next generation robotics van BMW gaat over de inzet van humanoids in de fabrieken van het merk. Het mes van de samenwerking met Figure snijdt volgens haar aan twee kanten. „Wij weten hoe industrialisatie werkt, en we hebben zo onze ideeën over wat bevorderlijk zou kunnen zijn voor ons productiesysteem. Waar droomt de auto-industrie van als we nadenken over de robot van de toekomst? De droom is een flexibele machine met twee handen die misschien in staat zal zijn om een aantal menselijke taken uit te voeren.”
Optimus, de humanoid van elektrische-autobouwer Tesla. De eerste generatie hiervan werd in 2022 getoond. De robot Atlas van Boston Dynamics, die wordt gebruikt door autofabrikant Mercedes-Benz. Humanoïde robots van het Chinese bedrijf Unitree zijn uitgerust met een lasersysteem om de omgeving in 3D te scannen. De Unitree G1, een robot van de Chinese bouwer UBTech, die levert aan onder meer Volkswagen.
Die innovatietrein wil je niet missen. En voor humanoid-bouwers is de auto-industrie de ideale proeftuin, weet Richter. „Wij voldoen aan een aantal omgevingsvoorwaarden die het voor dit soort technologie makkelijker maken om te groeien. Onze productieprocessen zijn complex maar gestructureerd en voorspelbaar. We zijn een ideale leeromgeving.”
De kunst is verwachtingen en ervaringen op één lijn te krijgen. „Je kunt nog zo’n fancy robot hebben, hij is onbruikbaar als hij niet integreerbaar is in het productieproces. Dat mag je vergelijken met een openhartoperatie. Je kunt onderweg niet even stoppen. Softwarematig is veel fijnafstemming nodig.”
De Figure-robot lijkt bij BMW zijn draai te vinden. In een demonstratievideo stopt hij op de carrosserie-afdeling metalen plaatwerkdelen in een machine die vervolgens het laswerk overneemt.
Kostenbesparend aspect
„Dit is het soort werk dat steeds minder mensen willen doen, op donkere plekken waar het niet lekker ruikt”, zegt Richter. „De carrosseriewerkplaats is een heel gestructureerde omgeving waarin al 80 procent van het productieproces is geautomatiseerd, dus hier kan een volgende machine groeien in een voorspelbare, gestructureerde omgeving. Het idee is dat je zoekt naar werkomgevingen die aan die voorwaarden voldoen. „Waar de taak niet te complex maar ook niet te makkelijk is, ook omdat de robotbouwer iets wil leren.” Voor de echt complexe taken zullen bij BMW mensen overigens altijd cruciaal blijven, voegt ze toe.
Om in zijn humanoïde incarnatie het verschil te kunnen maken heeft de robot nog een lange weg te gaan. Zogeheten contacttaken, plat gezegd het vastpakken van voorwerpen of het openen van een deur, zijn een hobbel. De robot moet soepel kunnen lopen, tegen een duwtje kunnen, nergens aan blijven haken, geen verkeerde conclusies trekken, zich feilloos kunnen bewegen in een door en voor mensen gecreëerde omgeving.
Daar ligt nog zoveel werk dat het kostenbesparende aspect volgens Mercedes-Benz voorlopig secundair is. Maar op langere termijn moeten AI en humanoïde robots de autoproductie „duurzamer, efficiënter en intelligenter maken”, zegt Jörg Burzer, binnen de raad van bestuur van Mercedes verantwoordelijk voor productie, kwaliteit en de toeleveringsketen. Apptronik-ceo Jeff Cardenas wil een „versatile helper” creëren, zegt hij in Berlijn, „één robot die veel kan en makkelijk integreert” in een menselijke omgeving.
Dat is een mantra hier; zinvolle coëxistentie van mens en machine. Apollo zal geen arbeiders vervangen, zegt Burzer, hij wordt een toevoeging. Hij stroomlijnt het productieproces in vruchtbare interactie met mensen. Leidraad is de vraag hoe je ze veilig integreert in het werkproces, zegt Cardenas. Apollo is een laagdrempelig apparaat, belooft hij. Hij hoeft niet uitgebreid te worden geprogrammeerd. Hij is een superintelligente machine, gebouwd om te functioneren in menselijke omgevingen.
We zullen altijd mensen nodig hebben om onze geweldige auto’s te bouwen
Zo revolutionair is het ook allemaal niet, zegt Burzer. Het is gewoon AI. Straks praat je met een robot zoals je nu via de spraakbediening met je auto communiceert. Die voert mondelinge commando’s inmiddels feilloos uit. „Zeg hey Mercedes”, grijnst Burzer, „en hij rijdt je naar Rome”. En robots zouden op termijn weleens hard nodig kunnen zijn, zegt hij. Duitsland heeft een vergrijzende werknemerspopulatie, er moet iets gebeuren – al beklemtoont ook hij de onontbeerlijkheid van menselijk intellect. „We zullen altijd mensen nodig hebben om onze geweldige auto’s te bouwen.” De menselijke geest levert wat robots nog niet kunnen bieden: stilistische en intellectuele creativiteit.
Wat kunnen humanoïden nog beter? En hoe goed kunnen ze het al? Op YouTube zie je robots van Boston Dynamics al verbijsterende capriolen uitvoeren.
Video Mercedes-Benz
Een beetje scepsis kan geen kwaad, zegt robotonderzoeker Olger Siebinga van de TU Delft. Het YouTube-filmpje van Apollo met een variant op de Berlijnse demonstratie vindt hij niettemin „redelijk indrukwekkend”. Daarin gebruikt de robot onder meer een schroefboormachine.
Het knappe, zegt Siebinga, is „dat contacttaken als deze, in een meer algemene term manipulatietaken genoemd, vrij moeilijk zijn. Ze worden vaak gedefinieerd als taken waarbij de kracht nauwkeurig bepaald moet worden. Als een robot twee onderdelen aan elkaar moet klikken, is het voor de robot lastig te bepalen hoeveel kracht hij moet zetten. Robots vertrouwen in veel gevallen op een soort simulatie, of een model van hoe die taak eruitziet – en proberen aan de hand daarvan in te schatten hoe je iets in elkaar zet.”
Het is geprogrammeerde vaardigheid. Een robot moet alles leren wat bij mensen door ervaring automatisch gaat. Afstand inschatten, vastgrijpen, kracht zetten, evenwicht bewaren. „Deuren openen is heel lang heel moeilijk geweest voor robots. Dat heeft ermee te maken dat je een deurklink vast moet pakken, voldoende druk moet zetten om die deurklink naar beneden te krijgen – en hoe verder je hand van het scharnierpunt af is, hoe anders je baan eruitziet. Terwijl je die druk zet moet je tegelijkertijd die deur opentrekken, waar dan bijvoorbeeld soms nog een dranger op zit. Dat hebben makers nu redelijk onder de knie, maar het is niet iets wat alle robots zomaar kunnen.”
Apollo, de humanoïde robot die door Mercedes-Benz wordt getest.
Hoe implementeer je die combinatorische vaardigheden? Het is te programmeren, zegt Siebinga. „In de werktuigbouwkunde hebben we hier twee namen voor, feed forward en feedback control.” Feed forward control laat zich omschrijven als een op ervaring gebaseerd intern mechanisch model dat mensen in staat stelt vooraf in te schatten hoeveel kracht ze moeten zetten om een colafles te openen of een pianotoets aan te slaan. Feedback control is de aansluitende vuurproef, „dus het oppakken, proberen te voelen hoe zwaar iets is en aan de hand daarvan je kracht aanpassen. Diezelfde systemen gebruiken we in de robotica. Je probeert modellen van je omgeving te maken waarmee je een soort feed forward control-achtig traject kunt uitzetten. Tegelijkertijd gebruiken we de feedback loops om te corrigeren, en er is een analogie tussen hoe mensen en robots dat doen.”
Een duw opvangen
Andere vermogens ontwikkelen zich nu razendsnel. Lopen bijvoorbeeld, zegt Siebinga, en klappen opvangen. „Bedrijven als Boston Dynamics kunnen humanoids nu redelijk dynamisch laten lopen en een duw tijdens het lopen of vanuit stilstand laten opvangen. Die lijn van onderzoek wordt nu doorgezet naar meer acrobatische toeren.” Op promotiefilmpjes ziet hij de jongste generatie humanoids backflips en radslagen uitvoeren. Ze kunnen omvallen en weer opstaan.
De volgende stap is leervermogen. Door de opkomst van ChatGPT en andere taalmodellen komt de mogelijkheid binnen bereik robots te laten leren van menselijke instructies en correcties op hun handelingen. Op basis van taalmodellen, large language models, zou je tot large behavior models kunnen komen, leermodellen voor gedrag. Dat is de stap waar Boston Dynamics de tweede generatie van de Atlas-robot van wil laten profiteren, samen met het Toyota Research Institute. Dan bereik je het stadium waarin robots gedrag kunnen bestuderen met vragen en observaties die ze dankzij AI nu in mensentaal kunnen communiceren.
Dat zou de constructieve interactie tussen mens en machine enorm kunnen versoepelen, denkt Siebinga. „Het betekent dat als een robot iets probeert te pakken en jij zegt dat zijn hand iets meer naar rechts moet hij dat ook echt doet.” Siebinga acht het niet ondenkbaar dat dat over vijf jaar kan. Anderzijds moet je wel steeds afvragen of het zin heeft. „Van het in elkaar klikken van twee auto-onderdeeltjes kan ik me niet voorstellen dat dat uit technologisch of bedrijfskundig oogpunt de beste manier is om het zo te doen. Ik geloof best dat er over vijf jaar taken zijn die door robots overgenomen zouden kunnen worden. Maar moet die robot op een mens lijken? Die vraag beantwoorden is heel moeilijk.”
Anderzijds is het humanoïde waagstuk volgens Siebinga goud voor wetenschap en technologie. „We leren ontzettend veel van projecten met humanoïde robots.” Hij vergelijkt het met de technologische bijvangst van autonome rijtechnologie. Hoewel daar ontzettend veel geld in is gestoken is er nog steeds geen zelfrijdende auto op de markt. „Maar met die investeringen is ook veel onderzoek gefinancierd voor rijhulpsystemen die we nu wel gebruiken. Dus ik denk dat dat heeft gerendeerd.”
En elke technische uitdaging is een opstap naar de volgende. De industrie is volgens Carolin Richter van BMW maar een tussenstadium voor humanoid-bouwers. „Uiteindelijk willen ze hun robots in jouw keuken hebben om je vaatwasser aan te zetten en koffie te maken.” Huizen zijn niet voorspelbaar en daarom technologisch des te uitdagender, zegt ze. „Er lopen kinderen rond, er doen zich onvoorspelbare situaties voor, het is een ongestructureerde omgeving.” In die anarchie een robot laten functioneren, dat is pas echt de heilige graal.
Een persvoorlichter van ex-Kamervoorzitter Vera Bergkamp is vrijgesproken van het lekken van informatie over een onderzoek naar Bergkamps voorganger Khadija Arib. De rechtbank Den Haag deed donderdagmiddag uitspraak in de zaak tegen Sonja K.
De rechter wees op de beperkingen van het onderzoek van de Rijksrecherche, die veel mensen met kennis niet heeft verhoord of kon verhoren omdat dit Kamerleden betreffen. „Belastende verklaringen bevatten bovendien veel vermoedens en aannames”, aldus de rechters.
De Rijksrecherche kreeg Sonja K. in het vizier nadat het presidium, de dagelijkse leiding van het parlement die bestaat uit acht Kamerleden, aangifte deed van lekken van vertrouwelijke stukken en informatie. Aanleiding was een NRC-publicatie in september 2022, met het nieuws dat er een onderzoek zou komen naar de leiderschapsstijl van Arib op dezelfde dag dat het presidium hiertoe had besloten.
In eerste instantie was K. door de toenmalige griffier niet op de lijst gezet van mensen met vertrouwelijke kennis in de kwestie, waardoor de Rijksrecherche haar niet had ondervraagd. In een later stadium van het onderzoek bleek dat anders te zitten. Bergkamp bleek haar het advies van de landsadvocaat te hebben gestuurd. Ook had ze contact met een bij de publicatie betrokken NRC-journalist, zei ze in de zitting. Volgens het OM was dit, in combinatie met getuigenissen van andere ambtenaren over een bijeenkomst waarin zou zijn gesproken over een publiciteitsoffensief, voldoende bewijs dat zij betrokken was bij het uitlekken. Tegen K. was 140 uur taakstraf geëist.
Scenariogesprek
De rechtbank ging hier niet in mee. „Meerdere personen hebben verklaard dat vertrouwelijke informatie vaker vanuit de Kamer is gelekt”, aldus de rechter. „Dat geeft reden om behoedzaam om te gaan met verkregen onderzoeksresultaten.” Ook is het „maar de vraag of aan deelname aan een scenariogesprek, of opperen van lekken aan media, doorslaggevende waarde kan worden gehecht”.
K. was niet aanwezig bij de uitspraak. Tegen een andere volgens het OM vermeende betrokkene, een ambtenaar, is geen vervolging ingesteld. Onduidelijk is of dat nog gaat gebeuren.
Parlementariërs, zoals de presidiumleden, kunnen alleen door de procureur-generaal bij de Hoge Raad worden vervolgd als verdachte van ambtsmisdrijven. De vermeende rol van Bergkamp, destijds D66-Kamerlid, bij de publiciteit rond het onderzoek naar Arib is door de Volkskrant, Nieuwsuur en Follow the Money recent in de belangstelling gekomen. Deze media beschikken over het strafdossier van de Rijksrecherche en publiceerden woensdag over onder meer verklaringen van Bergkamp en belgegevens die erop kunnen wijzen dat ze betrokkenheid had. Zij reageerde niet op vragen van deze media.
Kamervoorzitter Martin Bosma zei vorige maand de uitspraak in de zaak tegen Sonja K. af te willen wachten voor eventuele vervolgstappen, zoals een onderzoek naar Bergkamps handelen, in te stellen. Een woordvoerder van de Kamer laat weten dat het presidium maandag bij elkaar komt om de uitspraak te bespreken.
Lees ook
Lees ook: Rechtbank stelt Arib in het ongelijk, onderzoek naar haar gedrag was rechtmatig
Update (14:30u, 12-06): Dit artikel is aangevuld met de mededeling van de woordvoerder van het presidium in de laatste zin.