Een beetje zon, een beetje regen. Een voorbode van een winter die kan meevallen of juist van eentje die stiekem heel koud kan zijn. Het afgelopen jaarcijferseizoen was voor de grotere Nederlandse beursgenoteerde bedrijven als een gemiddelde herfst in Nederland. Met soms goede dagen, soms mindere, maar met weinig uitschieters.
Neem de grote Nederlandse banken. In 2023 boekten ze, door de hoge rentestanden, haast ongeziene resultaten, met winstpercentages tot 82 procent. Deze uitzonderlijke groei konden ze niet vasthouden, waardoor die resultaten minder overtuigend oogden, maar de winsten waren vorig jaar nog steeds aanzienlijk.
„Je kunt niet zeggen dat het fantastisch gaat, maar ook weer niet dat het er heel slecht uitziet”, zegt Niels Koerts, beleggingsanalist bij Stockwatch. „ING deed het wat minder na een topjaar, maar dat geldt ook voor een bedrijf als Shell. Een traditionele motor als ASML kent een jaar dat minder spectaculair was dan wat we van ze gewend zijn, maar dat desalniettemin solide was. Onder de streep zijn de resultaten van de Nederlandse AEX-bedrijven gewoon goed, maar wat minder spectaculair dan eerdere cijfers van ASML.”
Tegelijkertijd heerst er vrees voor wat komen gaat, gezien de geopolitieke spanningen en het onberekenbare economisch beleid van de VS. Alleen de Amerikaanse beurzen laten dat al zien, die maandag 10 maart flink in het rood doken. Of, zoals financieel directeur van de Rabobank Bas Brouwers het enkele weken terug omschreef: „Als ik naar de wereld om ons heen kijk en de aanhoudende escalaties, dan kan het bijna niet anders dan dat wij dat ook gaan voelen.”
Lees ook
Na vijftig dagen als president slaat de ‘Trump bump’ razendsnel om in een ‘Trump slump’
De ontwikkelingen in de VS domineerden de gesprekken rond de jaarcijfers. Het is momenteel hét gespreksthema in de bestuurskamers: hoe ga je om met Amerikaanse onberekenbaarheid? Maar er zijn meer onderwerpen die meermaals terugkeerden bij de presentaties van de resultaten van beursgenoteerde bedrijven. Het cijferseizoen in vier trends.
1. Aandeelhouder profiteert van bedrijfswinsten
„I run a company, I don’t manage the stock exchange.” De eind vorig jaar overleden voormalige Heineken-topman Karel Vuursteen zei het begin deze eeuw duidelijk tegen Amerikaanse beleggers. Als ze snel meer waarde terug wilden krijgen voor hun investeringen, moesten ze niet bij hem zijn.
Dat het er tegenwoordig anders aan toegaat, bewees de huidige topman Dolf van den Brink enkele weken terug. Hij kondigde toen aan dat Heineken voor het eerst sinds 2015 weer eigen aandelen gaat inkopen. De kosten: 1,5 miljard euro.
Heineken is lang niet de enige. De Angelsaksische focus op snel gewin voor aandeelhouders is ook in Nederland aan een opmars bezig. In de VS en het Verenigd Koninkrijk zijn bedrijven er voornamelijk om aandeelhouders tevreden te stellen. Het geld dat ze verdienen vloeit dan veelal naar beleggers terug.
Het duidelijkst komt dat naar voren in het uitkeren van de winst in de vorm van dividend. Maar je ziet het ook aan de inkoopprogramma’s van eigen aandelen, waaraan bestuurders de laatste jaren een belangrijk deel van de winst besteden.
Grote bedrijven gaven honderden miljoenen euro’s extra uit aan reclame om hun A-merken te verkopen
Vaak weten bedrijven die op een berg geld zitten niet wat ze ermee moeten doen. Ze kunnen winsten investeren in nieuwe producten of diensten of in bijvoorbeeld overnames van concurrenten. „Soms is het moeilijk nieuwe groeiprojecten te vinden”, zegt Koerts. „Bijvoorbeeld als de markt in je sector verzadigd is en er geen directe overnamekandidaten of andere investeringsopties zijn. Het geld op de bankrekening laten staan geeft weinig rendement. Dan kun je wat terugdoen voor de beleggers door eigen aandelen in te kopen.”
Het gevolg is dat toekomstige winsten over minder aandelen hoeven te worden verdeeld. De winst per aandeel stijgt dan, en dat betekent meer waarde voor de aandeelhouder. „Wolters Kluwer [informatieleverancier en uitgeverij] doet dit al jaren. Op die manier stijgt de winst per aandeel steeds een stukje en kun je laten zien: we groeien”, stelt beleggingsanalist Nico Inberg van De Aandeelhouder.nl. „Bovendien gaat op deze manier de koers omhoog. De beurswaarde van het bedrijf stijgt, wat het ook beter beschermt tegen een vijandige overname.”
Dat het terugkopen van eigen aandelen populairder is geworden, blijkt uit cijfers van beleggersvereniging VEB. De afgelopen drie jaar werd er gemiddeld voor 37 miljard euro per jaar aan eigen stukken van de markt gehaald door AEX-bedrijven. De drie jaren voor de coronapandemie (2017-2019) was dat gemiddeld 16 miljard euro per jaar. Vorig jaar zat met 36 miljard euro net onder het driejarig gemiddelde, maar volgens de VEB „lijkt het erop dat er dit jaar flink meer zal worden ingekocht”.
Alleen al de afgelopen weken werd er voor 14 miljard euro aan inkoopvoornemens aangekondigd door AEX-bedrijven. Het bedrag is nog exclusief een programma van ASML dat loopt van 2022 tot eind 2025 en dat voorziet in de aankoop van 12 miljard euro aan eigen aandelen. Begin dit jaar was er echter pas 2 miljard euro van uitgegeven.
Ook techinvesteerder Prosus heeft een doorlopend inkoopprogramma, waarmee de afgelopen twee jaar gemiddeld 8,4 miljard euro per jaar gemoeid was. Ook zijn er nog drie kwartalen te gaan waarin bedrijven nieuwe opkoopprogramma’s kunnen presenteren.
Het grootste aangekondigde pakket is de afgelopen weken gepresenteerd door Shell: het wil dit jaar voor 3,5 miljard dollar (3,2 miljard euro) aan eigen aandelen inkopen. Het bedrijf profiteert al een paar jaar van de gestegen energieprijzen en geeft dat geld liever terug aan aandeelhouders dan dat het dit investeert in bijvoorbeeld vergroening. Het oliebedrijf heeft sinds 2022 al een vijfde van haar eigen aandelen teruggekocht.
Een belangrijke voorwaarde voor het terugkopen van aandelen is dat het bedrijf voldoende cash in huis heeft om de stukken te kopen. Wie krap bij kas zit maar toch doorzet, brengt zichzelf in moeilijkheden voor slechtere tijden.
Zo was bouwer BAM – wel beursgenoteerd, niet in de AEX – jarenlang voorzichtig vanwege de stagnerende huizenmarkt. Nu de bouw weer wat op gang is gekomen, wordt er voor 50 miljoen euro aan eigen stukken ingekocht – 20 miljoen euro meer dan vorig jaar. „Het is een grote stap”, erkende topman Ruud Joosten enkele weken geleden tegenover het FD. Maar volgens hem staat het bedrijf er goed voor en geven een dividendverhoging en de inkoop van eigen aandelen „het vertrouwen van het management in het bedrijf” weer.
2. Honderden miljoenen extra voor reclame om A-merken te verkopen
Extra reclamespotjes van Heineken, meer advertenties voor Dove, KitKat en Oreo, geldprijzen voor het beste Lipton-terras van Nederland: levensmiddelenbedrijven haalden vorig jaar alles uit de kast om de consument terug naar hun merkproducten te krijgen.
Dat heeft alles te maken met de hoge inflatie van de afgelopen jaren. De prijzen van A-merken stegen de afgelopen vier jaar met liefst 42 procent, concludeerde de Consumentenbond eind vorig jaar. Huismerken werden in die periode weliswaar ook 30 procent duurder, maar per jaar kan dat onder de streep vele euro’s schelen.
Lees ook
Premiumpils voor een premiumprijs: met meer marketing weet Heineken duurder bier te verkopen
En dus was er werk aan de winkel om de consument terug te winnen, beseften bedrijven in de levensmiddelenbranche. Zo gaf Unilever vorig jaar 900 miljoen euro meer uit aan reclame, de grootste verhoging in tien jaar tijd. Bij Heineken ging er 10 procent extra naar marketing – „twee keer zoveel als de omzetgroei”, benadrukte topman Van den Brink. Het Amerikaanse Procter & Gamble (bekend van onder meer Pampers) gaf 1,6 miljard dollar meer uit aan advertentiecampagnes. FrieslandCampina verhoogde het reclamebudget in een jaar tijd met bijna 100 miljoen euro naar 653 miljoen euro.
„Uiteindelijk moeten consumenten vragen om je merk. Nemen ze genoegen met het huismerk of willen ze per se een A-merk?”, zegt Inberg. „Douwe Egberts lukte het onlangs om de eindgebruiker bij de supermarkt die specifieke koffie te laten eisen. En dan heb je het als merk goed gedaan. Maar bij veel producten nemen consumenten genoegen met een goedkoper alternatief. Dan moet je de vraag naar jouw A-merk weer op gang zien te krijgen.”
Lees ook
Waar komen die hoge prijzen in de Nederlandse supermarkt vandaan?
3. Terughoudendheid over Trump
Hoewel het terugkijkend in de cijfers nog nauwelijks te zien is, ging het bij de presentatie van de jaarcijfers veel over wat er momenteel in de VS gebeurt. Amerikanen vrezen inmiddels voor een recessie en de belangrijkste beursindices in het land kelderden begin vorige week. Aankondigingen over nieuwe importtarieven hebben gevolgen voor exporterende Nederlandse bedrijven. Ze weten daardoor zelf ook niet helemaal waar ze aan toe zijn.
„Wat mij opviel, is dat heel veel topmannen heel erg voorzichtig zijn in hun vooruitzichten voor dit jaar”, zegt Inberg. „Bedrijven weten niet waar het heengaat met de wereld. Wel of geen tarieven, Elon Musk die rare dingen doet. Het is extreem onzeker allemaal en bestuursvoorzitters durven geen wilde uitspraken te doen.” Het meest treffende voorbeeld daarvan was Heineken-topman Van den Brink. Die zei over de ongewisse toekomst: „We hebben een groene fles, geen kristallen bol.”
Wat mij opviel was dat veel topmannen heel erg voorzichtig zijn in hun vooruitzichten voor dit jaar
De daadwerkelijke impact van het handelsbeleid is volgens ABN Amro-topman Robert Swaak op zijn vroegst in de tweede helft van dit jaar terug te zien in de cijfers. In de periode voor het ingaan van importheffingen wordt er vaak juist nog veel gehandeld in goederen. „Het is dus nog te vroeg om hier nu iets over te zeggen.”
Een van de weinige beursbedrijven die al iets merkt van gewijzigd Amerikaans beleid, is uitzendbureau Randstad. Dat is het eigen diversiteitsbeleid in wervingsprocedures voor banen in de VS aan het herzien. Trump kondigde eerder een verbod af op selectiemethodes die rekening houden met de diversiteit van het personeelsbestand van de overheid.
Bodemonderzoeker Fugro merkt dat bedrijven in de wachtstand staan nu de nieuwe Amerikaanse regering inzet op gasboringen en veel minder in windparken op zee. „Veel dingen die Trump heeft geroepen moeten nog uitgewerkt worden in beleid. Bedrijven wachten af wat daarin precies wordt opgeschreven. Dat heeft natuurlijk een effect op Fugro”, zei topman Mark Heine tegen persbureau ANP.
4. Ervaring verlaat de bestuurskamer
Het was een vraag die elk jaar wel een keer te horen is op elke economieredactie: hoe lang zit Nancy McKinstry nou ook alweer bij Wolters Kluwer? Ongewoon lang bestuurde de Amerikaanse (66) het uitgeefconcern: 22 jaar. Maar dit jaar kwam dan toch de afscheidsmededeling: nu ze de pensioengerechtigde leeftijd nadert, vindt McKinstry het mooi geweest. Ze stopt begin volgend jaar.
Lees ook
Nancy McKinstry, de vrouw die Wolters Kluwer transformeerde, kondigt haar vertrek aan
McKinstry was niet de enige bestuursvoorzitter met jarenlange ervaring die bekendmaakte terug te gaan treden. Zo verruilt Peter Berdowski (68) na twintig jaar het topmanschap bij baggeraar Boskalis voor het voorzitterschap van de raad van commissarissen. Bij Jumbo – niet beursgenoteerd – gaf Ton van Veen aan na twintig jaar te vertrekken uit de top van het bedrijf. Herna Verhagen was dertien jaar lang topvrouw bij PostNL en zwaait eind maart af. Ook bij Signify (Eric Rondolat) en Unilever (Hein Schumacher) maken de bestuursvoorzitters hun termijn niet vol.
Toeval? Daar lijkt het wel op. „De redenen waarom ze vertrekken lopen nogal uiteen”, zegt analist Koerts. Zo waren de commissarissen bij Signify en Unilever niet tevreden over de prestaties van de hoogste man in het bedrijf. McKinstry en Berdowski zijn op leeftijd. „Dan is het niet gek dat ze wat anders gaan doen.”
Dat de aankondiging van McKinstry’s vertrek de beurskoers van Wolters Kluwer omlaag trok, en niet de jaarcijfers die „gewoon oké waren”, zegt volgens Koerts iets over 2024. „Al met al is het niet een jaar wat beleggers zich heel erg zullen herinneren om de resultaten.”
