Het Somalische leger zou afgelopen maart met behulp van Turkse drones zeker 23 burgers hebben gedood. Dat schrijft Amnesty International in een dinsdag gepubliceerd onderzoek. De mensenrechtenorganisatie wil dat de Somalische en Turkse regeringen onafhankelijk onderzoek doen naar mogelijke „oorlogsmisdaden”.
Het gaat om een dubbele drone-aanval die op 18 maart werd uitgevoerd op een boerderij nabij het dorp Bagdad in de zuidelijke regio Lower Shabelle, waarbij ook zeventien mensen gewond raakten. Alle slachtoffers zouden tot de lokale Gorgaarte-clan behoren, een gemarginaliseerde gemeenschap in Somalië.
Lees ook Grootste offensief tegen Al-Shabaab in tien jaar, maar juicht Somalië niet te vroeg?
De Somalische regering communiceerde in maart wel over de aanvallen door te stellen dat zij in dit gebied een militaire operatie tegen de Soennitische militie Al-Shabaab hadden uitgevoerd. Volgens lezing van de regereing werden daarbij dertig militanten van de groep gedood „met behulp van internationale partners”. Over burgerslachtoffers werd echter niet gesproken. Volgens Amnesty zijn juist burgers de grootste slachtoffers van de oorlog en mogen deze „gruwelijke sterfgevallen niet over het hoofd worden gezien”.
Nauwe Turks-Somalische banden
De bevindingen van Amnesty komen voort uit meerdere interviews met slachtoffers en getuigen. Een van de slachtoffers sprak van „chaos” en „bloed en lichamen overal over de grond”. Op basis van geanalyseerde satellietbeelden en foto’s van wapenfragmenten stelde Amnesty vast dat de gebruikte bommen en drones van Turkse makelij waren. Volgens de geïnterviewden zouden de aanvallen zijn gevolgd op „intensieve grondgevechten” tussen Al-Shabaab en Somalische militairen.
Turkije onderhoudt nauwe banden met de regering van de Somalische president Hassan Mohammed en geldt als een belangrijkste economische en militaire samenwerkingspartner. In februari tekenden beide landen een defensieovereenkomst, gericht op „terrorismebestrijding” in de regio en het versterken van de militaire banden, zo meldden Turkse media destijds. Ankara zag de overeenkomst als „een grote bijdrage aan Somalië”.
Turkije heeft onder meer via commerciële contracten economische belangen in zowel de luchthaven als de haven van de hoofdstad Mogadishu. Bovendien heeft het Turkse leger sinds geruime tijd een militaire basis en trainingscentrum in Somalië, waar het Somalische troepen traint.
VVD-prominent en oud-informateur Johan Remkes vindt dat Ronald Plasterk zich zou moeten terugtrekken als beoogd premier. „Ik zou zelf mijn conclusies trekken”, zei Remkes zondagochtend in het tv-programma WNL op Zondag. Volgens Remkes, een veelgevraagd commissievoorzitter bij politieke problemen, is de reputatie van Plasterk „nu al stevig aangetast” door de ‘patentenkwestie’. Remkes: „Als er stevige verwijten te maken zijn, wordt het wel een hele lastige”. De moraliteit en integriteit van het ambt van de premier moeten boven elke twijfel verheven zijn, aldus Remkes.
De patentenkwestie draait om patenten voor kankervaccins die Plasterk in 2022 miljonair maakten toen hij zijn bedrijf verkocht. Het Amsterdam UMC, dat niet mee profiteerde van de verkoop, onderzoekt nu of de patentaanvraag correct is verlopen. Na eerdere onthullingen in NRC hierover kwam zaterdag het bericht dat toekenning van het patent in de VS tot juridische en financiële problemen voor Plasterk kan leiden omdat hij ten onrechte het alleenrecht heeft geclaimd.
Plasterk was een van de informateurs van het aanstaande kabinet van PVV, VVD, NSC en BBB en is de door Geert Wilders gewenste premier. De PVV-leider heeft Plasterk nog niet officieel voorgedragen, omdat met name NSC-leider Pieter Omtzigt moeite met hem heeft. De twee botsten onder meer over een opmerking die Plasterk maakte tijdens een Kamerdebat over Omtzigts gebruik van Plasterks dienstauto. Een briefje in De Telegraaf waarin Plasterk hier vrijdag zijn excuses voor aanbood noemde Remkes in WNL op Zondag „volstrekt idioot”. Remkes: „Normaal gesproken bij onderhuidse spanningen ga je een kop koffie met elkaar drinken. Nu gaat alles in de openbaarheid.”
Lees ook Patentenkwestie steeds groter probleem voor Plasterk
Remkes toonde zich tegenover VVD-leider Dilan Yesilgöz, eveneens te gast in het tv-programma, ook kritisch over het afschaffen van de Spreidingswet die de coalitie heeft opgenomen in het donderdag gepresenteerde hoofdlijnenakkoord. Hiermee vervalt de verplichting voor gemeenten om asielzoekers te huisvesten die niet in de centra in Ter Apel en Budel kunnen worden opgevangen. Remkes noemde de afschaffing „een van de zeer onlogische punten in het akkoord”. Op uitnodiging van presentator Rick Nieman voegde hij daar „onverstandig” aan toe. De effecten van het nieuwe beleid zijn nog onbekend en gemeenten die bezig waren met het voorbereiden van opvang zullen daar acuut mee stoppen, aldus Remkes. Yesilgöz gaf aan dat zij de passage over de Spreidingswet liever anders had willen formuleren.
Een paar uur later ontweek BBB-leider Caroline van der Plas in het tv-programma Buitenhof de vraag van presentator Pieter Jan Hagens of zij vindt dat Plasterk zich moet terugtrekken. Hij is nog niet officieel voorgedragen, dus hij kan zich niet terugtrekken, zei Van der Plas aanvankelijk. Daarna benadrukte zij dat iemand onschuldig is totdat zijn schuld is bewezen en dat de uitkomst van het onderzoek moet worden afgewacht. Van der Plas: „We moeten in Nederland oppassen dat we niet iedereen aan de schandpaal nagelen voordat is bewezen of iets wel of niet is gebeurd.”
Lees ook In navolging van NSC, keert ook jongerenafdeling van VVD zich tegen Plasterk als premier
‘De Russische wet’, noemen demonstranten in Tbilisi de nieuwe Georgische wetgeving tegen ‘buitenlandse agenten’. De wet is ontworpen naar Russisch model en dient een doel van president Poetin: Georgië buiten de EU houden.
Volgens de wet, die afgelopen dinsdag door het Georgisch parlement is aangenomen, moeten ngo’s en mediaorganisaties die meer dan 20 procent van hun financiering uit het buitenland ontvangen, zichzelf registreren als organisaties „die de belangen van een buitenlandse macht dienen”. In het zwaar van buitenlandse hulp afhankelijke Georgië geldt dat voor vrijwel alle van dit soort organisaties.
Regeringspartij Georgische Droom, opgericht door pro-Kremlin oligarch Bidzina Ivanisjvili, stelt dat de wet er is voor meer ‘transparantie’. Onzin, zeggen critici, want Georgië beschikt al over wetgeving die inzicht in de financiering van ngo’s biedt. Eerder lijkt de wet dan ook bedoeld om in de aanloop naar de Georgische parlementsverkiezingen van oktober een hetze te ontlokken tegen pro-Europese organisaties die kritisch zijn op Georgische Droom, of om te voorkomen dat media met onthullingen over corruptie rond de regering naar buiten komen.
Zo kan iedereen, zelfs anoniem, een ‘tip’ aan het ministerie van Justitie sturen om een ‘verdachte’ organisatie aan te wijzen. Komt er een onderzoek, dan krijgt de overheid toegang tot „de nodige informatie, inclusief persoonlijke data”. Wie zich niet aan de registratieplicht houdt, kan een boete krijgen van 25.000 Georgische lari (8.500 euro). De vrees onder demonstranten is dat hier later zwaardere (cel-)straffen bij kunnen komen, precies zoals ook in Rusland een in 2012 ingevoerde wet tegen ‘buitenlandse agenten’ steeds verder werd uitgebreid.
Het begrip ‘buitenlandse agent’, dat ook in een eerdere versie van de Georgische wet stond, roept in voormalig Sovjet-landen duistere herinneringen op, want het is precies de term waarmee de Sovjet-Unie opposanten beschuldigde van spionage, om hen vervolgens uit de weg te ruimen. In Georgië, dat in 1991 onafhankelijk werd, wil bijna niemand terug naar dat verleden: 89 procent van de Georgiërs steunt toetreding tot de EU, aldus een peiling vorig jaar.
De Georgische president Salome Zoerabisjvili noemde de wet „Russisch in geest en essentie” en sprak zaterdag haar veto ertegen uit. Dat is vooral symbolisch, want Georgische Droom beschikt samen met een verwante partij over een parlementaire meerderheid en kan het veto daarmee terzijde te schuiven – en zal dit naar verwachting ook doen.
Als de wet echt van kracht wordt, zo waarschuwde de Europese Commissie, zal dit Georgiës toetreding proces tot de EU (het land werd in december 2023 kandidaat-lid) „negatief beïnvloeden” – precies zoals Poetin wil. Tegenstanders van de wet gaan daarom al meer dan veertig dagen massaal de straat op om te laten zien: wij willen bij Europa horen, niet bij Rusland. NRC ging met drie van hen – twee Georgiërs en één gevluchte Russin – in gesprek.
Lees ook ‘We moéten dit keer stand houden en een einde maken aan het Russische rijk van wreedheid’
Frankrijk heeft zondag een grootschalige wetshandhavingsoperatie in Nieuw-Caledonië, aangekondigd na uit de hand gelopen lokale protesten tegen de electorale hervormingen op het eiland. Dat heeft de Franse minister van Binnenlandse Zaken Gérald Darmanin zondag bekendgemaakt. De Franse regering gaat 600 zwaarbewapende politiemensen inzetten omdat het naar eigen zeggen de zestig kilometer lange weg die de hoofdstad Nouméa verbindt met het internationale vliegveld weer onder controle krijgen.
In Nieuw-Caledonië, een Frans gebiedsdeel met een bijzondere status ten oosten van Australië, heerst de afgelopen weken groot ongenoegen onder de oorspronkelijke bevolking over verregaande aanpassingen van de lokale verkiezingsregels. De Kanaken vrezen voor hun politieke invloed op de eilanden sinds er plannen liggen om stemrecht te geven aan alle Fransen die minstens tien jaar op de eilanden wonen. Voorheen gold dat alleen voor mensen die zich vóór 1998 vestigden hadden gevestigd. De volksprotesten, waarin die ongenoegen werd geuit, liepen echter uit de hand en mondden uit in geweld waarbij inmiddels zes doden en honderden gewonden zijn gevallen.
Het lijkt erop alsof de protesten van de afgelopen weken uiteen zijn gevallen in legitieme demonstranten en relschoppers. Bij de dodelijke slachtoffers zijn ook jonge Kanaks, al zijn de precieze omstandigheden rond hun dood vooralsnog niet duidelijk. Volgens Franse autoriteiten werd op verschillende plekken brand gesticht en winkels geplunderd.
Het Franse besluit om in te grijpen volgt op het verzoek van Nieuw-Zeeland dat Frankrijk zondag om hulp vroeg om landgenoten veilig uit Nieuw-Caledonië te kunnen repatriëren. Sinds dinsdag zijn alle vluchten van en naar Nieuw-Caledonië waren opgeschort zijn volgens een schatting van het Franse persbureau AFP zeker 3.200 mensen vast op de eilanden. Eerder deze week riep de Franse president Emmanuel Macron de noodtoestand uit.