‘Armoede is er niet ondanks maar dóór onze welvaart’, zegt Pulitzerprijswinnaar Matthew Desmond

Het distributiemagazijn van de Voedselbank Haaglanden in juni 2023.

Foto Hedayatullah Amid

Interview

Hoogleraar Princeton Rijke landen zijn prima in staat armoede uit te roeien, betoogt de Amerikaanse socioloog en hoogleraar Matthew Desmond in een veelbesproken boek. Dat we dat nog nooit gedaan hebben, zegt iets over onszelf.

Het pokkenvirus uitroeien, de kindersterfte decimeren, de gemiddelde levensduur opkrikken: de mensheid heeft veel voor elkaar gekregen, de laatste vijftig jaar. Hoe is het dan mogelijk, vraagt de Amerikaanse hoogleraar sociologie Matthew Desmond (Princeton) zich af, dat armoede nog steeds bestaat, en dat het zelfs in rijke westerse landen niet is uitgebannen? Kúnnen we dat niet? Of wíllen we het niet?

In zijn nieuwe boek Poverty, by America schrijft Desmond dat er maar één conclusie mogelijk is: het is onwil. Hij richt zich vooral op de Verenigde Staten, waar zijn boek nu veelbesproken is. Maar zijn belangrijkste conclusies gelden net zozeer voor rijke westerse landen als Nederland, zegt hij in een videogesprek met NRC. Rijke landen hóéven geen armoede te kennen, volgens Desmond. Het in stand houden ervan „is altijd een beleidskeuze en een morele keuze van een samenleving”.

Boeken over armoede zijn meestal boeken over armen, schrijft Desmond in zijn boek. En hoewel zulke boeken leerzaam zijn, kunnen ze één vraag niet beantwoorden: waarom? Waarom is er nog steeds armoede? Zijn boek gaat daarom over de niet-armen: hoe zij het probleem mede in stand houden en kunnen bijdragen aan een oplossing.

„De armoede in ons land”, zegt Desmond in het videogesprek, „is er niet ondanks onze welvaart, maar dóór onze welvaart.” Amerikanen en Nederlanders kunnen relatief goedkoop boodschappen doen, bezorgmaaltijden bestellen of pakketjes laten bezorgen dankzij onderbetaalde werkenden. En wie een stabiele baan heeft, profiteert op een tweede manier van lage lonen. De hogere winsten die bedrijven maken dankzij die lage lonen, komen deels ten goede aan werknemers, via de beleggingen van hun pensioenfonds. Zo bouwen welgestelde burgers „welvaart op”, zegt Desmond, „over de rug van de werkende armen”.

Onwil of onverschilligheid?

In zijn boek doet Desmond daar vergaande uitspraken over: het is de wil van een deel van de samenleving, schrijft hij, dat armoede blijft voortbestaan. Denkt hij dat dit actieve onwil is? Of eerder onverschilligheid? „Een beetje van beide”, zegt hij. In de Verenigde Staten ziet hij hoe rijken maar weinig in aanraking komen met armoede. „Als je naast andere rijken kunt wonen, en je kinderen naar scholen met andere rijke kinderen kunt sturen, dan kun je het gevoel krijgen dat het land prima functioneert. Dat kan leiden tot onverschilligheid, maar ik denk niet dat het een excuus kan zijn.”

Armoede kan ook blijven voortbestaan, zegt hij, doordat midden- en hoge inkomens veel overheidsgeld opeisen. Geld dat ook naar lage inkomens had kunnen gaan. Alleen al afschaffing van de hypotheekrenteaftrek, die ook in de VS bestaat, zou al veel geld vrijspelen, zegt Desmond. „De hypotheekrenteaftrek doet helemaal niets om de aankoop van een huis voor lage inkomens dichterbij te brengen. Integendeel: het maakt koophuizen juist duurder.”

Het idee voor zijn nieuwe boek ontstond toen Desmond tijdelijk in een trailerpark woonde in Milwaukee, een stad ten noorden van Chicago. „De huurders daar waren arm, heel arm”, zegt Desmond. „Sommige van mijn buren zamelden flessen in voor het statiegeld.” Hij zat er voor zijn vorige, met een Pulitzerprijs bekroonde boek Evicted, waarin hij de vele uithuiszettingen in de VS een menselijk gezicht gaf.

De eigenaar van het trailerpark liet Desmond zijn financiën zien. Desmond: „Eerst dacht ik: waarom zou je een trailerpark willen kopen in Milwaukee, de op drie na armste stad van de VS? Kun je dan niet beter aandelen kopen? Maar toen zag ik dat hij jaarlijks 400.000 dollar verdiende, op 131 trailers. Wat hem in de 5 procent hoogste inkomens in de VS bracht.”

Snapte u hoe dat mogelijk is? Dat iemand zoveel geld wil verdienen aan mensen die om hem heen in armoede leven?

„Nou, hij woonde dus niet eens in Milwaukee: hij kwam af en toe aanrijden in zijn prachtige zwarte Cadillac. Dan bleef hij even, stemde wat af met huurders, deed wat reparaties en reed weer weg.

„Maar zoveel verschilt hij niet van jou en mij, hè? Het is misschien wat directer, maar wij profiteren óók steeds weer van arme mensen. Met schoenen die zo goedkoop zijn doordat mensen onderbetaald zijn. Of als we denken: het slaat nergens op dat ik dit belastingvoordeel krijg, maar het geld is toch mooi meegenomen.”

Moeten welgestelden zichzelf kwalijk nemen dat armoede nog bestaat?

„Ja, absoluut. En we moeten allemaal uitzoeken hoe wij verbonden zijn met het probleem. Want op die manier zijn we ook verbonden met de oplossing.”

Wat kan de gemiddelde burger doen?

„Iedereen heeft ergens invloed. Ik kan op mijn universiteit gaan rondvragen: hoe wordt het vermogen van de universiteit belegd? Wat betalen we onze hoveniers? Jij kunt bij de krant vragen of er genoeg over armoede wordt geschreven, en of al je collega’s genoeg betaald krijgen. Onze invloed aanwenden kunnen we allemaal.

„Daarnaast moeten we bewuster aankopen doen. Daarmee wil ik niet de suggestie wekken dat individuele keuzes afdoende zijn. Maar onze keuzes beïnvloeden ook de politieke wil tot verandering. Ik zie niet voor me hoe de politiek ingrijpende klimaatbeslissingen kon nemen als niet velen hun eigen leven al hadden aangepast, door bijvoorbeeld anders te eten en reizen. Dat legt druk op bedrijfsleven en politiek. Dus denk bij de boodschappen niet alleen aan klimaatrechtvaardigheid, maar ook aan economische rechtvaardigheid. Dat kan het verschil maken.”

In zijn boek noemt Desmond het verschil tussen de pakketbezorgers van UPS, die georganiseerd zijn in een vakbond die over hun loon mag onderhandelen, en die van FedEx, waar dat niet het geval is. Er zijn grote verschillen tussen bedrijven, ook in Nederland. Uitzoeken van die verschillen is „een hoogst onhandig, tijdrovend en ook duur proces”, schrijft hij. „Ik weet het. Ik probeer het, faal, en probeer het opnieuw.”

De overheid zou volgens Desmond minder geld moeten besteden aan rijke burgers, en het geld dat daardoor vrijkomt moeten gebruiken om het sociaal vangnet te verbeteren. Hoewel de sociale zekerheid in Nederland veel rianter is dan in de VS, is de bijstandsuitkering hier lager dan de armoedegrens die het Sociaal en Cultureel Planbureau hanteert. Een hogere bijstand zou het aantal mensen in armoede drastisch verminderen. Maar veel economen zeggen dat de bijstandsuitkering niet al te hoog moet worden. Dat zou de motivatie van uitkeringsontvangers kunnen wegnemen om werk te zoeken.

Is dat een reëel gevaar? Dat werklozen geen baan meer zoeken als ze een hogere uitkering krijgen?

„Ik ben ervan overtuigd dat werken lonend moet zijn. Maar ik vind ook dat rijke landen als de onze een minimale levensstandaard moeten garanderen. Dat kunnen we gemakkelijk betalen met zijn allen. Ongelijkheid zal altijd blijven bestaan, maar zúlke grote verschillen hebben we niet nodig. We hoeven niet te tolereren dat gezinnen hun dagelijkse boodschappen niet kunnen betalen.

„Als je mensen financiële rust geeft, kan dat ook een stimulans richting werk zijn. Als hun dagelijks leven niet meer in beslag wordt genomen door stress en onrust, kunnen ze bijvoorbeeld energie steken in een opleiding, of in de zoektocht naar een betere baan.

„Veel mensen scheppen er genoegen in om het beeld neer te zetten dat armen lui zijn en op de bank willen blijven zitten. Dat is totaal niet in lijn met de arme mensen die ik ken. Die hebben ambities: ze willen maar al te graag meer werken, of dromen ervan ooit een boek te schrijven. Zulke verhalen hoor ik constant als ik in arme buurten ben.”

Zal armoede afschaffen de rest van de samenleving pijn doen?

„Ja en nee. Je kunt armoede naar mijn mening niet uitroeien als je de rijksten ontziet. En ik vraag hun niet dat ze hun vermogen afstaan, maar dat ze accepteren dat zij minder financiële voordelen krijgen van de overheid. Ja, dat gaat gepaard met wat pijn. Maar in ruil daarvoor krijgen we een veiliger, eerlijker en gelukkiger land. Met minder daklozen, minder achterstelling. Dus ik denk ook dat het uitroeien van armoede ons allemaal een betere samenleving oplevert.”

Donderdagavond geeft Matthew Desmond een lezing over zijn boek bij het John Adams Institute in Amsterdam, vrijdagavond in De Dépendance in Rotterdam.