‘Roekeloze pogingen’ uit Vietnam om Amerikanen en Europeanen met spyware te besmetten

Predator Files Spionagesoftware Predator is recent vanuit Vietnam ingezet tegen Europese en Amerikaanse politici, en tegen dissidente journalisten.

De Vietnamese journalist Khoa Lê Trung leidt vanuit Berlijn de nieuwswebsite Thoi Bao, die in Vietnam, dat geen vrije meningsuiting kent, een groot publiek trekt. Ook Lê was doelwit van spionagesoftware Predator.
De Vietnamese journalist Khoa Lê Trung leidt vanuit Berlijn de nieuwswebsite Thoi Bao, die in Vietnam, dat geen vrije meningsuiting kent, een groot publiek trekt. Ook Lê was doelwit van spionagesoftware Predator. Foto Marcel Rosenbach/Der Spiegel

Vanuit Vietnam is dit jaar geprobeerd Europese en Amerikaanse politici, VN-ambtenaren, journalisten en academici te besmetten met Predator. Dat is beruchte spionagesoftware waarmee een telefoon geheel kan worden overgenomen, op afstand bestuurd en ongemerkt afgetapt. Met Predator, ontwikkeld in Europa, kan ook in versleuteld verkeer worden meegelezen.

De Vietnamese campagne is vastgesteld door het Security Lab van Amnesty International en wordt bevestigd door zowel het toonaangevende CitizenLab van de Universiteit van Toronto als Googles Threat Analysis Group.

Uit documenten in bezit van journalistiek onderzoekscollectief EIC, waar NRC deel van uitmaakt, blijkt dat Predator vanuit Europa in 2020 en 2021 aan de communistische eenpartijstaat Vietnam is verkocht. Voor 5,6 miljoen euro werd spionagesysteem Blue Arrow aangeschaft, een geavanceerde versie van Predator.

Bij onderzoek naar de infrastructuur achter Predator stuitten Amnesty-onderzoekers afgelopen voorjaar op een account op X (het voormalige Twitter) dat links verstuurde die naar servers met Predator-software leiden. Met nepberichten werd geprobeerd gebruikers te verleiden op die links te klikken. Als ze dat hadden gedaan was hun telefoon vervolgens ongemerkt overgenomen en afgetapt. De berichten waren onder meer gericht aan hoge ambtenaren bij de Europese Unie en de Verenigde Naties die zich bezighouden met visserijbeleid. Visserij is erg belangrijk voor de Vietnamese economie.

Europees Parlement

Een van de 59 door Amnesty geïdentificeerde doelwitten was het X-account van Roberta Metsola, voorzitter van het Europees Parlement. Andere waren de hoogste ambtenaar van het directoraat-generaal visserij bij de Europese Commissie en het algemene account van de Commissie. De kwaadaardige links leken te verwijzen naar artikelen van Aziatische media, maar waren imitaties daarvan, die naar een website leidden die bezoekers met Predator infecteert.

Het X-account stuurde in april ook besmette links naar de accounts van de president van Taiwan en het Taiwanese ministerie van Buitenlandse Zaken. Die communiceerden met de accounts van Amerikaanse senatoren en een Amerikaans congreslid, waardoor ook zij besmet hadden kunnen raken. Dat is voor zover bekend niet gebeurd. De tot nu toe gevonden doelwitten hebben niet op de links geklikt.

Frans bedrijf

Het X-account @Joseph_Gordon16 had als profielfoto een ‘selfie’ in de spiegel van een jonge Aziatische man. Het achtergrondbeeld was de skyline van Singapore, dat ook als locatie stond aangegeven. In werkelijkheid was het account volgens Amnesty en EIC, die bij dit onderzoek samenwerken, in handen van het Vietnamese ministerie van Publieke Veiligheid. Dat is door journalisten van Der Spiegel om een reactie gevraagd, maar die is uitgebleven.

Amnesty concludeert grote overlap tussen de belangen van de Vietnamese staat om het visserijbeleid te beïnvloeden, en het X-account. Het houdt een slag om de arm over de exacte afzender. De Threat Analyses Group van Google heeft ook een technische analyse gedaan van de besmettingspogingen en stelt dat die afkomstig zijn van een onderdeel van de Vietnamese overheid.

Predator werd aan Vietnam geleverd via het Franse bedrijf Nexa, onderdeel van het conglomeraat Intellexa, dat Predator maakte en verkocht. Nexa heeft al langer nauwe contacten met Vietnamese legerofficieren, blijkt uit onderzoek van journalistiek onderzoeksplatform Mediapart in Frankrijk. Het bedrijf gaat niet in op vragen over de levering aan Vietnam en de inzet van Predator tegen Europese en Amerikaanse politici en instellingen. Het bedrijf laat het consortium van onderzoeksjournalisten EIC via een advocaat weten zich aan de regels voor de export van spionagesoftware te hebben gehouden.

Levensbedreigend

Een ander doelwit van de Vietnamese campagne was de Vietnamese journalist Khoa Lê Trung, die vanuit Berlijn in de avonduren het Vietnamese medium Thoi Bao leidt. In Vietnam is geen vrijheid van meningsuiting en worden journalisten geregeld opgepakt. Met tientallen medewerkers wereldwijd produceert Lê kritische video’s en artikelen over Vietnam. Ze worden verspreid via YouTtube, verschillende sociale media en een website, die in Vietnam al jaren geblokkeerd is. Niettemin bereikt hij met Thoi Bao maandelijks een groot publiek, voornamelijk uit Vietnam. Sinds hij onthulde dat de Vietnamese geheime dienst in 2017 in Berlijn een man ontvoerde, ontvangt hij voortdurend bedreigingen. Het bericht dat hij op 9 februari 2023 kreeg, beloofde onthullingen over het Vietnamese ministerie van Binnenlandse zaken. Lê klikte niet en hoorde maanden later van de bevindingen van Amnesty. „Als de Vietnamese staat de berichten op mijn telefoon kan lezen, zou dat voor mijn medewerkers levensbedreigend zijn”, zei Lê.

Onderzoeker John Scott-Railton van CitizenLab is verbaasd over de „roekeloosheid” van de Vietnamese pogingen. Het is ongebruikelijk dat overheidsactoren een publiek account gebruiken om spionagelinks te versturen. „Een Predator-klant zit hier duidelijk nog in het leerproces, versturen via Twitter is een heel slecht idee. Het feit dat dat gebeurt, toont aan dat Predator nog steeds naar roekeloze klanten gaat”, zegt Scott-Railton.

Mensenrechten

Vorige week publiceerde NRC onderzoek naar het Europese surveillance-conglomeraat Intellexa, dat wereldwijd Predator verkoopt. Daaruit bleek dat de spionagesoftware, behalve in Vietnam, zeer recent nog werd gebruikt in onder meer Soedan, Madagascar, Kazachstan, Egypte, Indonesië en Angola.

Lees ook Spionagesoftware ‘Predator’: gevreesd door activisten wereldwijd en ‘made in the EU’

Intellexa opereert vanuit verschillende Europese landen en heeft ook een exportkantoor in Dubai, dat is gebruikt om Europese exportbeperkingen te omzeilen. Ook voor de verkoop aan Vietnam werd voor de route via Dubai gekozen. Aan Vietnamese zijde fungeerde het bedrijf Delsons in Hong Kong als intermediair, blijkt uit exportpapieren.

Amnesty International noemt spionagesoftware „fundamenteel onverenigbaar met de mensenrechten”. Overheden beweren de software nodig te hebben bij de opsporing van criminelen en terroristen. Maar volgens Amnesty wordt de ‘spyware’ vooral ingezet om dissidenten te bespioneren en zijn mensenrechtenschendingen geen uitzondering, maar een „kenmerk” van de surveillance-industrie.