Ongeduld over herstelbetalingen bij Nationale Slavernijherdenking: ‘Maak van beloften nu ook beleid’

Uit een boterhamzakje haalt Georgine Julen (76) uit Rotterdam een broodje kaas dat ze opeet in de schaduw van een boom in het Amsterdamse Oosterpark. Julen draagt een witte koto, een traditionele Surinaamse jurk, en een groen met gele angisa, een gevouwen hoofddoek. Dadelijk begint de Nationale Herdenking Slavernijverleden. „Mijn voorouders hebben niet alleen gevochten voor hun vrijheid, maar ook voor die van ons”, zegt Julen. „Ik denk elke dag aan ze. Zonder hun strijd zat ik hier niet.”

Onder een van huis meegebrachte parasol zit klinisch psycholoog Nevayo Smeekes (28) uit Gouda klaar voor de herdenking, zijn derde. „In discriminatie en de manier waarop bijvoorbeeld naar Afrika wordt gekeken, drukt de stempel van het slavernijverleden nog altijd door”, zegt hij.

Met toespraken, kransen en een minuut stilte wordt dinsdagmiddag in Amsterdam Keti Koti (letterlijk: ‘gebroken ketenen’) herdacht. Op deze dag in 1863 werd de slavernij afgeschaft. In het Oosterpark volgen enkele duizenden mensen de plechtigheden, die vanwege de hitte eerder op de dag zijn begonnen. Naast de klederdracht in felle keuren vallen dit jaar de vele waaiers en witte paraplu’s tegen de zon op. Twee personen raken onwel. Al is niet iedereen onder de indruk van de hitte. Een vrouw zegt lachend: „Ik kan hier tegen, ik ben een tropenkind.”

Optocht van Zuidoost Beseft.

Twee jaar geleden maakte koning Willem-Alexander tijdens Keti Koti excuses voor het Nederlandse slavernijverleden. Dat was een komma, geen punt, zei menigeen sindsdien. Na de excuses zouden herstelbetalingen volgen, om de achterstelling aan te pakken van nazaten van tot slaaf gemaakten. Al wordt deze zomer een ‘bewustwordingsfonds’ van 200 miljoen euro opgensteld voor subsidieaanvragen; het schiet nog niet erg op. Dat is dinsdag de boodschap van diverse sprekers.


Lees ook

Met ‘hart en ziel’ geeft de koning extra lading aan zijn slavernij-excuses

Het Oosterpark in Amsterdam tijdens de toespraak van koning Willem-Alexander over het slavernijverleden. Foto: Olivier Middendorp

Van beloften naar beleid

Al tijdens het plengoffer, waarmee winti-priesteres Marian Markelo voorouders bedankt, komen de herstelbetalingen ter sprake. „We moeten een vuist maken ons recht te halen. Nederland hoeft niet bang te zijn dat het te veel geld kost, het gaat om het besef.”

Wendeline Flores, bestuurder bij het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee), dat de herdenking mede-organiseert, doet een beroep op „ieders moreel kompas”. „Maak van beloften nu ook beleid.”

Veel applaus is er voor de strenge toespraak van Silveria Jacobs, de voormalige minister-president van Sint-Maarten. Herstelbetalingen zijn bij gesprekken met Den Haag „de roze olifant in de kamer”, zegt ze. Dergelijk overleg is „een farce” gebleken. „Onderhandelingen voelden transactioneel.”

Demissionair minister Judith Uitermark en demissionair minister-president Dick Schoof tijdens de Nationale Herdenking Slavernijverleden.

Wie het niet expliciet over geld heeft, is demissionair premier Dick Schoof, al spreekt hij wel van „de weg vooruit naar herkenning, heling en herstel”. Die weg is „hobbelig”. Schoof vertelt hoe hij „stil en nederig” werd van verhalen over „diep menselijk leed”. Die hoorde hij tijdens een recente reis naar Caribisch Nederland. Het slavernijverleden is „iets van iedereen”, concludeert Schoof. Dat „moeten we gezamenlijk onder ogen zien.”

De premier sluit af met een gedicht dat auteur Nicolaas Beets tien jaar voor de afschaffing van de slavernij publiceerde. „Laat de ketens vallen. Breekt, verbreekt het juk!”

Als Schoof spreekt, klinkt boegeroep. Enkele mannen houden borden omhoog met ‘Stop the genocide’, ‘Herstel nu’ en ‘1 juli vrij’ – dat laatste verwijst naar het pleit om van Keti Koti een officiële vrije dag te maken.

Er is meer protest. Over het dorre grasveld komen tijdens de speech van de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema een twintigtal leden van een Surinaamse en Caribisch-Nederlandse actiegroep ‘voor herstel en zelfbeschikking’ aan. Een van hen is de Rotterdammer Samuel Liverpool (69), witte pet, zwarte zonnebril. Hij houdt een bord omhoog met ‘Koning Willem-Alexander, waar zijn onze herstelbetalingen??’. Liverpool – „een koloniale naam” – werd geboren op Aruba, zijn voorouders komen uit Ghana. Hij wil meer geld en meer inspraak over de besteding daarvan. Het begint allemaal bij dekoloniseren van het onderwijs, vindt Liverpool. „In de politiek en samenleving is nog steeds racisme waar de honden geen brood van lusten.”

Afsluiten met een gedichtje? Dat wordt in elke presentatie gedaan. Alsof Schoof het van AI heeft gehaald

Nevayo Smeekes
psycholoog

Erkenning

Los van de demonstranten krijgt burgemeester Halsema applaus als ze zegt dat „geschiedenis geen rechte lijn” is. „Helaas zijn gevoelens van witte superioriteit niet verdwenen uit onze samenleving. En is racisme niet weg uit onze instituties. En helaas wordt niet altijd voldoende urgentie gevoeld om werkelijke – financiële, sociale en culturele – gevolgen te verbinden aan de terechte roep om erkenning van historisch leed, dat generaties lang – en ook hier en nu – voortduurt.”

Demissionair premier Dick Schoof, burgermeester Femke Halsema en de voorzitter van de Eerste Kamer Jan Anthonie Bruijn tijdens de Nationale Herdenking Slavernijverleden in het Oosterpark.

Na de minuut stilte vindt pensionado Georgine Julen, in haar plastic tasje zit nog wat brood, het welletjes. Ze pakt haar wandelstok en staat op. „Het is te warm.” Julen vond de herdenking „heel mooi” en heeft goede hoop wat herstelbetalingen betreft. „Als Nederlanders en nabestaanden van tot slaaf gemaakten kunnen we dit samen fiksen.”

Psycholoog Nevayo Smeekes heeft intussen een ijsje gekocht. Halsema vond hij „erg krachtig”. „De Amsterdamse grachten zijn gebouwd op slavernij, dat benoemde ze.” Premier Schoof was „niet indrukwekkend”. „Afsluiten met een gedichtje? Dat wordt in elke presentatie gedaan. Alsof hij het van AI heeft gehaald.” Smeekers heeft zin in feest, ook dat is Keti Koti. Hij gaat naar het Keti Koti-festival op het Museumplein, gele parasol onder de arm.


Lees ook

Venlo leert haar Surinaamse gemeenschap kennen met Keti Koti

De onthulling van het Haagse slavernijmonument op het Lange Voorhout, tijdens de jaarlijkse slavernijherdenking op 30 juni. Foto Laurens van Putten/ANP