PVV-minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie) heeft woensdagochtend hard uitgehaald naar coalitiepartners VVD en NSC, die haar deze week verweten niet snel genoeg te werken aan een strenger asielbeleid. „Laat maar kletsen”, zei Faber over VVD-leider Dilan Yesilgöz. En NSC is volgens Faber een partij „die leeft in een papieren werkelijkheid”.
Met het verwijt richting Faber reageerden VVD en NSC op de asiel- en migratieplannen die PVV-leider Geert Wilders maandag opnieuw lanceerde. Wilders wil heronderhandelen met de coalitie over bijvoorbeeld het sluiten van de grenzen en het blokkeren van gezinshereniging. VVD en NSC op hun beurt vinden dat het eerst aan asielminister Faber is om haar asielnoodmaatregelenwet en tweestatusstelselwet door de Tweede en Eerste Kamer te loodsen.
Lees ook
Wilders’ eisen voor strenger asielbeleid blijken vooral ‘opgewarmde’ en nauwelijks haalbare plannen
‘Grote broek’
„Ik vind dat de VVD en veel te grote broek aan trekt op dit punt”, zei Faber bij de inloop van de wekelijkse ministerraad in het Catshuis tegen aanwezige media. „Zij hebben decennialang de boel uit de hand laten lopen. Ik zie dat ook in het beleid. (…) Ze hebben overal een oogje dichtgeknepen.”
Over haar voorganger, voormalig VVD-staatssecretaris van Asiel en Migratie Eric van der Burg, zei Faber: „We hadden een staatssecretaris die zei: hoe meer asielzoekers hoe, beter. Dat is net zoiets als: Wir schaffen das. Dat is natuurlijk niet echt een afschrikwekkende werking.”
„In 2023 was een op de twaalf inwoners in Nederland een ‘Rutte-migrant’”, zei Faber ook, met een verwijzing naar het boek Migratiemagneet Nederland van Jan van de Beek. „We zitten in feite op de ruïnes van Rutte zo langzamerhand, qua asiel.”
Over de andere coalitiepartner NSC zei Faber: „NSC is een partij die leeft in een papieren werkelijkheid.” Als voorbeeld noemde ze de oproep van negen EU-landen om criminele vreemdelingen makkelijker te kunnen uitzetten, die het Nederlandse kabinet tot haar spijt niet heeft ondertekend. „Dat is door NSC geblokkeerd, daarom wil de minister-president niet ondertekenen.”
‘Vreemde woorden’
NSC-minister Judith Uitermark van Binnenlandse Zaken reageerde verrast op de uitspraken van Faber. „Zo”, zei ze tegen de journalisten. „Dat zijn wel een beetje vreemde woorden, ja.” Ook infrastructuurminister Barry Madlener noemde de uitspraken van zijn partijgenoot Faber „ferm”.
Op de vraag of Faber zich nog gesteund voelt door de coalitie, zei ze zelf: „Nou, dat gaat soms wel eens door mijn gedachten, ja. Kijk, ik wil graag gewoon vooruit. Maar als ik dan hoor dat bijvoorbeeld mevrouw Yesilgöz zegt van: Faber die moet aan het werk, en dit en dat en zus en zo, of die begint een beetje te lachen in allerlei praatprogramma’s; dat mag. Maar het is niet bemoedigend, natuurlijk. Nou ja, ik denk: laat maar kletsen. Ik diesel gewoon door.”
Lees ook
Lees de analyse Wilders wil het in Den Haag weer over migratie laten gaan. Maar tegen welke prijs?
Elon Musk doet een stap terug van zijn politieke bijbaan als hoofd van het door hem geleide Departement voor Overheidsefficiëntie, maar zal „informeel adviseur” en „vriend” van Donald Trump blijven. Dat heeft de techmiljardair vrijdag gezegd tijdens een voorlopig laatste publiek optreden met de president in het Witte Huis.
Met hun gezamenlijke persconferentie in het Oval Office sloten beiden een opmerkelijke periode in de Amerikaanse politiek af. Na vorig jaar ruim 290 miljoen dollar te hebben gedoneerd aan de campagnekas van Trump en diens Republikeinen, kreeg Musk begin dit jaar een vaag gedefinieerde maar invloedrijke rol binnen de nieuwe regering. Als hoofd van het door hem bedachte en geleide pseudo-ministerie voor Overheidsefficiëntie (DOGE) kreeg hij formeel de taak om forse besparingen te vinden, het federale ambtenarenapparaat af te slanken en IT-systemen te moderniseren.
In de praktijk grepen Musk en zijn DOGE-medewerkers hun mandaat aan om ministeries fysiek binnen te dringen, in te breken bij IT-systemen, duizenden ambtenaren te ontslaan en vele anderen richting een vrijwillig vertrek te treiteren. Agentschappen en overheidsdiensten werden opgeheven, en vooral progressieve beleidsprogramma’s weg gesaneerd. Dit sloopwerk ontketende een lawine aan rechtszaken, waardoor het de vraag is hoe duurzaam de ingrepen op termijn zullen uitpakken.
Gekleed in een zwart colbert over een zwart T-shirt – met daarop in witte letters The Dogefather – en met zijn bekende zwarte honkbalpetje op, sprak Musk vrijdag de verwachting uit dat DOGE uiteindelijk duizend miljard dollar aan besparingen zal vinden op de Amerikaanse begroting. Vorige maand bleek DOGE nog ver verwijderd van dat dit bezuinigingsdoel. Musk stelde toen, zonder gedegen bewijs, dat zijn pseudo-ministerie 160 miljard dollar aan bezuinigingen heeft gevonden.
Trump zei vrijdag dat naast alle ontslagen zeker 75.000 ambtenaren uit eigen beweging zijn vertrokken. Als andere vermeende successen van DOGE somde de president een lange lijst op van geschrapte overheidsprogramma’s rond diversiteit, transgenders en internationale ontwikkelingshulp. Trump gaf geen exact bedrag dat zou zijn bespaard, maar noemde dit nu „al een aanzienlijk cijfer – en dit kan de komende tijd nog verdubbelen of -drievoudigen”.
DOGE zal volgens zijn oprichtingsdecreet tot juli 2026 blijven opereren. Het heeft veel medewerkers die eerder actief waren binnen Musks techbedrijven. Trump noemde hen vrijdag „genieën” die „bijna allemaal zullen blijven”. Met hun „ingenieursmentaliteit” zouden ze al een „hele nieuwe mindset in alle lagen van de overheid” hebben gebracht. Hij benadrukte dat „DOGE niet verdwijnt” en te verwachten „dat Elon zo nu en dan zal terugkeren. Het is toch zijn kindje.”
Terug naar zijn bedrijven
Eind deze maand liep Musks wettelijke maximumtermijn van 130 dagen af, waaronder de regering externe experts als „buitengewoon overheidsambtenaar” mag inhuren. Had de ondernemer langer willen aanblijven, dan had hij zakenbelangen op afstand moeten zetten en was hij aan strengere transparantieregels onderworpen.
Lees ook
Het politieke avontuur van Musk is voorbij
Musk liet zijn bijbaan in Washington de afgelopen weken al steeds meer versloffen. Hij was nodig bij verschillende van zijn bedrijven, stelde hij begin mei nadat onrust was uitgebroken onder investeerders in Tesla. Het automerk leed binnen en buiten de VS sterke reputatieschade door zijn politieke avontuur, met kelderende verkopen en een dalende beurskoers tot gevolg.
Ook raakte Musk teleurgesteld over het gebrek aan begrotingsdiscipline onder Republikeinen, die het formele doel van DOGE-bezuinigingsmissie tenietdeed. Vorige week zei hij voorlopig geen geld meer te geven aan politieke campagnes.
Trump en zijn partij wilden de zakelijke relatie met Musk ook niet helemaal verbreken
Republikeinen zagen Musk op hun beurt toenemend als politiek risico. Ondanks (of dankzij) zijn openlijke inmenging verloren ze de race om een belangrijke rechterszetel in Wisconsin. De Democratische oppositie ontdekte in hem een ideale kop-van-jut. De populariteit van Musk daalde in peilingen en zijn privéleven kwam nog meer dan voorheen onder een vergrootglas te liggen.
Vrijdagochtend publiceerde The New York Times nog een lang onderzoeksartikel dat al veel langer circulerende verhalen over Musks intensieve drugsgebruik schraagde, evenals zijn tumultueuze omgang met de verschillende vrouwen bij wie hij al zeker veertien kinderen verwekte. Een saillant nieuw detail dat de krant opdiepte uit Musks entourage is dat hij afgelopen verkiezingsjaar zo veel ketamine gebruikte, dat hem dit blaasproblemen opleverde (een bekende klacht bij overmatig gebruik van deze drug).
Musk wilde vrijdag niet reageren op dit verhaal en trok de betrouwbaarheid van de krant in twijfel.
Geen spectaculaire breuk
De zogenoemde bromance met Trump kwam zo sluipenderwijs tot een logisch einde: in een meer spectaculaire breuk had geen van beiden duidelijk belang. Musk heeft tijdens zijn maanden in de hoofdstad zijn zakenbelangen effectief weten te behartigen, met benoemingen van loyalisten op ministeries en bij toezichthouders.
Trump en zijn partij wilden de relatie ook niet helemaal verbreken. Ondanks Musks aangekondigde terugtrekking als donateur zullen ze hopen dat hij in volgende verkiezingscycli toch weer zal doneren. Bovendien blijft hij eigenaar van X, het voormalige Twitter dat sinds Musks overname in 2022 is uitgegroeid tot een belangrijke spreekbuis binnen Amerikaans rechts.
Ook heeft Musk de droom dat hij de mensheid naar Mars kan brengen, waarbij hij ruimtevaartagenschap NASA nodig kan hebben. Gevraagd of het lastiger is om de rode planeet te koloniseren of de Amerikaanse overheid te stroomlijnen, stelde hij vrijdag lachend: „Dat is moeilijk te zeggen. Maar ik denk dat Mars koloniseren nog wel net wat lastiger is.”
Lees ook
Wat zegt het extreme twittergedrag van Musk over Amerika’s schaduwpresident?
Eén vinger gaat omhoog als Monique Parren, journalist van De Limburger, vraagt of de leerlingen in deze vmbo-klas (tweede leerjaar) haar krant kennen. „Hij komt bij oma”, verklaart de enige die van de krant heeft gehoord.
Parren is niet uit het veld geslagen. Ze is dan ook niet naar het Herle College in Heerlen-Noord gekomen om abonnementen te verkopen. Op een missie is ze wel.
„Zijn jullie actief op sociale media?”, vraagt Parren. „En zie je daarop soms dingen waarvan je weet dat het niet klopt?” Een meisje noemt een filmpje van „de Eiffeltoren die in brand staat”. Het is voor Parren een mooi opstapje om het met de klas te hebben over de vraag hoe je kan zien of nieuws betrouwbaar is, wat het verschil is tussen influencers en journalisten, tussen TikTok en de krant. „Wij mogen nooit iets wat verzonnen is in de krant zetten. We krijgen betaald om te laten zien hoe het écht zit.”
Op deze en andere scholen in Heerlen-Noord geven Parren en haar collega Tom Janssen gastlessen om leerlingen in contact te brengen met journalistiek, de waarde van betrouwbare informatie én de (digitale) krant. Daarnaast hebben zij op inmiddels zeven basisscholen met leerlingen van de groepen 6, 7 en 8 ook schoolkranten gemaakt, in de vormgeving van De Limburger, maar met groot, bovenaan de voorpagina de naam van de school, in plaats van die van de krant.
Gullit, Rijkaard en Van Basten
De Limburger heeft de twee journalisten voor vier jaar vrijgemaakt voor deze activiteiten. Ook stelt de krant, in samenwerking met het Nationaal Programma Heerlen-Noord, drieduizend gratis digitale abonnementen beschikbaar voor de leerlingen en hun ouders, als onderdeel van het project De Krant van de Buurvrouw.
Die naam verwijst naar een jeugdherinnering van Ron Meyer. De ex-SP-voorzitter is tegenwoordig directeur van het Nationaal Programma Heerlen-Noord, dat de leefbaarheid in het stadsdeel moet verbeteren en problemen op het gebied van armoede, onderwijs, wonen en veiligheid moet aanpakken. Meyer groeide zelf op in een gezin dat zich geen krant kon veroorloven. Maar als de buurvrouw haar krant uit had, stak ze die voor haar buurjongetje door de heg zodat de kleine Ron naar hartelust kon lezen over Gullit, Rijkaard en Van Basten – en al snel ook over wat er nog meer in Nederland en daarbuiten gebeurde. „Zo heb ik de wereld ontdekt”, zegt hij nu.
Toen hij eens over die ervaring sprak met hoofdredacteur Bjorn Oostra van De Limburger (net als NRC onderdeel van Mediahuis) ontstond het idee voor het project met de gratis kranten voor Heerlen-Noord. In die wijk is 20 procent van de volwassenen laaggeletterd, 28 procent van de gezinnen is afhankelijk van de bijstand en veel kinderen groeien op in gezinnen zonder de gewoonte om het nieuws te volgen. Het woord ‘achterstandswijk’ gebruikt Meyer welbewust niet. „Dit gebied is bezig aan een sociale inhaalrace”, zegt hij liever, om de stigmatiserende term te vermijden. „En trots is de brandstof van die inhaalrace.”
Ik schrok wel een beetje van hoeveel docenten óók geen kranten lezen
Een mooi idee, de uitvoering bleek in de praktijk weerbarstig. „Je zou denken dat die drieduizend gratis abonnementen in een mum van tijd ‘uitverkocht’ zouden zijn”, zegt Meyer. „Maar zo werkt het niet. Als je mensen iets gratis aanbiedt waarvan ze niet zien wat de waarde ervan is in hun leven, dan schiet je er niets mee op.
„Als je denkt dat je er bent door gratis kranten neer te leggen in buurthuizen of bibliotheken, dan leef je in een ander sterrenstelsel. Zo bereik je niet de mensen om wie het je gaat. We beseften al snel dat we ons moesten richten op de volgende generatie, op de kinderen. De ouders kunnen dan mee leren. Ik schrok wel een beetje van hoeveel docenten óók geen kranten lezen.”
Voor Parren was het moeizame begin een belangrijke les. „Toen we hieraan begonnen wist ik wel dat er veel laaggeletterdheid is. Maar wat dat voor mensen betekent, ervaar je pas als je meer contact met ze hebt. Als je iedere dag bezig bent je hoofd boven water te houden, dan is de krant misschien niet je eerste prioriteit.
„Terwijl je, als je geïnformeerd bent, wél betere beslissingen kan nemen in de maatschappij, en je kinderen beter kan voorbereiden op het leven in de buitenwereld. Behalve taal- en geletterdheid zijn ook betrokkenheid bij de buurt en lokale democratie speerpunten van dit project. Maar je moet de mensen hier niet gaan vertellen hoe ze moeten leven.
„Er bestaan hier veel vooroordelen over de journalistiek. Zoals er andersom ook veel vooroordelen bestaan over een wijk als Heerlen-Noord. Ieder zit in z’n eigen bubbel. Je hoort veel over de kloof in de samenleving, maar ik zeg: het is een ravijn. Samen moeten we dat zien te overbruggen om het vertrouwen te herstellen.”
Alle leerlingen hebben TikTok op hun telefoon, bijna niemand kent de regionale krant. Foto Merlin Daleman
Ontploffende zonnepanelen
En dus gingen Parren en haar collega de scholen in Heerlen-Noord af, met hun plan voor de gastlessen, de schoolkranten, de gratis digitale abonnementen en ook nog 125 papieren abonnementen voor gebruik in de klassen. Maar de scholen ontvingen hen aanvankelijk niet met open armen.
„Ik was wel enthousiast over het idee, maar ik dacht ook: er wórdt al zoveel bij de school neergelegd”, zegt Patty van ’t Hoofd, directeur van de kleine basisschool Kindcentrum Paulus, in de armste wijk van Heerlen waar veel kinderen een lage taalvaardigheid hebben. „Wij kiezen ervoor om ons programma op basisvaardigheden als lezen en schrijven te richten.”
Maar Van ’t Hoofd ziet hoe de krant de wereld van de kinderen groter maakt en dat ze daardoor beter begrijpen wat ze lezen, omdat hun algemene kennis meer is ontwikkeld. „We hebben de krant een plek in de klas gegeven.”
Je hoort veel over de kloof in de samenleving, maar ik zeg: het is een ravijn
Hoe dat er uitziet blijkt in groep 7/8. „Vaak vragen kinderen me in de pauze: mag ik vandaag de krant doen?”, vertelt leerkracht Claudia Daniëls-Janssen. Want iedere dag komt een ander tweetal aan de beurt om samen een artikel in de papieren krant uit te zoeken. Daarvan moeten ze, onder de kop Nieuws van de Dag!, een samenvatting maken op een poster, waarbij ze ook de moeilijke woorden moeten vermelden en de reden waarom ze dit artikel hebben uitgekozen. „Die poster presenteren ze dan aan de hele klas.”
Voor twee meisjes die vandaag aan de beurt zijn, de een ruim een kop groter dan de ander, is het nieuws van de dag: Aantal branden waarbij zonnepanelen ontploffen neemt toe. Ze hebben er een foto uit de krant bij geplakt.
„Het is erg interessant en veel mensen hebben zonnepanelen”, licht de kleinste hun keuze toe. De ander zegt dat ze in de zin ‘De brandweer wordt steeds vaker geconfronteerd met branden’, die ze hebben overgenomen uit de krant, het woord ‘geconfronteerd’ niet begrijpt. Nadat de juf dat heeft uitgelegd, maakt ze er een groepsgesprek van door te vragen wie er thuis zonnepanelen heeft, en waar die voor dienen. En wat vindt de klas ervan dat ze kunnen ontploffen? „Gevaarlijk!” klinkt het uit meerdere monden.
Vandaag mag een tweede duo zijn versie van een artikel presenteren. Zij hebben gekozen voor een stuk over een douanier die informatie aan een drugscrimineel heeft verstrekt. „Interessant nieuws”, is hun motivatie, „omdat iemand die bij de douane werkt dit soort informatie niet mag geven.” „Maar”, vraagt een leerling met journalistieke nieuwsgierigheid zich af in het aansluitende klassengesprek, „ging die man bij de douane werken om die informatie door te geven, of ging de drugscrimineel naar hém toe?”
Het tastbare van gedrukt papier
Hoofdredacteur Bjorn Oostra van De Limburger noemt het zijn „maatschappelijke plicht om te zorgen dat mensen die geen toegang hebben tot journalistiek, die in de toekomst wél kunnen hebben”. De Krant van de Buurvouw, verzekert hij, is „geen marketingstunt”. Het is wel „een project van de lange adem”. Sinds vorig jaar zijn er van de drieduizend abonnementen die gratis beschikbaar zijn ruim zevenhonderd geactiveerd – „en die worden ook gebruikt”.
Monique Parren, al 34 jaar journalist, is ervan overtuigd dat het project Krant van de Buurvrouw niet alleen de leerlingen helpt, maar haar en haar collega ook tot betere journalisten maakt. „We schrijven verhalen die we anders niet hadden geschreven. We hebben nu een beter beeld van een wijk als Heerlen-Noord.” Ron Meyer zegt: „Ik zou elke journalist gunnen zoiets mee te maken. Ik roep hoofdredacties in andere steden op ook zo’n project te doen.”
Maar is een krant, in het tijdperk van sociale media, niet een medium van gisteren? Meyer ontkent dat: aan betrouwbare informatie zal altijd behoefte zijn, of het nu op papier is of digitaal. „En wij ontdekken met dit project: het helpt niet alleen de taalvaardigheid, maar versterkt ook het burgerschap, omdat je via de krant leert over je eigen omgeving.”
Over de papieren schoolkranten die de scholieren met Parren en haar collega maken, zegt hij: „Het tastbare van het gedrukte papier is voor de leerlingen iets extra’s, waar ze trots aan ontlenen. Juist omdát het iets anders is dan de wereld die ze kennen en voor lief nemen – die op de telefoon.”
Lees ook
Waarom Heerlen-Noord Wilders trouw blijft, ondanks een gebroken belofte
Hoe ondergraaf je een rechterlijke uitspraak die een van de speerpunten van je beleid onderuithaalt? Je brengt de rechters keihard in diskrediet, is de reactie van de regering-Trump. In uitlatingen tegen journalisten en op sociale media waren een aantal van Trumps vooraanstaande medewerkers meedogenloos over drie rechters van het Hof voor Internationale Handel.
Deze rechters hadden woensdag met een unanieme uitspraak een spaak in het wiel gestoken in de strategie om andere landen via extreem hoge heffingen tot stevige concessies in onderhandelingen te dwingen. Zo zouden de door Trump verafschuwde handelstekorten van de VS moeten verdwijnen.
Chefstaf van het Witte Huis Stephen Miller schreef op sociale media „We leven onder een rechterlijke tirannie” en plaatste daarbij schaamteloos een foto van de drie rechters. Nota bene zijn twee van deze rechters benoemd door Republikeinse presidenten, één zelfs door Trump, in zijn eerste termijn.
Woordvoerder Katherine Leavitt drukte zich al even kritisch uit over de rechters, waarbij zij benadrukte dat deze „onverkozen” zijn. De drie rechters van het Hof voor Internationale Handel hadden „op brutale wijze hun rechterlijke macht misbruikt”, zei ze tegen journalisten. „Ze hebben het gezag van de president ondermijnd door te voorkomen dat hij het mandaat uitvoert dat hij van de Amerikaanse kiezers heeft gekregen.”
De president zelf meldde zich op zijn sociale medium Truth Social: „De uitspraak van het Hof voor Internationale Handel is zo verkeerd, en zo politiek! Hopelijk zal het Hooggerechtshof deze verschrikkelijke, het land bedreigende beslissing snel en vastberaden herzien.”
Woede
Bij zijn Make America Great Again-ambities wil Trump alle touwtjes zelf in handen hebben. Sinds zijn aantreden heeft de president getracht de macht om andere landen importheffingen op te leggen helemaal naar zich toe te trekken. Maar grondwettelijk ligt het recht om handelsmaatregelen te treffen, net als het opleggen van belastingen, niet bij de president, maar bij het Congres. Dat onderstreepten deze drie rechters met hun uitspraak.
Zij wekten de woede van de regering, omdat ze het waagden de wettelijke grondslag weg te trekken onder de hoge – in Trumps woorden „wederkerige” – heffingen van 10 tot bijna 50 procent die hij op 2 april voor meer dan zestig landen met veel bombarie aankondigde in de Rozentuin van het Witte Huis. Een week later stelde hij de heffing voor die landen voor negentig dagen bij tot 10 procent voor alle goederen, om zo onderhandelingen tot 8 juli mogelijk te maken. En zo overeenkomsten te kunnen sluiten, waarin hij ze tot stevige concessies zou kunnen dwingen.
Hij is daarmee zijn bevoegdheden ver te buiten gegaan, oordeelden de rechters. Dat geldt volgens hen ook voor de tarieven van 25 procent die Trump aan Canada, Mexico en China oplegde, om ze te dwingen meer te doen om illegale doorvoer van het verslavende middel fentanyl naar de VS te voorkomen.
Deze beide maatregelen baseerde Trump op een wet die sinds de inwerkingtreding in 1977 nog nooit was toegepast, de International Emergency Economic Powers Act (IEEPA). Deze wet staat de president toe om in een noodsituatie in uitzonderlijke omstandigheden zelf heffingen op te leggen. Maar die wet had hij volgens het Hof voor Internationale Handel niet mogen gebruiken voor het doeleinde dat hij nastreeft, het scherp reduceren van de handelstekorten. Een federale rechtbank in Washington DC was onlangs ook tot die slotsom gekomen. Het Hof voor Internationale Handel gaf deze week de regering tien dagen de tijd om de heffingen in te trekken. Tot woede van Trump en zijn regering, die direct beroep aantekende en daarin stelde dat de onderhandelingspositie hierdoor ernstig wordt ondergraven.
Op donderdag boekten ze al het eerste succes. De werking van de uitspraak werd opgeschort door het hof van beroep. Tot een later nog te bepalen moment.
Dat zegt overigens nog niets over hoe dit hof inhoudelijk naar de zaak kijkt. Als die rechters de uitspraak overeind houden, zal de regering zeker naar het Hooggerechtshof stappen. Daarin hebben conservatieve, door Republikeinse presidenten benoemde rechters een ruime meerderheid, met drie door Trump zelf benoemde rechters. Toch is het helemaal niet zeker of zij wél het gebruik van de IEEPA geoorloofd achten.
Niet verrast
Die uitlatingen van Leavitt, Miller en Trump zouden gezien kunnen worden als wanhopig gescheld na een gevoelig verlies. Maar de regering-Trump lijkt niet in paniek. Integendeel, ze maakt duidelijk dat ze vol doorgaat, zich niet door rechters laat weerhouden, voldoende alternatieven achter de hand houdt en druk op onderhandelingen zal blijven zetten.
Trumps belangrijke adviseur voor handelspolitiek, Peter Navarro, probeerde donderdag in interviews duidelijk te maken dat er voor de regering niets is veranderd door de uitspraak. „We zijn niet verrast”, zei hij. Daarop wijst ook de snelheid waarmee de regering beroep aantekende. Al binnen een uur na de uitspraak.
Maar ook hij is niet zeker of het beroep bij het Hooggerechtshof succesvol zal zijn. En dus zinspeelde Navarro erop dat Trump andere wettelijke mogelijkheden heeft om zonder tussenkomst van het Congres heffingen op te leggen. Hij stelde dat de rechters van het Hof voor Internationale Handel dat nota bene zelf in hun uitspraak hadden aangegeven.
Verschillende experts hebben al eerder in analyses op die mogelijkheden gewezen. Want hoewel het voorrecht bij het Congres ligt, heeft dat in de afgelopen eeuwen de president via verschillende wetten mogelijkheden gegeven om zonder instemming op eigen initiatief handelspolitiek te voeren en zonder instemming maatregelen tegen andere landen te treffen.
Daar heeft Trump al gebruik van gemaakt. Zo zijn de heffingen van 25 procent voor staal, aluminium, auto’s en auto-onderdelen op een andere wet gebaseerd, op de zogeheten Sectie 232 van de Trade Expansion Act uit 1962. Voor onder andere chips en farmaceutica zijn heffingen op basis van die wet in voorbereiding. Ook voor andere sectoren zou Trump voor die route kunnen kiezen. Ook kan Trump kiezen voor heffingen die nog specifieker op één land zijn toegesneden, zoals hij in zijn eerste termijn al heeft gedaan voor China. Net als president Biden na hem baseerde hij daarbij heffingen op Sectie 301 van de Trade Act uit 1974.
Voor een president die grote vaart wil maken, hebben deze mogelijkheden als groot nadeel dat er eerst onderzocht moet worden of de nationale veiligheid in het geding is of dat er op oneerlijke wijze wordt geconcurreerd. Op de dag van zijn aankondiging beloofde Trump de Amerikanen al dat hij andere landen snel heffingen zou opleggen om de handelstekorten teniet te doen. Zijn team onderzocht daarna de verschillende routes en verkoos de IEEPA, omdat daarmee het meeste tempo te maken zou zijn.
Om druk te houden op de nu met veel landen lopende onderhandelingen zou het Witte Huis daarom volgens The Wall Street Journal in een plan B een ander alternatief overwegen. Trump kan ook tijdelijke heffingen met een hoogte van 15 procent voor een periode van 150 dagen instellen om onevenwichtigheden in de handel met andere landen te bestrijden. Daarna kunnen deze alleen met instemming van het Congres verlengd worden. Deze weg is vaker bewandeld, en zou op minder bezwaren van rechters stuiten.
Navarro noemde in een interview met Bloomberg TV ook nog de mogelijkheid om een beroep te doen op de Smoot-Hawley Tariff Act uit 1930, de wet die grote bekendheid kreeg omdat die de handelsoorlog tijdens de Grote Depressie inluidde. Trump zou volgens hem gebruik kunnen maken uit een voorziening in die wet die de president het recht geeft om heffingen te leggen aan landen die de VS benadelen ten opzichte van andere landen.
Toch zijn er ook risico’s als Trump overschakelt op andere wetten om zijn heffingen op te baseren. In Amerikaanse media stellen sommige juristen dat een verandering van tactiek de indruk kan geven dat hij zelf ook niet gelooft dat de IEPPA de geëigende weg is. Het hof van beroep of het Hooggerechtshof zou dan de uitspraak van het Hof voor Internationale Handel in stand kunnen houden. Dat zou de regering dus weer tot voorzichtigheid nopen.
Pessimistische geluiden
Onderhandelaars van de VS en van alle landen waar ze gesprekken mee voeren, hebben sinds deze week nog minder vaste grond onder de voeten. Dreigementen zoals Trump die een week geleden nog uitte tegen de EU door te zwaaien met een verhoging van de heffing tot 50 procent, lijken voor hem een stuk lastiger. De bereidheid van andere landen om concessies te doen zou daardoor kunnen afnemen.
Voor andere landen zou het een grote gok zijn om alleen af te wachten of Trump zijn heffingen overeind kan houden. De vastberadenheid en de inzet van zijn regering zijn in deze handelsoorlog zo groot, dat zij er vanuit kunnen gaan dat hij elke mogelijke weg zal inslaan. Daarbij blijft spelen dat hij meerdere doelen met zijn heffingen heeft: inkomsten voor de schatkist genereren, industrie terughalen naar de VS en het handelstekort minimaliseren.
Opvallend is dan ook dat zowel de VS als andere landen de afgelopen dagen benadrukten dat de onderhandelingen doorgaan. De Amerikaanse handelsvertegenwoordiger Jamieson Greer liet vrijdag weten volgende week afspraken te hebben n met Eurocommissaris Mario Sefcovic en met ministers van verschillende Aziatische landen.
Alleen over de gesprekken met China brachten de Amerikanen pessimistische geluiden naar buiten. Eerst liet minister van Financiën, Scott Bessent, bij Fox News weten dat ze „een beetje waren vastgelopen” en dat alleen een gesprek tussen Trump en de Chinese president Xi ze weer konden vlottrekken. Vrijdag deed Trump daar met een post op Truth Social een schep bovenop door uit te roepen dat „China de overeenstemming met ons heeft geschonden. So much for being Mr. Nice Guy”.
Al met al is het speelveld deze week eerder onoverzichtelijker geworden. Landen, bedrijven en financiële markten blijven in de onzekerheid die verlammend werkt op economische beslissingen. En die periode van onzekerheid zal vermoedelijk alleen maar langer duren.