Amicale bisschop Bär was geliefd, maar moest vertrekken nadat hij in opspraak was gekomen

‘Ik kon uw bisschop niet meer blijven.” Monseigneur Ronald Philippe Bär sprak die woorden in zijn preek bij zijn officiële afscheid van het bisdom Rotterdam, eind mei 1994. Ruim een jaar eerder, op 17 februari, ging Bär met ziekteverlof nadat hij binnen de katholieke kerk onder vuur kwam te liggen wegens een geruchtenstroom over vermeende homoseksuele relaties.

Het geforceerde vertrek leidde tot een ernstige inzinking, vertelde Bär in dat jaar aan NRC Handelsblad. „Ik was nog maar een half mens”, bekende hij in de Benedictijner abdij in Chevetogne (Ardennen), waar hij zijn intrek had genomen. „Ik heb me aan de celibataire wet gehouden”, liet Bär daarop volgen. Hij liet blijken dat sommige (behoudende) kringen in zijn kerk van hem af wilden, maar wie precies wist hij niet. „Ze wilden me weg hebben en nu ben ik weg”, zei Bär in dat vraaggesprek. „Daarmee is voor mij de kous af. Het is net als wanneer er kwaad wordt gesproken over iemands financiële betrouwbaarheid. Tegen dergelijke geruchten kun je je niet verdedigen.”

Bär was tien jaar bisschop in Rotterdam. Hij overleed zaterdag 8 maart op 96-jarige leeftijd, zo maakte het bisdom Rotterdam bekend.

Aanvankelijk stond Bär bekend als conservatief, maar later werd hij liberaler. Door zijn openheid en zijn begrip voor kritiek werd hij tamelijk geliefd onder de gelovigen. De nationale mediabisschop, die in de Maasstad de latere kardinaal Simonis opvolgde, was ongedurig, dynamisch en amicaal. Hij joeg mensen nimmer tegen zich in het harnas, hij wilde de eenheid in de kerk bewaren. En hij was gezagsgetrouw.


Lees ook

Bisschop ben ik nog steeds, alleen zonder bisdom

Kamptijd

Bär werd op 29 juli 1928 geboren in het Indonesische Menado. Als Ronald Bär – bij zijn intrede in het Benedictijner klooster van Chevetogne (1953) nam hij de naam Philippe aan, een heilige die ook protestanten aanspreekt. Zijn vader was in Indië directeur van een school. Zijn moeder, dochter van een predikant, huisvrouw. De vier zonen en een dochter kregen een Nederlands hervormde opvoeding.

In 1942 capituleerde het Nederlands-Indische leger voor Japan. In het boek Langs wegen van barmhartigheid, gesprekken met bisschop Bär staat dat „huizen worden opgeëist, bewoners eruit gesmeten en in open vrachtwagens afgevoerd naar een onheilspellend onzekere toekomst. (…) [Ronald was] bijna veertien, dus te groot voor een vrouwenkamp. Ron moet weg. Naar oorden met alleen maar mannenbarakken, zoals Ambarawa 7.”

Zijn pubertijd is kamptijd, zo gaat het verhaal verder. Bär wilde over de gevangenschap nooit veel kwijt. In 1948, een jaar nadat het gezin naar Nederland was teruggekeerd, haalde Bär zijn staatsexamen HBS. Hij wilde aanvankelijk klassieke talen gaan studeren, maar het werd theologie. Tijdens zijn studie in Utrecht voelde hij zich aangesproken door rituelen, en ontwikkelde hij een voorkeur voor tradities. Hij werd katholiek. De verkering met zijn vriendin eindigde, Bär werd monnik in België, deed vervolgens studies in Rome en Parijs en werd tot priester gewijd.

Bär was jarenlang aalmoezenier bij de luchtmacht, waarna hij in 1982 bisschop werd. Hij koesterde een rekkelijk standpunt over het verplichte celibaat voor priesters. In NRC Handelsblad zei hij daarover: „Dat celibaat behoort niet tot het wezen van het sacrament van het priesterschap. Er zijn geen theologische, exegetische of traditionele argumenten tegen een facultatief celibaat.” In 1992 stelde hij voor rijpere gehuwde mannen tot het priesterschap toe te laten.

Populariteit

Ronald Philippe Bär vierde in 1999 zijn 40-jarig ambtsjubileum als priester. Met een mis in de Rotterdamse kathedraal en een receptie in De Doelen. Enkele duizenden vrienden en sympathisanten, onder wie de oud-premiers De Jong en Lubbers, kwamen hem feliciteren. Bär was nog altijd populair. Dat bleek óók uit het feit dat hij vanuit België geregeld naar Nederland kwam om lezingen te houden en kerkelijke huwelijken te voltrekken.

In 2011 schreef de commissie-Deetman, die seksueel misbruik binnen de katholieke kerk in Nederland onderzocht, dat in de jaren tachtig toen Bär bisschop was in het bisdom Rotterdam, tegen de adviezen van de selectiecommissie in, mannen tot de priesterwijding werden toegelaten die daar ongeschikt voor waren geacht. Een aantal van hen had zich aan seksueel misbruik van minderjarigen schuldig gemaakt. Priesters die daardoor niet in Rotterdam konden blijven, werden met toestemming van Bär naar andere bisdommen overgeplaatst.

Bär, die een directe lijn had met koningin Beatrix, werd officieus de hofbisschop. Zo adviseerde hij kroonprins Willem-Alexander en Máxima over de problemen die zich bij het kerkelijke deel van hun gemengd huwelijk konden voordoen. En in september 2001 zegende Bär in het Franse Auch het (inmiddels weer ontbonden) huwelijk in van Margarita de Bourbon de Parme, de dochter van prinses Irene, met Edwin de Roy van Zuydewijn. In 2010 volgde de inzegening van Carlos de Bourbon jr., oudste zoon van prinses Irene, met Annemarie Gualthérie van Weezel.


Lees ook

Homoseksualiteit maakte bisschop chantabel

Wijding van zes priesters in 1993. Ze werden opgeleid op Vronesteyn, waar veel homoseksuele studenten zaten.