Het doel van 100.000 nieuwe woningen per jaar, komt pas binnen bereik in 2027. Dat blijkt uit een rapport, getiteld Staat van de Volkshuisvesting 2024, van het ministerie van Volkshuisvesting, dat maandag gepubliceerd werd.
De „bouwdip”, zoals het ministerie het noemt, wordt vooral veroorzaakt door „een hoge rente en stijgende kosten” en zal ook nog in 2025 voelbaar blijven. In 2026 herstelt de bouw zich naar verwachting enigszins van die dip, maar pas in 2027 kan het aantal nieuwe woningen op het gewenste niveau zijn.
„Maatregelen die we nu inzetten, werpen op z’n vroegst over enkele jaren z’n vruchten af”, zegt minister Mona Keijzer. „Maar iedere stap is er één.” In 2024 groeide de woningvoorraad met 82.000 woningen, waarvan 62.000 door nieuwbouw. Het woningtekort bedraagt momenteel ongeveer 400.000 woningen.
Volgens het rapport liggen er wel plannen klaar voor meer dan een miljoen woningen, die nog voor 2030 gerealiseerd moeten worden.
Het bestand tussen Israël en Hamas is vandaag drie dagen oud en de eerste Israëlische gijzelaars en Palestijnse gevangenen zijn uitgewisseld. Maar naast vreugde is er ook boosheid en onzekerheid over de toekomst, vertelt correspondent Lucia Admiraal. Welke gevaren zijn er voor dit wankele bestand?
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman via [email protected]
Het is rond half twaalf als een jammerende schreeuw de drukkende stilte aan de grens doorbreekt. Margelis Tinoco uit Colombia heeft zojuist een melding gekregen op haar telefoon. Haar langverwachte afspraak bij de Amerikaanse migratiedienst, die ze later op de dag zou hebben, is geannuleerd.
3,000 kilometer ten noorden heeft Donald Trump zojuist zijn inauguratierede afgemaakt, waarin hij hard uithaalde naar migranten die via Mexico naar de VS komen. Nog voor hij begint met het ondertekenen van de beloofde decreten, waarmee onder meer de noodtoestand aan de grens met Mexico moet worden afgekondigd, voelen de migranten in Mexicaanse grensstad Juárez dat er een nieuwe wind waait vanuit de VS.
Een kille wind. Het is onder nul, en Margelis Tinoco was al om vier uur ‘s ochtends in de rij gaan staan samen bij de grensovergang richting El Paso in Texas, samen met haar dertienjarige zoon Jaifer en haar man José. Naast een lange rij met auto’s keek ze urenlang toe hoe voetgangers, die wel een visum hadden, de oversteek maakten over de lange betonnen brug over de Rio Bravo, die Mexico en de VS hier van elkaar scheiden.
Ze wist dat Donald Trump vandaag geïnaugureerd zou worden. „We hoorden dat hij geen illegale migranten wilde. Daarom wilden we per se wachten tot we een legale afspraak hadden”. Bevend kijkt ze opnieuw naar het gebroken scherm van haar mobiele telefoon. Bestaande afspraken gemaakt via CBP One zijn niet langer geldig, staat er in drie talen.
De CBP One-app, ingevoerd tijdens het presidentschap van Joe Biden, moest de illegale migratie naar de VS beteugelen. Het verkrijgen van een afspraak via deze app is als een lot uit de loterij: migranten wachten soms maanden tot het ze lukt in het systeem te komen. Nu Margelis en haar gezin eindelijk een afspraak hadden, gaat het scherm op zwart.
Margelis huilt. „Wat moeten we nu doen? Ik heb niets meer. Geen geld, geen plannen. Dit was mijn laatste hoop”. Haar zoon Jaifer staat bedremmeld naast haar, zijn capuchon diep over zijn hoofd getrokken tegen de kou. Zeven maanden zijn ze onderweg geweest. En nu, op een paar meter afstand van de Verenigde Staten, lijkt er definitief een streep te gaan door hun droom.
Ook de Cubaanse Veronica weet niet wat ze moet doen. In haar armen heeft ze een klein bundeltje gewikkeld, haar dochter Claudia, pas één maand oud en geboren terwijl Veronica met haar jonge man Ridel door Mexico richting de VS reisde. Het lukt haar niet om iets te zeggen. Ze waren in de vrieskou opgestaan met het idee dat ze vandaag definitief de ellende van hun leven in Cuba achter zich zouden laten. Nu moeten ze opnieuw beginnen. Ridel glimlacht met tranen in zijn ogen. „Dan moeten we maar proberen in Mexico te wonen”. Eerst belt hij een kennis in de stad op om overnachting te regelen.
Opvang
Dat Donald Trump harde maatregelen zou gaan nemen op het gebied van migratie, is voor niemand een verrassing. Dat die maatregelen voornamelijk Mexico, zowel doorreisland als herkomstland van migranten, zouden treffen voelden nationale autoriteiten ook aankomen. Zo benadrukte de Mexicaanse president Claudia Sheinbaum meerdere malen dat het land zich voorbereidde op eventuele massale uitzettingen van Mexicanen en Midden-Amerikanen die, legaal of illegaal, in de VS wonen. De autoriteiten in Ciudad Juárez zeiden hetzelfde: er zouden op twee plekken in de stad tentenkampen worden opgezet zodat mensen niet op straat zouden hoeven te slapen.
Die twee plekken werden maandag door NRC bezocht: bij zowel het lokale honkbalstadion als het voetbalstadion was niets te zien dat wees op voorbereiding op de grootschalige opvang van uitgezette mensen. Waar men zich wel voorbereidt op de mogelijke komst van mensen uit de VS zijn de herbergen die gerund worden door ngo’s en vaak kerkelijke organisaties. In de migrantenopvang Pan de Vida, in de zanderige heuvels van de woestijnstad, is ruimte voor zeshonderd mensen. Momenteel verblijft er niemand.
Terugkeren naar thuisland
Ismael Martinez, een stevige man met een grijze baard, geeft leiding aan de opvang en legt uit dat er al weken amper mensen in de witgeschilderde barakken verblijven. „Sinds nieuws uitlekte dat Trump nog strenger beleid zou gaan voeren, proberen maar weinig mensen de oversteek naar de VS te maken. Sommigen besluiten in Mexico te blijven, anderen besluiten zelfs terug te keren naar hun thuisland”, zegt hij.
Dat veel minder mensen illegaal de grens met de VS over te steken blijkt uit cijfers van de Amerikaanse Border Control. In december van afgelopen jaar werden 47,000 migranten opgepakt aan de grens, tegenover een recordaantal van 250,000 migranten precies een jaar eerder. In december 2020, de laatste maand van de eerste termijn van Donald Trump, waren het er 71,000. Die cijfers en de lege migrantenherbergen in grenssteden als Ciudad Juárez tonen dat er van een noodtoestand aan de grens, zoals maandagnacht afgekondigd door Donald Trump, mogelijk helemaal geen sprake is.
Martinez kijkt naar de zandkleurige heuvels, doormidden gekliefd door een hoog stalen rek waarboven rollen prikkeldraad zijn gespannen. In de verte patrouilleert een witte auto van de Amerikaanse migratiepolitie. Het is doodstil in de woestijn. Volgens Martinez is de huidige rust in Ciudad Juárez als een stilte voor de storm. Hij is zich al weken aan het voorbereiden op het presidentschap van Donald Trump. „Ik verwacht dat we de komende weken heel veel mensen gaan ontvangen. Mensen die door de VS worden uitgezet.”
Het is treurig te moeten vaststellen dat de conclusie van de Staatscommissie tegen Discriminatie en Racisme geen verrassing is. „Discriminerend overheidshandelen is een schrijnend probleem”, schrijft zij aan kabinet en Kamer. Artikel 1 van de Grondwet, het gelijkheidsprincipe, wordt door de overheid zelf met voeten getreden.
De staatscommissie roept in een tussentijds advies op tot „een proactieve en structurele aanpak” van discriminatie bij publieke dienstverlening. Bij het regelmatige contact dus tussen burger en overheid, aan de gemeentelijke balie, met de politie, de douane, de verstrekkers van toeslagen.
Voor veel Nederlanders moet dit een déjà vu zijn. Dit is niet het eerste onderzoek met een soortgelijke conclusie – ook niet van deze staatscommissie, die in 2022 op verzoek van de Tweede Kamer werd ingesteld om de aard, omvang en oorzaken van discriminatie „inzichtelijk en tastbaar” te maken.
Zelf concludeerde de Kamer elf maanden geleden, naar aanleiding van de Toeslagenaffaire en na de parlementaire enquête Fraudebeleid en Dienstverlening, dat de overheid juridisch aanspreekbaar zou moeten zijn op discriminatie. Dat de kabinetsreactie op die parlementaire enquête zo futloos was, en elke urgentie in het Kamerdebat erover vorige week leek te ontbreken, maakt moedeloos. Zeker omdat een vorig kabinet over de Toeslagenaffaire viel, en een van de vier coalitiepartijen groot werd met de belofte iets te doen aan de burger die in de knel raakt door overheidshandelen. Het momentum van Toeslagenaffaire (2021) en Black Lives Matter (2020) lijkt bovendien ten onrechte te zijn verdwenen.
Want 11 procent van de Nederlanders van 15 jaar of ouder voelde zich in 2023 gediscrimineerd. Dat zijn 1,6 miljoen inwoners van dit land. Afkomst, huidskleur, geslacht, seksuele oriëntatie, handicap of religie – of welke grond dan ook – blijken in tegenstelling tot Artikel 1 juist níét een reden voor gelijke behandeling.
Dat is al ernstig. De staatscommissie concludeert bovendien dat ongelijke behandeling tot persoonlijke schade leidt, als ook tot maatschappelijke schade. Financieel: de hersteloperatie van de Toeslagenaffaire kostte inmiddels negen miljard euro, de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) compenseerde gediscrimineerde studenten al voor 61 miljoen euro. Belangrijker: wie voortdurend wordt achtergesteld en vervolgens wordt bevestigd in het feit dat de overheid er niet voor iedereen is, kan zich afkeren van die overheid, van de samenleving.
De staatscommissie concludeert verder dat beleidsverandering alleen niet voldoende is. In weerwil van sommige coalitiepartijen die lijken te suggereren dat het gaat om beleid en rechtsstaatverklaringen en basislijnen. Woorden van politici doen ertoe.
Ja, in het regeerprogramma staat dat discriminatie hard wordt aangepakt. Maar, zo zegt commissievoorzitter Joyce Sylvester tegen NRC, een kabinet waarvan leden discriminerende uitspraken doen en dat dat vervolgens ontkent, „laat zien dat het heel gewoon is zulke dingen te zeggen”. Waardoor ambtenaren kunnen denken dat discriminatie niet zo erg is, wat weer kan doorsijpelen in beleid. Wat weer ertoe kan leiden dat mensen ongelijk behandeld worden. Wat weer…
Het is te hopen dat kabinet en Kamer de instelling van deze staatscommissie niet zien als een aflaat. Te vaak belandden de terechte adviezen van staatscommissies in lades. Maar Artikel 1 van de Grondwet is niet voor niet het eerste artikel.
Lees ook
Staatscommissie noemt discriminatie door overheid ‘structureel’ en hekelt uitspraken kabinet