Er moet een wereldwijd verbod komen op het maken van zogeheten spiegelbacteriën. Zulke bacteriën komen niet in de natuur voor, maar kunnen „binnen enkele decennia” in het laboratorium worden gemaakt. Mocht zo’n spiegelbacterie in het milieu terechtkomen, dan dreigen „ongekende en grotendeels over het hoofd geziene risico’s” voor al het bestaande leven op aarde. Dat schrijft een groep onderzoekers in het wetenschappelijk tijdschrift Science, en in een bijgaand, 299 pagina’s dik, technisch rapport. Onder de auteurs bevinden zich de Nobelprijswinnaars Greg Winter en Jack Szostak.
„Het is zover ik weet de eerste keer in de biotechnologie dat wordt opgeroepen om een onderzoeksrichting echt te stoppen”, zegt Lotte Asveld, universitair hoofddocent ethiek en biotechnologie aan de TU Delft, en niet betrokken bij de oproep. „Fantastisch dat ze dit initiatief nemen.” Het doet haar denken aan de beroemde Asilomar-conferentie, in 1975, waar wetenschappers opriepen tot regelgeving omtrent het modificeren van dna.
Spiegelbacteriën zijn opgebouwd uit moleculen die het spiegelbeeld zijn van de moleculen in levende organismen. Het heeft te maken met het principe van chiraliteit, waarop het leven voor een groot deel is gebaseerd. Van veel eiwitten, vetten en suikers bestaan twee spiegelbeelden – te vergelijken met de linker- en rechterhand. De ene variant wordt aangeduid als linksdraaiend, de ander als rechtsdraaiend (afhankelijk van de richting waarin ze gepolariseerd licht afbuigen). In levende organismen komt vaak slechts één van de twee voor. Dna en rna zijn rechtsdraaiend. De eiwitten die op basis van de genetische code worden gemaakt zijn linksdraaiend, omdat de 20 aminozuren waaruit eiwitten worden opgebouwd grotendeels linksdraaiend zijn (een van die 20 is a-chiraal, en heeft geen spiegelvormen). De werking van eiwitten, die allerlei cruciale functies hebben in organismen, is grotendeels gebaseerd op linksdraaiendheid.
Per ongeluk
Aan spiegelbacteriën (met rechtsdraaiende eiwitten en linksdraaiend dna) kleven grote risico’s, schrijft de groep wetenschappers. Want als ze eenmaal in het lab zijn gemaakt en vervolgens per ongeluk of opzettelijk in de natuur terechtkomen, zouden ze daar geen natuurlijke vijanden hebben die hen zouden herkennen en aan hen binden. Die binding gaat vaak via eiwitten, en een linksdraaiende eiwit (van een ‘normaal’ micro-organisme) bindt niet, of verkeerd, aan een rechtsdraaiend eiwit (van de spiegelbacterie). Zoals een linkerhand niet in een rechterhandschoen past.
Spiegelbacteriën zouden ook makkelijk langs de afweer van mensen, dieren en planten komen, want ook bij de herkenning en het opstarten van een afweerreactie speelt eiwit-eiwitbinding een centrale rol. Daarom kunnen spiegelbacteriën „serieuze ziekteverwekkers zijn in een ongekend grote serie gastheren”, schrijven de onderzoekers.
En voeding hoeft voor de spiegel-bacteriën geen probleem te zijn. De meest gewilde bron, linksdraaiend glucose, is niet tot nauwelijks voorradig in de natuur. Maar er zijn tientallen alternatieven: a-chirale moleculen, zoals acetaat, ethanol, glycerol. Daarnaast zijn er gewone bacteriën die van een aantal aminozuren zowel de links- als de rechtsdraaiende vorm kunnen afbreken en gebruiken als voedingsbron. Hoogstwaarschijnlijk zal een spiegelbacterie dat ook kunnen. Gecombineerd met het ontbreken van natuurlijke vijanden, maakt dat spiegelbacteriën „ongebruikelijk persistent” in de natuur, schrijven de wetenschappers.
Snelle vorderingen
Hun oproep heeft te maken met pogingen van biochemici om een synthetische cel te bouwen. Daarbij worden onderdelen van een cel bij elkaar gevoegd, in de hoop een werkende cel te krijgen. Dat is nog niet gelukt, maar de vorderingen gaan snel. Het moet meer inzicht geven in het ontstaan van het leven op aarde. Het idee is ook dat synthetische cellen te gebruiken zijn als ‘fabriek’ voor grondstoffen en medicijnen.
„Als je weet hoe je een synthetische cel bouwt, kun je in principe ook een spiegelcel bouwen, als je alle spiegelmoleculen beschikbaar hebt. Zulke spiegelmoleculen komen er steeds meer”, zegt Wilhelm Huck, hoogleraar fysisch-organische chemie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, en één van de twintig wetenschappers die het rapport vóór publicatie mochten beoordelen. Met zijn groep probeert Huck een synthetische cel te bouwen.
Lees ook
In zijn lab bouwt Cees Dekker van losse moleculen een levende cel die kan evolueren
In hun oproep schrijven de wetenschappers dat ze aanvankelijk sceptisch waren over het gevaar van spiegelbacteriën. Maar de snelle technische vooruitgang, en een betere bestudering van bestaand onderzoek, maakte dat de scepsis veranderde in „diepe zorgen”.
Ook Huck heeft die ontwikkeling doorgemaakt, vertelt hij. „Voordat ik het rapport had gelezen dacht ik, misschien een beetje naïef, dat het wel los zou lopen. Maar gaandeweg begreep ik hun zorgen steeds beter.” Huck noemt het rapport „heel goed geschreven, en goed doordacht”. Hij schaart zich achter de oproep, net als ethicus Asveld.
Lees ook
Bioloog Andrei Sakai heeft ‘liters en liters van die cellen’ gekweekt, om ze vervolgens te slopen
Aangeboren afwijkingen
Ook Ben Feringa, hoogleraar synthetische organische chemie aan de Rijksuniversiteit Groningen, en in 2016 ontvanger van de Nobelprijs voor Scheikunde, zegt dat de oproep „hout snijdt”. Hij werkt al veertig jaar aan spiegelbeeldmoleculen. Dat onderzoek kan in de ogen van de groep wetenschappers gewoon doorgaan. „Terecht”, aldus Feringa. Want nogal wat geneesmiddelen baseren zich op het principe van chiraliteit. Er zijn twee spiegelbeeldvormen, en vaak werkt alleen de ene vorm. De ander kan zelfs schadelijk zijn, zoals begin jaren 60 bleek bij thalidomide (Softenon) waarbij één spiegelvorm aangeboren afwijkingen bij baby’s veroorzaakte.
Feringa doet ook onderzoek naar de evolutie van chiraliteit. Een antwoord is er nog niet. „Het is een groot mysterie waar die spiegelbeeldvoorkeur vandaan komt.”
In hun oproep schrijft de groep wetenschappers ook over „kwaadwillenden” die spiegelbacteriën als wapen zouden willen inzetten. Feringa heeft daar zijn twijfels over. „Ik denk dat je met het modificeren van bestaande bacteriën voor meer gevaar kunt zorgen.” Ook Asveld heeft haar twijfels. „Tegen spiegelbacteriën kun je je niet beschermen, dus ook de kwaadwillende zelf zou gevaar lopen. Ze zouden niet mijn weapon of choice zijn.”
Betaalverwerker Worldline heeft jarenlang fraude van webwinkels toegedekt.
Het concern, ook groot in Nederland, deed dat om dat ze er goed aan verdienden.
Daardoor bleef het mogelijk dat tienduizenden nietsvermoedende consumenten werden opgelicht.
Het Franse beursgenoteerde betaalbedrijf Worldline, ook actief in Nederland, heeft de afgelopen jaren structureel fraude door klanten toegedekt. Ondanks waarschuwingen van de risicoafdeling van het bedrijf, koos het er bewust voor frauderende klanten te behouden omdat ze veel omzet opleverden.
Worldline is niet erg bekend bij het grote publiek maar vervult met de jaarlijkse verwerking van meer dan 500 miljard euro aan betalingstransacties een belangrijke rol in de internationale economie. Naast pintransacties handelt het concern voor webshops en websites vooral online betalingen met creditcards af.
Het betaalbedrijf haalde kunstgrepen uit om de fraudecijfers van zijn opdrachtgevers te verlagen. Als een divisie bijvoorbeeld te veel frauderende klanten had, werden die verhuisd naar een andere divisie. Daardoor maakte het betaalbedrijf mogelijk dat duizenden consumenten via webshops en websites konden worden opgelicht. Dat gaat bijvoorbeeld om fraude waarbij consumenten producten bestellen die nooit geleverd worden. Of consumenten die ongemerkt een abonnement op een website krijgen aangesmeerd, waarna het geld automatisch van hun creditcard wordt afgeschreven.
Ook bij de Nederlandse tak van het bedrijf, Global Collect Services (GCS) spelen problemen rondom dubieuze klanten. Toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) opende in 2022 een onderzoek en constateerde te zwakke controles. GCS zag zich gedwongen om in een grootschalige operatie zijn klanten (opnieuw) te screenen en de herkomst van hun geld te onderzoeken.
Dit blijkt uit het onderzoek Dirty Payments, uitgevoerd door NRC en twintig internationale media die samenwerken in het European Investigative Collaborations-netwerk (EIC). Zij onderzochten vertrouwelijke documenten en gegevens van betalingsdienstaanbieder Worldline, een Frans beursgenoteerd bedrijf dat vergelijkbaar is met het Nederlandse Adyen en het Zweedse Klarna.
NRC publiceert de komende tijd meer verhalen op basis van dit onderzoek.
Worldline zegt in een reactie de afgelopen jaren, met name vanaf 2023, interne controles te hebben aangescherpt en de relaties met klanten te hebben beëindigd die niet aan de normen voldoen. „Volgens de meest recente rapportages ligt ons fraudepercentage onder het branchegemiddelde.”
Worldline misstanden
Worldline is geen bank maar een dienst die ervoor zorgt dat consumenten makkelijk kunnen betalen en bedrijven hun geld kunnen innen. De organisatie maakt het mogelijk dat je in een webshop kunt betalen met je bankpas, je creditcard of met Paypal en bij winkels en in de horeca kunt pinnen.
Reken je bijvoorbeeld in Paradiso tijdens een concert een biertje af, dan staat er Worldline op het pinapparaat. Terwijl jij je drankje betaalt, zorgt Worldline voor de verbinding tussen jouw bank of creditcardmaatschappij en de bank van Paradiso. Hetzelfde doet Worldline bijvoorbeeld voor online reisbureaus, als je een vliegticket of hotel boekt. De klanten van Worldline zijn webshops en bedrijven, die daarvoor een vergoeding per transactie aan Worldline betalen.
De betalingen aan de webwinkels lopen via banken, creditcardmaatschappijen en gecertificeerde betalingsverwerkers. Voor fraudeurs is dat een probleem: als deze financiële partijen te veel klachten ontvangen of als er te veel betalingen teruggedraaid worden, kunnen zij ingrijpen. Betaalbedrijven zijn wettelijk verplicht om te voorkomen dat ze frauderende klanten faciliteren en er fout geld door hun instelling stroomt, maar uit onderzoek blijkt dat Worldline regelmatig wegkeek bij lucratieve klanten met hoge fraudepercentages.
Illustratie Lynne Brouwer
Onder meer creditcardmaatschappij Visa hanteert maxima voor het aantal transacties dat maandelijks teruggedraaid wordt of waarvan de kaarthouder de juistheid betwist. Uit interne stukken blijkt dat Worldline de cijfers soms zo manipuleerde dat er aan de fraudenormen van creditcardbedrijf Visa werd voldaan, in plaats van de fraude tegen te gaan.
In maart 2020, blijkt uit vertrouwelijke notulen, vreest het executive risk committee van Worldline dat Visa extra kosten in rekening gaat brengen vanwege de hoge percentages fraude door Worldline-klanten. Ook is het comité bang dat Visa een eigen onderzoek zal openen en Worldline als betalingsdienst onder curatele gaat stellen. Dan moet het bedrijf voortaan veel meer verantwoorden en bestaat de kans dat Visa allerlei transacties gaat weigeren. Dat kost Worldline omzet.
Bij Worldline brengen ze de organisatie in 2020 in de hoogste staat van paraatheid en richten ze een war room in. Hoe voorkomen ze dat Visa ingrijpt? Controleer strenger op bedrijven met de hoogste risicopercentages, luidt het advies van de afdeling risicomanagement. Gooi de klanten eruit waarvan de fraude meer dan 10 procent van hun omzet bedraagt.
Maar de commerciële afdeling kijkt daar anders tegenaan, blijkt uit notulen. De verkoopafdeling waarschuwt dat dit al snel 38 miljoen euro omzetverlies voor Worldline kan inhouden. „De nadelige gevolgen zijn te groot” om het advies over risicobeperking op te volgen, noteert men intern in een besluitenlijstje.
De verkopers krijgen grotendeels hun zin, blijkt uit notulen van het hoogste risicocomité. Besloten wordt te inventariseren welke klanten met hoge fraudepercentages in een andere divisie van het concern kunnen worden ondergebracht, om zo de cijfers mooier te maken.
De Nederlandsche Bank begon in 2022 een onderzoek naar de Nederlandse tak van Worldline en constateerde te zwakke controles
Een andere oplossing die intern bij Worldline wordt aangedragen is om fraude anders te tellen of op papier meer omzet door een bedrijf te pompen waardoor de fraudepercentages vanzelf dalen. Kortom, Worldline is bezig bestaande fraude bij hun klanten beter te verbergen in plaats van de fraude te bestrijden. Dat daarmee consumenten gedupeerd blijven worden, speelt in de discussie kennelijk geen rol.
Speciale aandacht in de war room gaat uit naar het Britse Emerchantpay (EMP), een financiële tussenpersoon en betalingsdienst die al sinds 2014 een belangrijke profijtelijke klant is. EMP brengt winkels en websites als klant bij Worldline. En die klanten kan Worldline tot bijna 10 procent per transactie in rekening brengen, veel meer dan de gebruikelijke 1 tot 3 procent in de sector.
Maar EMP staat intern ook bovenaan de ranglijstjes met fraudemeldingen. Worldline besluit aan EMP te vragen samen de statistieken te verbeteren. Daartoe voeren ze in maart 2020 telefonisch overleg met Emerchantpay om te kijken „hoe we de percentages naar beneden kunnen krijgen”. Want binnen een van Worldline’s afdelingen is Emerchantpay verantwoordelijk voor 40 procent van alle fraudegevallen.
Op 9 april besluit Worldline afscheid te nemen van alle klanten waarvan de fraude 15 procent of meer van de omzet bedraagt om zo problemen met Visa te voorkomen. Maar voor EMP wordt een uitzondering gemaakt – die mag blijven.
EMP krijgt vaker een voorkeursbehandeling. In november 2021 biedt het Britse bedrijf 188 nieuwe „hoogrisico”-klanten aan, een eufemisme voor bedrijven uit de gok-, gaming- en porno-industrie. EMP wil dat deze nieuwe klanten uitgezonderd worden van de reguliere controle. Ze moeten versneld aan boord komen bij Worldline, zonder dat de identiteit van de klanten volledig gecontroleerd is door Worldline. Dat zal EMP zelf doen, stelt het bedrijf voor.
Die aanpak is „wettelijk niet toegestaan” waarschuwt de afdeling risicobeheer van Worldline intern. Gewezen wordt op het gevaar dat Worldline zijn vergunning als betaaldienst verliest of dat het hoge boetes krijgt. Bovendien zullen de te rapporteren fraudepercentages door de nieuwe klandizie omhoogschieten, waar juist zo hard aan is gewerkt om Visa tevreden te houden.
Illustratie Lynne Brouwer
Maar Worldline lonkt ook naar nieuwe klanten en de 130 miljoen euro aan transacties die ze vertegenwoordigen. De top besluit een oogje dicht te knijpen en de nieuwe klanten van EMP zonder reguliere controle aan te nemen, blijkt uit een vertrouwelijk document.
In 2023 ontstaat er paniek binnen Worldline. De accountant van EMP blijkt zijn opdracht te hebben teruggegeven. Die wil de boeken niet meer controleren nadat hij „kennis kreeg van bepaalde transacties” waarbij hij zich afvroeg of die wel wettelijk zijn toegestaan. Een Duits dochterbedrijf van Worldline wordt tegelijkertijd onder verscherpt toezicht geplaatst door de plaatselijke beurswaakhond vanwege vermoedens van fraude door EMP. De toezichthouder beschouwt Worldline als potentiële „handlanger” omdat duidelijk dubieuze klanten niet geweigerd zijn, zo blijkt uit een intern verslag van Worldline.
Worldline start daarom een intern onderzoek naar EMP. De uitkomsten zijn vernietigend: uit een samenvattend verslag voor de directie blijkt dat er aanwijzingen bestaan voor witwassen door EMP. Binnen Worldline werden zaken bewust toegedekt. Het betaalbedrijf blijkt een heimelijke groep klanten te hebben die juridisch niet bestaan en waarvan contracten en identiteitsgegevens ontbreken. Medewerkers van de afdeling risicobeheer werden opgedragen deze constructies nooit te onthullen want Worldline „behoort hier niets van af te weten”.
Kinderporno
Ook bij Global Collect Services (GCS), het Nederlandse dochterbedrijf van Worldline, blijken ze goed mee te kunnen denken met klanten die in schimmige zaakjes zitten. Een Indiaas telemarketingbedrijf is in 2018 in opspraak vanwege de virusscanners die het aan de man brengt. Met misleidende pop-ups die ten onrechte zeggen dat je computer geïnfecteerd is, worden nietsvermoedende gebruikers aangemoedigd zo snel mogelijk hen te bellen om de problemen te laten verhelpen. Een callcenter in India lost dit op met de verkoop van dubieuze software. De Amsterdamse betalingsdienst Adyen wijst de klant de deur, het zal geen betalingen met creditcards van deze klant accepteren, blijkt uit een aanklacht van de Amerikaanse justitie van april 2023.
Het onderzoek van de Amerikaanse waakhond leidt tot enige nervositeit bij de Nederlandse dochter van Worldline
Dat is een tegenvaller voor de omstreden dienstverlener die er tussen zit en mogelijk maakt dat de oplichters uit India betaald kunnen worden met creditcards. Maar bij GCS in Hoofddorp, waar het hoofdkwartier van de Nederlandse dochter van Worldline staat, accepteren ze de klant nog wel.
Het blijft echter klachten regenen over het Indiase telemarketingbedrijf, de Indiase politie doet invallen en in 2021 openen de Amerikaanse autoriteiten een onderzoek naar de tussenpersoon. Ze melden zich ook in Hoofddorp.
De Amerikaanse kartelwaakhond FTC vraagt allerlei documenten op bij GCS. Dat leidt tot enige nervositeit binnen de bedrijfsmuren van de Nederlandse dochter van Worldline. Medewerkers komen erachter dat Worldline al in 2007 gewaarschuwd werd voor deze klant. Toen adviseerde een Ierse bank aan Worldline „om de rekening te sluiten vanwege zeer hoge storneringen en de verdenking van kinderporno”. Tegelijkertijd zagen ze in Hoofddorp dat deze klant „goede handel” opleverde.
Wat zullen de Amerikanen ervan vinden als blijkt dat ze bij Worldline al bij het aannemen van de klant gewaarschuwd zijn voor de wanpraktijken? „Volgens mij zijn het geen rode vlaggen”, mailt toenmalig directeur Olga Elsenga in mei 2021 aan twee collega’s over de discussie uit 2007. „Een ‘verdenking’ van kinderporno is slechts een verdenking. Zolang er geen bewijs voor is, is er geen reden om een contract op te zeggen.” In april 2023 worden de tussenpersoon en zijn aandeelhouders door de Amerikaanse autoriteiten onder curatele gesteld en beboet voor oplichtingspraktijken.
De Nederlandsche Bank, een toezichthouder, opende in 2022 een onderzoek naar de manier waarop de Nederlandse dochter met zijn klanten omgaat. Hoe worden die gescreend? Onderzoekt Global Collect Services de herkomst van gelden van klanten wel voldoende en heeft de betalingsverwerker het snel genoeg in de gaten als klanten dubieuze handel drijven? Het bedrijf ging noodgedwongen zijn klantenbestand doorvlooien. De uitkomst van deze operatie is onbekend. Zowel het bedrijf als de toezichthouder weigert vragen hierover te beantwoorden. Die informatie over Global Collect Services is vertrouwelijk, zegt De Nederlandsche Bank. „Als toezichthouder is het ons wettelijk verboden informatie over specifieke instellingen te delen.”
De huidige procureur-generaal bij de Hoge Raad staat bekend als muziekliefhebber en fervent cellospeler. Dat hij tevens een grote liefde voor voetbal heeft, wil Edwin Bleichrodt ook wel beamen. Maar op de vraag bij welke club hij op de tribune plaatsneemt, blijft het stil. „Ik zit bij de KNVB”, verontschuldigt hij zich, verwijzend naar zijn nevenfunctie als lid van de commissie van beroep van de voetbalbond – waar spelers schorsingen door de tuchtcommissie kunnen aanvechten.
Als ‘PG’ bij de Hoge Raad vervult Bleichrodt een van de belangrijkste rollen in de rechtsstaat. Terwijl de Hoge Raad volstaat met de online toelichting dat de raad rechtspreekt, zijn voor de taakomschrijving van de PG negen webpagina’s nodig. „Het is moeilijk om in één zin samen te vatten”, zegt Bleichrodt. „Maar al mijn werkzaamheden hangen samen met de onafhankelijke positie die de procureur-generaal in ons staatsbestel inneemt.”
„Bij de vervolging van Kamerleden en ministers zijn er altijd politici betrokken en dat wordt in brede kring als ongemakkelijk ervaren”
Naast het geven van juridische adviezen – conclusies – over zaken die bij de Hoge Raad aanhangig zijn en onderzoek doen naar de herziening van strafzaken, speelt de PG ook als toezichthouder en aanklager een belangrijke rol. Hij beoordeelt aangiftes tegen bewindslieden en Kamerleden en vervolgt hen indien hij daartoe van de regering of Kamer opdracht krijgt. Hij houdt toezicht op het Openbaar Ministerie en is belast met het disciplinair toezicht op rechters.
De PG krijgt „op steeds meer terreinen” taken toebedeeld, ziet Bleichrodt. Sinds de komst van de privacywetgeving in 2018 is hij belast met het toezicht op hoe de rechtspraak met persoonsgegevens omgaat. De nieuwe Wet op de politieke partijen, die in mei bij de Tweede Kamer werd ingediend, geeft de PG een cruciale rol bij het verbieden van partijen die de democratische rechtsstaat ernstig bedreigen.
Lees ook
Rechtbank stelt Arib in het ongelijk, onderzoek naar haar gedrag was rechtmatig
In zijn ruime Haagse werkkamer in het gebouw van de Hoge Raad – waar Bleichrodt met zijn parket geen onderdeel van uitmaakt, maar wel kantoor houdt – staat hij NRC te woord over zijn toezichtswerk, de vervolging van politici en de rechtsstaat. Aan de muur valt zijn toga met hermelijnen boordsel op. „Het is geen echt bont”, benadrukt de PG.
Eind maart kondigde Bleichrodt een onderzoek aan naar de OM-strafbeschikking. Dit volgde op NRC-onthullingen dat het OM voortaan zoveel mogelijk strafzaken waarop maximaal zes jaar celstraf staat, zelf, buiten de rechter om, wil afdoen door een strafbeschikking op te leggen. De plannen stuitten op forse kritiek omdat strafbeschikkingen niet openbaar zijn en het OM alleen boetes en taakstraffen – en dus geen celstraf – kan opleggen. Van de elf toezichtsonderzoeken die de PG sinds de mogelijkheid daartoe in 2012 uitvoerde, gingen er vijf over de strafbeschikking. Bleichrodt en zijn voorgangers constateerden dat het OM de wet overtrad, bijvoorbeeld door strafbeschikkingen op te leggen zonder voldoende bewijs, met gebrekkige omschrijving van de (strafbare) feiten of zonder vertalingen voor buitenlandse verdachten.
Wat zegt het dat bijna de helft van uw onderzoeken over de strafbeschikking gaat?
„Mijn toezicht richt zich erop of het OM wettelijke voorschriften naleeft en uitvoert. Dat juist de strafbeschikking daarbij aan bod komt is niet voor niets. Bij de strafbeschikking oefent het OM bevoegdheden uit die ingrijpen in de levens van mensen zonder dat daar een rechter aan te pas komt. Dan is het van groot belang dat de wettelijke voorschriften worden nageleefd.”
Vindt u het wel opportuun dat het OM het gebruik van de strafbeschikking opvoert terwijl u in 2022 constateerde dat de praktijk op een aantal vlakken niet aan de wet voldoet en uw aanbevelingen daarover nog niet zijn doorgevoerd?
„De wetgever heeft het OM de ruimte gegeven om strafbeschikkingen op te leggen en ik treed niet in hoe het OM die ruimte invult. Tegelijkertijd vind ik dat bij die intensivering van het gebruik van de strafbeschikking, waartoe het OM heeft besloten, ook andere aspecten van onze strafrechtspleging betrokken moeten worden, zoals het belang van de openbaarheid van de strafzitting en het opleggen van een korte gevangenisstraf die bij de strafbeschikking niet mogelijk is.”
Het OM stelt een groot deel van de door u in 2022 geconstateerde verbeterpunten niet te kunnen doorvoeren tot er een nieuw zaaksysteem is. Heeft u te accepteren dat het OM zijn wettelijke plichten niet nakomt zolang er geen nieuw IT-systeem is?
„Ik vind het lastig om dat te gieten in termen van accepteren. De PG onderzoekt, signaleert en adviseert. Wat ik als toezichthouder het belangrijkste vind, is wat het betekent voor de kwaliteit van de strafbeschikking als die intensivering wordt doorgevoerd. Wij hebben onder meer tekortkomingen geconstateerd op hoe strafbare feiten worden omschreven en rond het ontbreken van vertalingen. Wij vinden het belangrijk dat die intensivering hand in hand gaat met verbeteringen in de kwaliteit. Dat gaan wij in ons nieuwe onderzoek beoordelen.”
Het is niet voor het eerst dat ict-problemen het functioneren van het OM beïnvloeden. De laatste tijd zijn er veelvuldig computerstoringen. Zijn de ict-perikelen bij het OM niet een onderzoek van de PG waard?
„Wij kijken inderdaad naar in hoeverre wettelijke voorschriften niet worden nageleefd door ict-aspecten. Niet alleen bij het onderzoek naar de strafbeschikking, maar ook in een nieuw onderzoek over sepots dat in juli naar buiten komt. Ik weet niet of ik dit onderwerp ooit in een overkoepelend onderzoek giet, maar het is zeker een aspect dat ik meeneem in onderzoeken.”
U bent verantwoordelijk voor de vervolging van Kamerleden en ministers. In de Tweede Kamer is veel te doen over het lekken vanuit het presidium over oud-voorzitter Khadija Arib. Naast ambtenaren zijn daar mogelijk ook Kamerleden en oud-voorzitter Vera Bergkamp bij betrokken. Is dit een zaak die op uw bord kan komen?
„Wanneer aangifte wordt gedaan tegen een Kamerlid en het betreft een ambtsmisdrijf dan komt die zaak inderdaad bij mij terecht en treed ik, als het tot een vervolging komt, op in de rol van aanklager. Dit onderzoek is in behandeling bij het OM en er is een [inmiddels vrijgesproken] verdachte die niet onder deze regeling valt. Mocht alsnog een Kamerlid in beeld komen, dan zal het OM mij informeren en kan ik een oriënterend onderzoek starten. De situatie is hier nog iets complexer omdat de Kamer ook zelf de mogelijkheid heeft onderzoek te doen.”
Wie beslist uiteindelijk of een Kamerlid of minister vervolgd wordt?
„Dat kan zowel de regering of de Tweede Kamer zijn. Vervolgens dien ik de zaak naar de Hoge Raad te brengen die hem of haar berecht.”
Is dat niet ongelukkig – want erg politiek – georganiseerd op deze manier?
„Bij de vervolging van Kamerleden en ministers zijn er altijd politici betrokken en dat wordt in brede kring als ongemakkelijk ervaren. Zowel bij de vervolging van iemand uit eigen kabinet en coalitie als iemand van de oppositie is het ingewikkeld. De Commissie Fokkens heeft hier onderzoek naar gedaan en in 2021 voorgesteld om die vervolging uit de politieke sfeer te halen en de vervolgingsbeslissing bij mij – de PG – te leggen. Een voorstel voor de daarvoor benodigde grondwetswijziging is onlangs voor advies aan de Raad van State gezonden.”
„Je zou verwachten dat bij de benoeming meer waarborgen bestaan om te voorkomen dat de onafhankelijke rol van de PG in het gedrang komt”
Heeft de PG überhaupt wel eens een politicus moeten vervolgen?
„Tot nu toe blijkt uit alle oriënterende onderzoeken dat er geen aanknopingspunten voor vervolging zijn [geweest]. Maar ik zie het niet als puur theoretische mogelijkheid. In de landen om ons heen zien we wel degelijk soms strafrechtelijke onderzoeken die in Nederland onder deze wettelijke regeling zouden zijn gevallen, zoals de recente vervolging van minister Salvini in Italië wegens het tegenhouden van bootvluchtelingen en de vervolging van voormalig ministers in België naar aanleiding van het zogenaamde Agustaschandaal rond corruptie bij de aanschaf van gevechtshelikopters.”
U ontving de afgelopen jaren aangiftes tegen Kamerlid Thierry Baudet (FVD) en de ministers Marjolein Faber (PVV) en Sigrid Kaag (D66). Komen de aangiftes vooral uit activistische hoek?
„Een aangifte lijkt soms politiek gekleurd, maar wat ik toets is natuurlijk niet de politieke wenselijkheid van een richting. Ik dien het recht, dus ik leg het langs de lat van het recht.”
Lees ook
Politiek kan te veel invloed op rechterlijke macht uitoefenen, zeggen wetenschappers: ‘Een kwaadwillende minister heeft alle knoppen om aan te draaien’
Vanwege de opmars van politieke partijen die weinig ophebben met de onafhankelijkheid van de rechtspraak wordt in Nederland serieus gekeken om de invloed van de minister van Justitie op de benoeming van de Raad van de rechtspraak en rechtbankpresidenten te beëindigen. Hoe ziet u uw positie? Is die voldoende beschermd tegen ongewenste beïnvloeding?
„De procureur-generaal bij de Hoge Raad wordt benoemd voor het leven en dat is een belangrijke waarborg voor onafhankelijkheid. Tegelijkertijd is mijn benoeming wel heel globaal geregeld. Het gaat om een benoeming bij koninklijk besluit op voordracht van de minister van Justitie. Juist omdat de PG veel taken krijgt toebedeeld vanuit zijn onafhankelijke positie in het staatsbestel, zou je verwachten dat bij die benoeming meer waarborgen bestaan om te voorkomen dat die onafhankelijke rol in het gedrang komt door een benoeming.”
Een kwaadwillende minister kan zelf bepalen wie hij als PG benoemt?
„Er komt weliswaar een aanbeveling uit het parket bij de Hoge Raad, maar dat is geen bindende aanbeveling. In andere landen waaronder België is bijvoorbeeld bepaald dat de PG afkomstig is uit het parket, maar ook die waarborg kennen wij niet. Ik zie dus kwetsbaarheden.”
„Wereldwijd krijgt de rechter steeds vaker de schuld als politieke doelen niet worden verwezenlijkt. Dat is zorgelijk”
Er wordt de laatste tijd, zowel vanuit de rechtspraak als de wetenschap, gewaarschuwd dat de rechtsstaat in Nederland gevaar is. Vindt u dat ook?
„Wereldwijd is er een toename van het sentiment waarbij de rechter de schuld krijgt als bepaalde politieke doelen niet worden verwezenlijkt. Dat is inderdaad zorgelijk. Aan de andere kant denk ik dat niet te snel moet worden geantwoord met het uitroepen van het einde van de rechtsstaat, als een minister of Kamerlid bijvoorbeeld zegt verbaasd te zijn over een uitspraak van de rechter of het er niet mee eens is.
„Het wordt anders als de politiek zegt: ‘ik ben het niet eens met die uitspraak dus ik ga hem niet uitvoeren’ of als politici rechters van een politieke agenda betichten. Dan raak je aan de integriteit en onafhankelijkheid van de rechtspraak. En dat is iets wat mij zorgen baart: dat staatsmachten soms naar elkaar wijzen als het misgaat.”
Dit vindt plaats in verschillende westerse democratieën en ook het Nederlandse parlement. Dat vindt u dus zorgelijk?
„Aan de ene kant deel ik die zorgen. Aan de andere kant is het goed om zelfbeheersing te betrachten en het begrip rechtsstaat niet inflatoir te gebruiken. Daarvoor is het een te groot goed. Als je te vaak de noodklok luidt over de rechtsstaat dan wordt het signaal zachter op het moment dat het er echt toe doet.”
Lees ook
Noodkreet over rechtsstaat van de ‘togadragers’: ‘We moeten niet lijdzaam afwachten tot het te laat is’
Mark Rutte, secretaris-generaal van de NAVO, wilde de Amerikaanse president Donald Trump dinsdagmiddag nog even een goede reis wensen: „Safe travels and see you at His Majesty’s dinner!”
Maar vooral, zo blijkt uit de tekst van Ruttes sms’je dat Trump onderweg naar Nederland op sociale media zette: Trump weer in een zonnig humeur brengen. Die was thuis woedend in het vliegtuig gestapt omdat Israël niet leek te doen wat hij wilde qua staakt-het-vuren met Iran. En als er iets is waar Rutte deze NAVO-top níét op zit te wachten: een boze en daardoor misschien wel extra onvoorspelbare Trump.
En dus deed Rutte waar hij goed in is: complimentjes geven. En kreeg Trump waar hij van houdt: complimentjes. Docent Nederlands Robbert Wigt, die het boek Supergaaf schreef over het taalgebruik van Rutte, zag in het sms’je „het stijlmiddel” terug dat Rutte ook al als premier gebruikte in debatten, persconferenties, interviews: „Overdrijven, uitvergroten. Dat is typisch Rutte. Toen hij in 2007 Rita Verdonk uit de fractie zette, noemde hij dat ‘het zwaarste besluit dat een VVD-leider ooit had genomen.” De stikstofcrisis „de zwaarste crisis” die hij ooit had meegemaakt als premier, maar die met de MH17 ook. Bij Rutte was iets niet zomaar „helder”, het was „volstrekt helder”, en de oorlog in Oekraïne was altijd „de verschrikkelijke oorlog in Oekraïne.
Overdreven geslijm
In zijn sms aan Trump begint Rutte met de Amerikaanse bombardementen in Iran, die hij „jouw beslissende actie in Iran” noemt. Die was volgens Rutte ook nog „truly extraordinary” en iets wat „niemand anders durfde”. En nu vliegt ‘Donald’ ook nog eens naar zijn „volgende grote succes”. Hij krijgt iets voor elkaar wat „GEEN andere Amerikaanse president in decennia voor elkaar had kunnen krijgen”: door hém gaan de Europese landen „FORS meer betalen” aan defensie. „Normale mensen”, zegt Robbert Wigt, „vinden dit overdreven geslijm, maar daar heeft Trump geen last van.”
Het is „typisch Rutte”, vindt Robbert Wigt. Maar ook weer niet helemaal. „Als premier doseerde hij het wat meer. Nu doet hij er een extra schep bovenop. Zijn hele gereedschapskist met overtuigende taal zet hij op voor onze Donald.”
Op de NAVO-top zei Rutte aan het eind van de middag tegen journalisten dat het niet de bedoeling was geweest dat de sms naar buiten kwam. Maar hij had er ook geen problemen mee. Volgens hem stond er „niks geks” in.
Was het overdreven, slijmen? Dat was dan, vond hij, een kwestie van „smaak”. En ook dát is typisch Rutte. Veel politici zouden in zijn plaats denken: ik sta voor schut door dat rare sms’je. Maar daar heeft Rutte geen last van. Die kon zichzelf ook al als premier van Nederland klein en onbelangrijk maken als hij dacht dat hij daardoor kon bereiken wat hij wil bereiken.
En dat is op de NAVO-top, klinkt om hem heen, de boel bij elkaar houden.