Na ophef op sociale media relativeren steeds meer partijen hun steun aan omstreden VVD-motie

Hoe neem je afstand van een voorstel waar je zelf voor hebt gestemd? Voor die vraag kwamen het CDA, de ChristenUnie en de SP de afgelopen dagen te staan, nadat zij instemden met een motie waarin wordt opgeroepen tot onderzoek door het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) naar de normen en waarden van migranten. In online gepubliceerde verklaringen probeerden zij een paar dagen later afstand te creëren tussen hun idealen en hun stemgedrag. De methodes liepen uiteen: relativeren, de problemen toedichten aan de PVV of een knieval maken.

De motie in kwestie, waarin VVD-Kamerlid Bente Becker de regering oproept om „culturele en religieuze normen en waarden van Nederlanders met een migratieachtergrond bij te houden”, werd nagenoeg onopgemerkt ingediend tijdens een commissiedebat eind november. Het voorstel werd vervolgens vorige week dinsdag aangenomen. Pas in de dagen na de stemmingen ontstond op sociale media consternatie over de motie, die volgens critici discriminerend is, en bedoeld om mensen met een migratieachtergrond in de gaten te houden.


Lees ook

De VVD-motie over Nederlanders met een migratie-achtergrond toont nieuwe harde lijn, maar is ook intern omstreden

Tweede Kamerlid  Bente Becker (VVD), die de motie over normen en waarden bij Nederlanders met een migratie-achtergrond indiende, deze week in de Kamer. Foto Bart Maat

Gevoelig

Ook sommige partijen die voor de motie stemden, zijn gevoelig voor dit argument. „Het is niet gebruikelijk voor politici om dit te doen, maar toch doe ik het”, zei SP-leider Jimmy Dijk in een video op X afgelopen zaterdag. Volgens Dijk had zijn fractie onvoldoende intern over de motie gesproken. „We hadden ons er bewust van moeten zijn dat deze motie onzorgvuldig en te eenzijdig geformuleerd was.”

Het CDA relativeerde de motie en schreef dat het voorstel niet zou leiden tot „een politiestaat die de meningen van mensen nauwlettend in de gaten houdt”. De partij zocht de reden voor de controverse buiten zichzelf. Oorzaak voor de ophef zou niet de inhoud van de motie, maar de deelname van de PVV in het kabinet zijn: „Het lastige is dat dit soort moties onder een vergrootglas liggen vanwege de samenstelling van dit kabinet.”

ChristenUnie-Kamerlid Don Ceder schrijft dat de CU graag haar afweging toelicht, „in de hoop dat dit de (grootste) zorgen wegneemt”. Volgens Ceder heeft niet zozeer de inhoud, maar de „timing van deze motie, en ook de context van eerder gedane uitspraken door verantwoordelijke bewindspersonen, begrijpelijkerwijs veel stof doen opwaaien”. Hij doelt op VVD-staatssecretaris Jurgen Nobel (Participatie en Integratie), die had gezegd dat „een groot deel” van de islamitische jongeren „onze normen en waarden” niet deelt.

Zowel het CDA als de ChristenUnie neemt niet echt afstand van de inhoud, maar zet hun stem voor de motie neer als verkeerd begrepen. In de laatste zin van de verklaring schrijft het CDA bovendien dat het „niet helpt” dat de Kamerleden „elke dinsdag over zo’n driehonderd moties moeten stemmen.” Het CDA maakt al langer een punt van het grote aantal (symbolische) moties. Opvallend is daarbij dat het CDA ook de motie-Becker afdoet als onzinnig. „Het is goed om te weten dat dergelijk onderzoek allang gebeurt […]. Je zou dus ook kunnen zeggen dat deze motie overbodig is en al wordt uitgevoerd.” Waarom het CDA voor een zelfverklaard overbodige motie zou stemmen, legt de partij niet uit.

Cynisch en verdrietig

VVD-Kamerlid Bente Becker, de indiener van de motie, liet twee dagen na de stemming van zich horen. In een videoboodschap zei ze dat ze de motie had ingediend zodat „we het debat kunnen voeren op basis van wat er echt gebeurt in de samenleving, in plaats van op basis van onze onderbuik”. Ze wordt „heel cynisch en een beetje verdrietig” dat wordt gezegd dat de VVD mensen met een migratieachtergrond „wil gaan volgen, in een register wil gaan zetten, alsof het een racistisch voorstel is”.

Het Sociaal Cultureel Planbureau, dat de onderzoeken zou moeten uitvoeren, schrijft dat het sowieso volgend jaar onderzoek zou gaan doen naar „de waardeoriëntaties op onder andere cultureel en religieus gebied”, zoals sinds 2006 elke vijf jaar gebeurt. Onder meer naar „sociale bindingen, sociaal en institutioneel vertrouwen en over waardenoriëntaties”. Maar: „Dat doen we voor de hele bevolking en daarin hanteren we een brede blik op diversiteit.” Over aanvullende of alternatieve onderzoeksplannen heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geen contact opgenomen met het SCP.

Hoe dan ook: een motie is niet bindend maar dient om de wil van de Kamer duidelijk te maken. In dit geval aan staatssecretaris Nobel. Die verwees in zijn stemadvies over de motie naar het onderzoek dat het SCP in 2025 sowieso al gaat doen. Zijn collega staatssecretaris Teun Struycken (Rechtsbescherming, namens NSC), reageerde wel gepikeerd. In de EO-talkshow Dit is Tijs noemde hij de motie „zorgelijk”. „Het gekke is: het bijhouden van religieuze opvattingen in het algemeen, dat gebeurt al. In zoverre was de motie overbodig. Maar specifiek over mensen met een migratieachtergrond – dat gaat mij te ver.”