De afgezette Syrische leider Bashar al-Assad is aangekomen in Moskou. Dat melden Russische staatsmedia zondagavond. Assad en zijn familie zouden in Rusland, dat tijdens de Syrische burgeroorlog een trouwe bondgenoot van Assads regime was, asiel hebben gekregen.
Na de opmars van de Syrische gewapende oppositie richting Damascus was de vraag wat de Syrische leider zou doen. Uit vluchtgegevens bleek dat een vliegtuig op zaterdag was opgestegen vanaf de luchthaven van de Syrische hoofdstad. Waar het toestel naartoe op weg was, bleef aanvankelijk onduidelijk.
Rusland was een van de trouwste bondgenoten van het Syrische regime. Tijdens het bliksemoffensief van de Syrische rebellen deed het land echter vrijwel niets om dit tegen te houden. Rusland heeft nog wel altijd enkele duizenden militairen gelegerd in Syrië.
In een verklaring aan staatspersbureau TASS schrijft het Kremlin dat „de leiders van de gewapende Syrische oppositie de veiligheid van Russische militaire bases en diplomatieke instellingen in Syrië” hebben gegarandeerd.
Een dertigtal activisten van Extinction Rebellion stormde even na 13.00 uur maandagmiddag bij Abbenes (Noord-Holland) het veld op met in hun kielzog evenveel journalisten, op weg naar de weghelft van de A44 richting Den Haag.
De politie zat ze toen al op de hielen. XR demonstreert in de marge van de NAVO-top om aandacht te vragen voor de klimaatcrisis, vanuit de overtuiging dat die leidt tot gewapende conflicten.
Op het moment dat enkele actievoerders de vangrail via de sloot bereikten, waren politiebusjes al ter plaatse om de demonstranten terug te duwen.
Anderhalf uur na het begin van de actie is er nog geen delegatie met buitenlandse genodigden langsgereden. Het asfalt hebben de actievoerders ook niet bereikt. Toch noemt demonstrant Emiel Sprenger de actie geslaagd. „We horen vaak dat we [met XR-acties] mensen niet tot last moeten zijn en ons op beleidsmakers moeten richten”, zegt hij. „Nou, dat doen we nu.”
Sprenger zit met de handen geboeid op het kurkdroge akkerland. Het is in Nederland nog nooit zo droog geweest deze tijd van het jaar, zegt hij. „Ik vrees de ecologisch ineenstorting veel meer dan dat Poetin hier aan de grens staat.” Waarom hij precies gearresteerd is, weet hij niet. Sprenger stelt dat er „arbitrair omgesprongen wordt met onze grondrechten”, aangezien het betreden van de snelweg als onderdeel van een demonstratie als legitiem gezien kan worden binnen de reikwijdte van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. „Omdat er nu een paar hotemetoten langskomen, worden we nu meteen aangepakt.”
Vier agenten in de weer met een demonstrant.
Foto Olivier Middendorp
Enkele activisten die probeerden de snelweg bij Abbenes te bezetten.
Foto Olivier Middendorp
Naast Sprenger in de modder zitten twee geboeide journalisten van het Leidsch Dagblad, onder wie een stagiair. Ze hadden geen politieperskaart bij zich en hielden zich volgens de politie niet aan de noodverordening. Daarin staat dat niemand binnen 250 meter van de A44 mag komen.
Activist Liesbeth, „liever geen achternaam”, heeft een bordje met ‘Hier wordt gewerkt aan uw terugkeer’. Een knipoog naar bordjes die in de fantasie van voormalig asielminister Marjolein Faber (PVV) bij het aanmeldcentrum voor asielzoekers in Ter Apel zouden worden gehangen. „Het halve land zit op slot zodat ze kunnen vergaderen over meer wapens”, zegt Liesbeth. „Dan kunnen ze beter teruggaan. Of over klimaatmaatregelen praten.”
Ze had de hoop dat de demonstranten iets meer tijd was gegund, zodat langsrijdende regeringsleiders ze zouden zien. Maar de politie begint al na een half uur met omsingelen en vorderen om het terrein te verlaten. Uiteindelijk zijn 31 mensen aangehouden.
Ik maak me zorgen de laatste tijd. Ook over de wereld. Maar ook over iets anders, namelijk de toekomst van mijn vak. Het vak van columnist. Wat is het nog waard als ChatGPT alles kan, en geloof me, Tjet Djie Pie Tie kán alles.
Misschien dat een aantal van jullie nog denkt dat hij alleen saaie Powerpoints kan maken en rapporten kan analyseren, nee joh. Beleidsaanbevelingen. Kamervragen beantwoorden. Nee joh. Hij kan al veel meer.
Columns schrijven in de stijl van Nico Dijkshoorn, Bas Heijne en Marcel van Roosmalen. Tegenwoordig lees ik versies die uit Tjet komen, en de ene is nog grappiger dan de ander. En die van ‘Bas’ zijn erudieter dan Bas zelf, of nou ja, bijna. Laat ik wel eerlijk blijven.
Wat is de toekomst van de journalistiek als iedereen Tjet gebruikt? Zou iedereen Tjet allang gebruiken? Houdt iedereen zich stil? Als ik een briljante column lees, denk ik tegenwoordig: zou het? Zou de columnist er uren op hebben zitten zweten, of heeft Tjet hem gemaakt. Er is geen enkele mogelijkheid meer om het zeker te weten.
O ja, de journalistiek. Ik boek een ticket naar Los Angeles, spreek een paar mensen op straat, ik prompt (dat is een ander woord voor ‘voeren’) een paar flarden van de omgeving, en vraag of Tjet even een reportage tikt van 800 woorden, of wacht, de eindredacteur belt, ze hebben maar 500 woorden, prima joh. Kan ik vervolgens weer aan het zwembad gaan liggen.
Of een essay, of hoe heet zoiets: een longread. Ellenlange verhalen waarin de auteurs hun persoonlijke leven fileren en een loutering doormaken. 3.000 woorden? Geen enkel probleem. Verrassende wendingen, invalshoeken die ze zelf nog nooit eerder hadden gezien. Tjet regelt het.
Of denk groter, waarom niet: schrijf een eindejaarsconference in de stijl van Peter Pannekoek en neem de meest recente nieuwsfeiten mee. Of weirder, eigenzinniger: een show van Micha Wertheim. Of een televisieshow voor Arjen Lubach, doe ff Tjet! Het kan allemaal. Daarna even bijschaven en klaar.
Tuurlijk doe ik dit niet. Ik kijk wel uit. NRC betaalt me voor mijn hoofd, niet voor een briljante robot. Daar mogen jullie als lezer ook van uitgaan. Het staat trouwens ook in onze journalistieke code: je mag AI alleen gebruiken als ‘hulpmiddel’, niet om teksten mee te genereren.
Maar ik merk wel dat ik onrustig ben, de laatste weken. Als ik het niet mag gebruiken, mis ik dan niet de boot? Zouden jullie het accepteren als ik me laat bijstaan door Tjet? Of boeit jullie dat niks, als het maar een leuke column is?
Je hebt op Instagram de hashtag #nofilter. Waarmee je kan laten zien dat de foto die je hebt gemaakt, 100 procent ‘real life’ weerspiegelt. Maar hij wordt ook gebruikt door mensen die flink hebben lopen gummen en schaven. Bedrog.
Gaat dat straks ook gelden voor romans? Krijg je dan zinsnede als ‘deze roman kan sporen van ChatGPT bevatten’. En als je braaf bent en op de achterflap de hashtag #noAI zet, wie gelooft je dan nog?
Moet je alle columnisten, essayisten, auteurs, cabaretiers, romanciers, scriptschijvers en toneelschrijvers op hun blauwe ogen geloven? Of verwacht het publiek, dat ze AI juist WEL gebruiken, omdat ze daarmee betere vakmensen worden die de laatste technieken inzetten om tot betere schrijfsels te komen – dat noemen ze tegenwoordig ‘optimale content’.
En dan de kernvraag: als een robot je column kan schrijven, wie ben ik dan nog, als columnist?
‘Je moet ChatGPT zien als een assistent”, zei een vriendin laatst. Tuurlijk joh, dacht ik. Je hebt geen idee. Zeker, de gratis versie hapert soms nog, hoewel ook niet meer zo vaak. Maar betaal 23 dollar per maand, de betaalde versie, en je bent een fakkin genius.
Een vriend van me gebruikt hem voor z’n werk, dat is overigens ook z’n werk, om de mogelijkheden van AI te onderzoeken, en hij krijgt al blikken van z’n collega’s als hij iets briljants zegt: dat heb je zeker weer van Tjet. Soms is dat zo, maar soms ook niet, maar wantrouwen is niet overdreven.
Want alles ligt met de betaalde Tjet binnen handbereik. Harry Mulisch, Annie M.G. Schmidt, Diederik Smit, Micha Wertheim, Brigitte Kaandorp, Jerry Seinfeld – of wie je helden ook zijn. Je kan ze allemaal voor je laten werken. Wie gaat er mee, en wie niet?
Maar vooral: hoe ver ga je dan?
Heb je een vraag van de week, taboe, of ‘kwestie’ voor deze rubriek? Mail dan naar [email protected]
Recentelijk verscheen van twee bekende wandelboekenauteurs bij KNNV Uitgeverij een wandelgids rond een aantrekkelijk thema: beken. Om precies te zijn de beken die stromen op en rond de Veluwe. Wij worden altijd blij van beken: niet alleen is het kabbelende water zowel visueel als auditief bijzonder prettig, ook trekt zo’n breed of smal stroompje dwars door bos of velden veel extra vogels, dieren en zeldzame planten. Met de beken van Limburg en het oosten van het land waren we inmiddels redelijk bekend, met die rond de Veluwe een stuk minder. We wisten in elk geval niet dat het er zovéél waren.
Dit aantrekkelijk uitgevoerde boek doet je anders naar beken kijken. Niet alleen vanwege de zeventien wandelingen die grotendeels langs beken en aftakkingen daarvan leiden, en die je allemáál wel zou willen lopen, maar ook door de uitvoerige informatie. Na elke routebeschrijving komen deskundigen aan het woord over de beek en het omliggende landschap, van historie tot de actuele situatie zoals toenemend droogtegevaar. Wie zin heeft zich er eens goed in te verdiepen, kan met dit boek in elk geval zijn hart ophalen.
De eerste beekwandeling (11 kilometer) wordt die bij Hierden: helemaal bovenin, waar de Veluwe voor je gevoel eigenlijk al geen Veluwe meer is. Maar dat is nadrukkelijk wél zo, stellen de auteurs: ook dit ‘platte’ stukje hoort erbij. Hier stromen de beken vanuit de relatief bescheiden hoogten van de Veluwe uiteindelijk het Veluwemeer in. De route volgt het sluitstuk van een 27 kilometer lange kronkelende beek, met een verval van 27 meter. Al snel laten we het dorpje Hierden achter ons en lopen over een klinkerweg naar het meer, waar het in alle vroegte al stikt van de leuke vogels – roodborsttapuiten, puttertjes, een kleine zilverreiger, blauwborst, Cetti’s Zanger. Een vogelonderzoeker ter plekke vertelt dat hij hier met regelmaat de zeearend en visarend ziet. Vlakbij staat een uitkijktoren die je over de rietkraag heen laat kijken – honderden smienten en kuifeenden dobberen op het meer. Daarna lopen we eindelijk langs de beek en volgen we stroomopwaarts zijn kronkelende loop, met overal helder water. Heerlijk dat je hier werkelijk niemand tegenkomt – alleen de uitbundig zingende vogels begeleiden ons op dit fraaie stukje, waar vijf reeën rustig staan te grazen en de hazen over elkaar heen buitelen op de natuurlijk ogende graslanden met lekker rommelige bermen. Allengs wordt de begroeiing wat dichter, worden de bomen hoger – om uiteindelijk nog een paar ‘echte’ stukjes bos mee te pikken, inclusief een fraai beukendeel. Zonder verkeerd te lopen eindigen we weer bij de kerk van Hierden, al moet gezegd dat de routebeschrijving (fotografeer de pagina’s met je telefoon, het boek is te dik om in de hand te houden) hier en daar iets duidelijker had gekund – een paar keer twijfelden we even welk pad in te slaan.
Ditzelfde euvel manifesteerde zich nog wat meer tijdens wandeling twee (12 kilometer): bij de Leuvenumse beken, een fraai bosgebied met kronkelende beekjes. Het hielp niet dat enkele paden inmiddels waren afgesloten, ook was de routebeschrijving niet accuraat genoeg – wij liepen driemaal verkeerd, waardoor we het laatste rondje van de wandeling maar lieten zitten. In het boek helaas geen QR-codes naar gratis gps-tracks (zoals tegenwoordig gebruikelijk is); wel kun je die los kopen (€ 2,49) via Wandelzoekpagina.nl (jaarabonnement € 13,49). Maar ja, om nou nog eens te moeten betalen als je ook al een boek van bijna 28 euro hebt aangeschaft. Daarom is het extra jammer dat het in het boek afgedrukte kaartje net te klein is om goed te kunnen zien welk paadje je nou precies moet nemen.
Vogels en vergezichten in minder bekend Limburg
Bij Limburg denk je misschien automatisch aan het uiterste zuidpuntje, dat unieke stukje ‘buitenland’ waar je geniet van de heuvels en vlaai bij de koffie. Maar Limburg is een heel stuk groter dan dat, en kent diverse fraaie gebieden die het verdienen ontdekt te worden. Fijn dat uitgeverij Gegarandeerd Onregelmatig een gids uitbracht van dat ándere Limburg: Lopen door landelijk Limburg, geschreven door hun sterauteur Rob Wolfs (die ook al meewerkte aan het hiervoor beschreven boek). Het Leudal, ten noordwesten van Roermond, is daarvan zonder twijfel een van de betoverendste plekjes: wie hier op een rustig moment gaat lopen zal een diep geluk ervaren bij het zien van zoveel schoonheid. Omhoog en omlaag gaat het, met onder je een kronkelende beek die je eerder in een ver buitenland zou verwachten. Het vogelconcert op deze vroege zondagochtend is fenomenaal. We horen de middelste en kleine bonte specht, de grote lijster, raaf en wielewaal, om maar een paar excellente soorten te noemen. En genieten tweemaal van een grote gele kwikstaart, hippend in en naast het meanderende stroompje vol keien, die zich optimaal thuis voelt in een ‘buitenlands’ watertje als dit. Dat ook de bever zich hier graag ophoudt, bewijzen niet alleen de vele rond afgeknaagde boomstammen en dammen in het water, we zien ook de ingang van een burcht. En de hele beek lang maak je kans op de felblauwe flits van de ijsvogel. Slechts éénmaal twijfelen we, maar dankzij de gps (hier wel gratis) lopen we 13 kilometer lang uiteindelijk geen meter verkeerd.
Wandeling twee (12 kilometer) voert naar het Rijk van Nijmegen, met onder meer het Zevendal. Het lijkt soms wel of we toch in Zuid-Limburg lopen, want reken maar dat je hier moet klimmen. Het gebied telt meerdere ‘bergen’ die je via soms steile hellingen op en ook weer af moet – een uitstekende oefening voor de bergvakantie deze zomer. De Mookerheide biedt fijne vergezichten en vanaf de 80 meter hoge Kiekberg word je getrakteerd op uitzichten naar Groesbeek en Duitsland. Een deel van de route is officieel stiltegebied, maar ook daarbuiten is het genieten van een heerlijke rust.
In het voorwoord lazen we dat de auteur wilde afrekenen met het vooroordeel dat Noord- en Midden-Limburg slechts gebieden zijn waar je doorheen moet rijden om in Zuid-Limburg te komen. Wat ons betreft is hij daar met dit boek zeer goed in geslaagd.
Enkel het geluid van vogels
Voor wie van stilte houdt én natuur is wandelen een van de fijnste tijdverdrijven. Helemaal mooi wordt het als die natuur relatief weinig bezocht wordt door andere liefhebbers en je die stilte ook écht kunt ervaren – wat in ons land niet vanzelfsprekend is. Hoe fijn is het dan dat in de Roots-serie recentelijk de bundel De mooiste stiltewandelingen van Nederland verscheen. De makers selecteerden zestien wandelingen in natuurgebieden die ofwel onderdeel zijn van een officieel stiltegebied ofwel in een heel stil gebied liggen, zoals het Springendal in Overijssel. Uit het voorwoord: „Door te wandelen wordt de drukte die je ervaart – gedachten, onrust, stress – vanzelf minder. Na iedere stap voel je je weer iets lichter en leger. En hoe stiller je wordt, hoe meer je hoort. Het zingen van een roodborst, het kraken van een eeuwenoude eik, het zachte gekabbel van een beekje dat je passeert.”
In Drenthe ligt het Dwingelderveld, in het boek getypeerd als ‘Afrika in Drenthe’. Een uitstekende keuze om deze wandeling (14,3 kilometer, eenvoudig in te korten tot 9,7) op te nemen: wij lopen hier op zondagochtend (oké, wel heel vroeg) en komen vrijwel niemand tegen. Af en toe staan we stil met gespitste oren omdat we een vogelgeluid niet direct kunnen thuisbrengen, verder is het volmaakt stil. Wat een heerlijk gebied, met heidevlaktes zo ver je kunt kijken, maar wel met meer stukjes bos en fijne bomenpartijen dan bijvoorbeeld het bekendere, hier niet zo ver vandaan gelegen Fochteloërveen. De wandeling is ook afwisselend – we passeren diverse vennen en beekjes, lopen langs kromme oude bomen en constateren opgetogen dat de route ons ook voert langs plekken net buiten het Dwingelderveld, waar vermoedelijk écht vrijwel nooit iemand komt – behalve de bezitter van dit boek. En op precies zo’n onbekend plekje genieten wij van maar liefst acht appelvinken, terwijl diep weggedoken tussen de takken de geelgors roept.
Een totaal ander soort wandeling qua landschap is die in het Amerongse Bos op de Utrechtse Heuvelrug, gelegen in het zuidelijke deel van dit na de Veluwe grootste aaneengesloten natuurgebied. Hier tref je vele enorme stuwwallen, 150.000 jaar geleden ontstaan door oprukkende ijslagen. De route (9,7 kilometer) voert onder meer langs de Amerongse Berg, tevens het hoogste punt van de Utrechtse Heuvelrug, plus fraaie uitzichtpunten. De vegetatie is fijn afwisselend: we passeren zowel loof- als naaldbomen, heidevelden en donkere delen vol prachtige varens.
Deze wandeling is ook weer perfect beschreven, met fantastisch duidelijke kaart. Dit boek doet wat het belooft. De makers kozen in dit bekende en drukbezochte gebied bewust voor stillere paden – zelfs op deze zonnige zondag komen we hele stukken niemand tegen. Een boek waarvan je alle wandelingen een keer gelopen wilt hebben.