Wel of geen neutrale Russische en Wit-Russische sporters in Parijs in 2024?

Olympische Spelen Het is de vraag die de olympische beweging bezighoudt. Hoeveel standpunten er ook zijn, uiteindelijk beslist het IOC over de gang van zaken in Parijs.

Bij de Olympische Spelen van Tokio in 2021 deden Russische sporters onder neutrale vlag mee.
Bij de Olympische Spelen van Tokio in 2021 deden Russische sporters onder neutrale vlag mee.

Foto Rungroh Yongrit / EPA

„Het ethische dilemma van de Olympische Spelen in 2024”, zegt een vrouwenstem in het filmpje dat de Oekraïense president Volodymyr Zelensky woensdag op Twitter deelde: „Moet het Russische atleten verboden worden om deel te nemen in Parijs?”

Een retorische vraag, vanuit Oekraïens perspectief. Het land voert campagne tegen Russische deelname aan de Zomerspelen van 2024 en dreigde zelfs al met een boycot als Russische sporters wel mee mogen doen. Maar geen retorische vraag voor Thomas Bach, de voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité (IOC). In januari liet het IOC weten „te onderzoeken” of Russische en Wit-Russische sporters „onder strikte voorwaarden van neutraliteit” – geen vlag en volkslied, en zonder „actieve steun” voor de oorlog – mee kunnen doen aan het evenement in Parijs.

Het is duidelijk een andere koers dan in februari 2022. Toen adviseerde het IOC nog aan alle sportbonden wereldwijd om helemaal geen Russische en Wit-Russische sporters toe te laten. Een uitzonderlijke stap die nodig was om „de integriteit van de sport wereldwijd te beschermen”, zei de organisatie destijds.

Propaganda

Sinds Bach – die in 1976 olympisch goud won met het West-Duitse schermteam in Montreal – de deur voor Russische en Wit-Russische sporters weer op een kier zette, wordt er verhit over eventuele deelname gedebatteerd. Deze vrijdag bespreekt minister Conny Helder (Sport, VVD) het vraagstuk met 34 ambtgenoten. Naast EU-ministers sluiten bij dat overleg ook het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Canada aan.

Oekraïne vindt bondgenoten in landen als Polen, de Baltische staten en Noorwegen. Door hen wordt elke Russische aanwezigheid op de Spelen sterk afgewezen. „Sport is een Russische propagandamachine, dat negeren betekent de kant kiezen van agressie”, schreef de premier van Estland, Kaja Kallas, in januari op Twitter.

Ook de burgemeester van Parijs, Anne Hidalgo, liet deze week aan nieuwszender France Info weten dat ze tijdens de Spelen geen Russische delegatie wil zien „zolang het bommen regent op de Oekraïne”. Eerder noemde Hidalgo neutrale deelname nog een optie, maar nu zei ze dat meedoen onder neutrale vlag „feitelijk niet bestaat”.

Maar de Verenigde Staten gaan er minder hard in. Het land wijst Russische deelname niet op voorhand af, zo lang het „absoluut duidelijk is” dat Russische en Wit-Russische sporters onder neutrale vlag uitkomen. Ook het Amerikaanse olympische en paralympische comité USOPC ziet heil in de „neutrale route”. Amerikaanse sporters koesteren „een diepe wens” om „tegen de beste sporters van de wereld te strijden”, schreef USOPC-voorzitter Gene Sykes in een brief die persbureau AP vorige week in handen kreeg. Ook NOC-NSF wijst eventuele deelname van Russen onder neutrale vlag niet per definitie af, al heeft de Nederlandse sportkoepel wel „zorgen over uitvoering en houdbaarheid”.

Rusland wil zich ondertussen gewoon voorbereiden op de Spelen van Parijs. De Russische sportwereld heeft onderdak gevonden in Azië. Rusland, geografisch zowel Europees als Aziatisch gelegen, heeft in januari toestemming gekregen om in Azië deel te nemen aan olympische kwalificatietoernooien in plaats van in Europa.

‘Politieke neutraliteit’

Hoeveel standpunten er ook zijn, uiteindelijk beslist het IOC over de gang van zaken in Parijs. IOC-voorzitter Bach zal de komende tijd zijn handen vol zal hebben aan de kwestie Rusland-Oekraïne, die maar weer aantoont dat het olympische adagium van politieke neutraliteit in de praktijk vaak lastig uitvalt.

Van Bach persoonlijk is bekend dat hij een hekel heeft aan boycots. Als schermer zag hij olympische deelname aan zijn neus voorbij gaan nadat West-Duitsland zich, ondanks zijn eigen felle verzet, had aangesloten bij boycot van de Zomerspelen van Moskou in 1980. Het was de grootste in de geschiedenis van de Spelen: meer dan zestig landen zagen van deelname af, vanwege de Sovjet-invasie in Afghanistan. Die ervaring deed Bach realiseren „dat een boycot geen enkel nut heeft”.

In januari zei Bach dat het „isoleren” van alle Russen, ongeacht hun mening over de oorlog, „in strijd is met het Olympisch Handvest”, al is dit het verleden wel gebeurd bij sporters uit Zuid-Afrika tijdens de apartheid. Daarnaast zou uitsluiting op basis van nationaliteit alleen discriminatie zijn.

Lastig praktisch vraagstuk is wel in hoeverre een Russische sporter neutraal kan zijn. Voor Russen is het riskant om zich te distantiëren van het Russische regime. Bovendien kan niemand voorkomen dat president Poetin goede sier maakt met medailles van Russische sporters, ook onder neutrale vlag.

Daarbij trainen veel Russische sporters bij verenigingen die aan het leger verbonden zijn en daarmee aan de Russische staat – van neutraliteit is in dat geval geen sprake.

Overigens kwamen Russische sporters de vorige Olympische Spelen al onder neutrale vlag uit, als sanctie voor staatsgesteunde doping.

Wanneer het IOC een knoop gaat doorhakken, is nog onduidelijk. Bach probeerde donderdag in ieder geval de Oekraïnse lobby af te remmen. In een brief aan het Oekraïense olympisch comité noemde hij een boycot van de Spelen prematuur, aangezien Russische deelname „nog niet eens in concrete termen besproken is”. Om die reden noemde hij de Oekraïense „publieke beïnvloeding” van IOC-leden „op zijn minst zeer spijtig”. Een meerderheid van de IOC-leden zou dat volgens Bach ook vinden.

Ondertussen blijft president Zelensky op zijn beurt Bach onder druk zetten. Vorige week februari nodigde hij de IOC-voorzitter uit voor een bezoek aan het Oekraïense front „om met eigen ogen te bekijken dat neutraliteit niet bestaat”. Van die uitnodiging maakt Bach vooralsnog geen gebruik.