Kaarsjes en een minuut stilte. Zo begon het protest in Novi Sad dinsdagavond. Ongeveer twintigduizend Serviërs trokken naar het treinstation in de Noord-Servische stad, waar vrijdag veertien mensen stierven en drie mensen gewond raakten toen een betonnen luifel van het station instortte. Burgers, oppositieleiders en actievoerders hielden rozen en knuffels vast voor de slachtoffers en de nabestaanden. Daarna trok de stoet naar het stadhuis, in protest tegen de overheid, die volgens de demonstranten verantwoordelijk is voor het ongeluk.
Velen in Servië zijn woedend op hun regering. „Ik reis dagelijks met de trein van Novi Sad naar Belgrado en sta elke dag onder het dak dat instortte”, zegt Nikolina Ilić (24) uit Novi Sad geëmotioneerd. Vriendin Jelena Tadić (26) heeft tranen in haar ogen: „De staat is zo corrupt geworden, we worden van tragedie naar tragedie geslingerd. Hier in Servië hebben we minstens één tragedie per jaar en minstens tien doden. Het is niet normaal.”
Een paar uur later ontaardde het protest in chaos. „Moordenaars”, „dievenbende”, „naar de gevangenis met ze”, scandeerden demonstranten, doelend op politici van de regerende Servische Progressieve Partij (SNS) van president Aleksandar Vucic. SNS-kantoren werden met rode verf beklad. Activisten probeerden het stadhuis binnen te dringen. Gemaskerde personen, waarschijnlijk voetbalhooligans die volgens lokale media door de regering waren gestuurd om onrust te stoken, gooiden stenen, vuurwerk en verf naar de politie. Agenten vuurden traangas af.
Structurele corruptie
De tragedie in Novi Sad is voor veel Serviërs de druppel die de emmer doet overlopen, zegt Milos Jovanović (35) uit Belgrado. „Het is elke keer hetzelfde verhaal.” Hij verfde zijn gezicht en handen rood als symbool van „het bloed van de slachtoffers dat aan de handen van de overheid kleeft. Mensen bloeden dood op straat en politici zetten hun zonnebril op en kijken de andere kant uit. Het gaat ze alleen om geld. Ik wil dat ze ontslag nemen, mensen in de ogen kijken en stoppen met liegen, maar er verandert hier nooit iets.”
De groen-linkse oppositie die aan het protest deelnam, ziet de ramp als een gevolg van de structurele corruptie in het land. Het treinstation wordt verbouwd door twee Chinese bedrijven, als onderdeel van een staatsproject ter waarde van 16 miljoen euro. Volgens de oppositie is er geen sprake van een „tragisch ongeluk”, maar van „een misdrijf door nalatigheid”. De investeerders, die dicht bij het regime staan, omzeilen straffeloos de regelgeving, aldus de oppositie.
„De corruptie is dodelijk, en daar is dit ongeluk een duidelijk voorbeeld van”, zegt Katarina Tadic van het Europees Fonds voor de Balkan. „De tragedie is een gevolg van incompetentie en een compleet gebrek aan verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid.” Onder de SNS is infrastructuur een belangrijk beleidspunt geworden. „Om geld uit te geven”, zegt Tadic. „Dat is de prioriteit, niet de veiligheid. Ik denk dat we meer van dit soort incidenten gaan zien.”
Beton als partijsymbool
„Het staatsbestel van Vucic is een groot Ponzi-scheme [een soort piramidespel] en het is een kwestie van tijd voor het misgaat”, zegt politicoloog Srdan Cvijic van het Belgrade Center for Security Policy (BCSP). „Ze houden van beton, het zou hun partijsymbool kunnen zijn”, grapt hij over de partij van president Vucic. Dan weer serieus: „Vastgoed financiert de oligarchie, de partij, en henzelf persoonlijk.”
Lees ook
Servische oppositiepartijen eisen nieuwe verkiezingen na omstreden overwinning Vucic
Demonstranten eisen daarom het aftreden van premier Miloš Vucevic en de burgemeester van Novi Sad, Milan Duric. De minister van Infrastructuur, Goran Vesic, kondigde dinsdag zijn ontslag aan. Ook willen demonstranten dat de overheid de contracten met de Chinese bedrijven die het station verbouwden openbaar maakt. Ze hebben de regering 48 uur gegeven. Als hun eisen niet worden ingewilligd, zullen meer demonstraties volgen, ook in Belgrado.
Velen trekken een parallel met wat vorig jaar mei gebeurde na twee massaschietpartijen. Daarbij kwamen zeventien mensen om het leven. Vucic bezocht de plaats van het onheil toen niet en liet alleen een steunbetuiging horen via staatsmedia. Aanvankelijk ging hij deze week ook niet naar Novi Sad. Maar nadat oppositie-media beelden uitzonden van protesten waarbij vlaggen werden vernield en portretten van SNS-politici werden beklad, besloot de president dinsdag toch naar de getroffen stad te reizen. Verzoenend klonk hij niet. Op Instagram schreef hij: „Er zijn gruwelijke, gewelddadige protesten tegen de staat in Novi Sad. Servië zal zijn vlag verdedigen […] en alle daders straffen. Twijfel daar niet aan.”
Lees ook
De Servische president Aleksandar Vucic kan de Balkan doen wankelen. Wie is hij?