Kun je proeven dat zeewater op de ene plek zouter is dan op de andere ?

Aan boord van een onderzoeksschip op de Noord-Atlantische Oceaan kreeg deze verslaggever een golf zeewater over zich heen. Koud en zout! Oceanografen weten dat dit gedeelte van de oceaan, de Atlantische, de zoutste is van alle vijf oceaanbekkens op de wereld. In de Noord-Atlantische Oceaan regent het weinig en is er veel verdamping – wat de oceaan relatief zout maakt. De Perzische Golf is relatief zout doordat er nauwelijks zoet water in stroomt uit rivieren. Zoutgehalte varieert ook met diepte: over het algemeen zinkt zout water naar beneden door de hoge dichtheid ervan. In de Noord-Atlantische Oceaan zorgen stromingen voor subtiele variaties.

Tegenstrijdige uitkomsten

Dat roept de vraag op of mensen eigenlijk het verschillen in zoutgehalte van zeewater kunnen proeven? Experimenten geven tegenstrijdige uitkomsten. Erik van Sebille, oceaanwetenschapper aan de Universiteit Utrecht, mailt naar het schip dat hij zeven jaar geleden voor zijn studenten twee karaffen water met twee concentraties zout had gemaakt: „Eén representatief voor de Atlantische Oceaan (ongeveer 37 gram keukenzout per liter water) en één voor de Stille Oceaan (ongeveer 35 gram per liter).” Vervolgens liet de oceanograaf 24 studenten de verschillende mengsels proeven. De studenten konden het verschil van 2 gram zout per liter niet proeven. Oceaanwater is te zout om zo’n klein verschil van 6 procent in zoutgehalte te kunnen onderscheiden, denkt Van Sebille.

Zoutwater-smaakproef-experiment aan boord.
Foto Laura Bergshoef

Een herhaling van zo’n smaakproef aan boord van het onderzoeksschip – en dan met echt zeewater van verschillend zoutgehalte – leverde wel resultaat op. Op de proeflocatie midden op de Atlantische Oceaan verschilt het zoutgehalte met de diepte: op 1.300 meter is het het minst zout, op 500 het zoutst en op de bodem bijna even zout als op 500 meter. De verslaggever vulde flessen met oceaanwater van de drie dieptes en schonk dat vervolgens in wijnglazen voor een groep van zeven zeelieden en onderzoekers. Alle zeven proefden inderdaad dat het water uit 1.300 meter het minst zout was. Dat is gek, want het verschil in zoutgehalte was hier minder groot dan in de proef van Van Sebille.

Kunnen mensen nu wel of niet het verschil in zout proeven in oceaanwater? Reuk- en smaakwetenschapper Sanne Boesveldt van de Wageningen Universiteit mailt van niet. „Net als bij een zoete smaak proef je het pas als het verschil 10 tot 15 procent is, ongeacht de concentratie.” Het verschil in zoutconcentratie in de oceaanbekkens van 6 procent is voor mensen dus niet waar te nemen.

De relatie tussen zoutconcentratie en onze subjectieve waarneming ziet er volgens Boesveldt uit als een curve. Volgens smaakexpert Wender Bredie van de Universiteit van Kopenhagen bestaat er ook een „plateau in zoutsmaak”, waarbij de zoutconcentratie zó hoog is dat meer zout toevoegen niets meer uitmaakt. Het is dan te zout om nog verschil te proeven. „Maar, bij zeewater heb je dat plateau nog niet bereikt.” Hij denkt, net als Boesveldt, dat de verschillen in zoutgehaltes van de oceaan te klein zijn om ze te proeven.

Alg-achtige smaak

Waarom proefden de proefpersonen aan boord dan toch een verschil? Volgens Broesveldt kan dat te maken met een „effect dat dumping heet: als we een smaak niet goed kunnen thuisbrengen, dumpen we die waarneming in een andere smaak”. Water uit verschillende diepten smaakt anders: uit de diepzee proeft water meer metaalachtig, de minder diepe lagen hebben een alg-achtige smaak. Het zou dus kunnen dat proefpersonen sommige vreemde smaken associëren met zout.


Lees ook

Dagen lang geen signaal. Alleen dolfijnen geven antwoord

DCIM100MEDIADJI_0017.JPG



Delen