Gedupeerde reizigers in Winterswijk krijgen tijdens streekvervoerstaking hulp uit onverwachte hoek

Reportage

Staking streekvervoer In Winterswijk zijn ze wel wat ongemak gewend. Maar een weeklange staking van het streekvervoer? Dan help je elkaar.

Wachtende reiziger tijdens de OV-staking, in Delden.
Wachtende reiziger tijdens de OV-staking, in Delden.

Foto Emiel Muijderman/ANP

‘Zou ’ie komen. Nou, ik geloof het niet hoor.” Ans Sengers (84) kijkt gespannen naar de bushalte bij het treinstation van Winterswijk. Ze had zondag vanuit Utrecht een treinretourtje gekocht voor een bezoek aan haar invalide schoonzus in het verzorgingshuis. Maar toen ze ’s avonds terug wilde reizen, reed er alleen een bus naar Enschede. Ritprijs: 48 euro. Ja sorry, dat doet ze niet. Dus ze is blijven slapen op de bank. Maar nu blijkt dat het openbaar vervoer de hele week staakt! „Moet ik dan de hele week op de bank bij m’n invalide zus in het verzorgingshuis?”

Ze onderbreekt. „Ik moet het even in de gaten houden hoor.”

Zojuist was Ans Sengers nog met een andere gedupeerde, een 85-jarige vrouw die terug naar Amsterdam moest en hier was afgezet door familie en er toen pas achter kwam dat ze niet verder kon. Een meneer met auto heeft de vrouw weer teruggebracht naar de familie. Maar nu staat Ans Sengers hier dus alleen, er is vrijwel niemand.

En ze is nog harstikke fit hoor, ze reist het hele land door, en als ze nu moet plassen, nou, dan doet ze het desnoods in een tuintje aan de overkant – „mij krijgen ze er niet onder” – maar fijn is het niet. Ze komt net bij het politiebureau vandaan. Daar zeiden ze: „Ja mevrouw, we hebben niet echt tijd.” „Maar de trein staakt!” En toen hoorde ze van een agent over de bus. Dat er tóch eentje zou rijden, naar Enschede, en van daaruit zou ze verder kunnen met een NS-trein. Een bus om kwart voor twaalf.

Eindhalte

Winterswijk, puntje Achterhoek, is de eindhalte van zowat alle streekvervoer in de regio. Het dorp ligt tegen de Duitse grens en de verbindingen zijn hier altijd belabberd geweest. De automobilist is aangewezen op N-wegen, 23 kilometer lang, en wie met het openbaar vervoer reist doet er met een Arriva-trein een uur over – twaalf haltes – om Arnhem te bereiken. Zutphen kan in 33 minuten; Enschede, alleen per bus, in 1 uur en 6 minuten.

Oh wat ik blij dat u een werkwillende bent!

Ze zijn hier wel wat ongemak gewend. Maar een staking van het streekvervoer, deze hele week, vooral in de regio’s Dordrecht, Achterhoek en Limburg, voor een hoger loon en minder werkdruk, dat maakt het wel heel lastig om je bestemming te bereiken. Vooral forenzen en scholieren van de hogescholen ondervinden er in Winterswijk last van.

Elkaar helpen. Als je zo geïsoleerd woont, is dat de uitkomst.

Ans Sengers tuurt naar de weg. „Ik heb een glaucoom en heb m’n oogdruppels niet bij me. Een dagje zonder kan wel, maar een hele week? Dan ben ik blind!” En opeens: “Kijk, daar is een bus, ooh ja, wat is dat? De 73! Die moet ik hebben!” Ze is zó blij, zegt ze bij de instap. „Kom er dan maar in”, zegt de chauffeur.

Sengers gaat zitten. Eén andere passagier. „Ik ben een werkwillende”, licht de chauffeur toe. „Die heb je ook.”

„Oh wat ik blij dat u een werkwillende bent!”

„Train station? Den Hague?” Een man met opgeschoren coupe staat plots in de deuropening.

„Train? No train. Winterswijk-Enschede”, klinkt vanachter het stuur. De man graait in zijn jas.

„You have a card?”

„No.”

„No card?”

Hij houdt een muntje op.

„I can’t drive you for 5 cents. Not possible.”

De man is dakloos en toont een verkreukeld papiertje, z’n ontslagbrief uit de gevangenis.

„Everyone has to pay.” Ans Sengers wappert al met een pasje, maar nee, daar gaan we niet aan beginnen, zegt de chauffeur. „Werkwillend, maar geen zwartrijders. I’m sorry.”

Als de bus vertrokken is, druipt de man af. Hij trapt tegen een paar fietsen, brult en gaat zitten op het lege perron.

Stilstaande treinen tijdens OV-staking. Foto Eric Brinkhorst

Een man in overjas, leesbril aan een touwtje, loopt erheen en vraagt of ’ie kan helpen – „nee”, is het antwoord.

De toegesnelde meneer heet Arjan, „liever geen achternaam”, en is een 68-jarige pensionado die hier z’n kaart komt opladen. Hij en zijn vrouw helpen in deze barre tijden wel vaker mensen. Zoals twee Iraanse jongens van het AZC in Winterwijk die dagelijks naar de havo in Arnhem reizen. Ze zijn meerderjarig en moeten alles zelf bekostigen, dus heeft Arjan hun schoolboeken betaald. En nu met die staking heeft ’ie geregeld dat de jongens de hele week in het AZC in Arnhem kunnen verblijven, want het is toetsweek en anders halen ze vanwege de staking hun diploma niet.


Lees ook: Staking streekververvoer uitgebreid, treinpersoneel sluit zich maandag aan

„Ik heb best begrip voor de stakers. Maar kan dit niet in het weekend?”

„Dan werkt het niet”, klinkt achter hem. Het is Gerrit Hendriksen (74), die in de snoepautomaat de gaten bijvult. Doosjes Balisto’s, Twixen, Milkarepen. Maar ook Hendriksen staat niet achter de staking. „Mijn zoon heeft een broodjeszaak in het stationsgebouw in Doetinchem. Je wilt niet weten wat ’ie deze week aan inkomsten misloopt.”

„Iederéén heeft het lastig”, zegt Arjan. „Kijk naar al die scholieren.”

„Doe het dan in één keer”, zegt Gerrit Hendriksen. „Páts, één dag. Niet de hele week.”

Trouwens, Arjan heeft de dakloze alsnog op de bus gezet – „gesprekje met de chauffeur”. En die 85-jarige vrouw uit Amsterdam die hier vanochtend naast Ans Sengers stond? Die heeft Gerrit Hendriksen met de auto terug naar haar familie gebracht. „Als je elkaar kunt helpen, doe je dat.”

Een man met flinke tassen onderbreekt: “Goeiedag, mag ik u iets vragen? Kan ik vandaag naar Haarlem toe?”

Hendriksen: „Vliegtuig!”

De man kijkt verbaasd. Vliegtuig?

„Kom, loop maar mee”, zegt Arjan gebarend naar de bushalte.

Wachten in Haaksbergen. Foto Emiel Muijderman/AN{