Nvidia, marktleider in AI-chips en de machtigste chipleverancier van dit moment, maakt mogelijk misbruik van zijn dominante positie. Dat is de reden dat het Amerikaanse ministerie van Justitie een formeel onderzoek start naar de chipontwerper uit Californië. Nadat persbureau Bloomberg over het onderzoek berichtte, zakte de koers van Nvidia – een van de meest waardevolle bedrijven op de beurs – met tien procent. Daarmee verdampte in één klap 300 miljard dollar aan theoretische beurswaarde, al is Nvidia nog altijd een van de grootste bedrijven op de Nasdaq.
Er hing al een tijdje zo’n onderzoek naar machtsmisbruik in de lucht. De aanleiding: Nvidia zou het klanten bewust moeilijk maken om over te stappen op concurrerende chips. Nvidia ontkent de aantijgingen, en zegt de resultaten van het onderzoek met vertrouwen tegemoet te zien. Maar wat Nvidia niet kan ontkennen is dat het zijn technische voorsprong uitbouwde tot een machtig monopolie in een lucratieve markt. Nvidia heeft een marktaandeel van rond de 90 procent in AI-chips, die gespecialiseerd zijn in het analyseren van grote hoeveelheden data.
Vergeleken met directe concurrenten als AMD en Intel heeft Nvidia de komende jaren nog de meeste rekencapaciteit voorhanden om toepassingen als ChatGPT te verbeteren. Tegelijkertijd probeert Nvidia zijn invloed in de AI-keten uit te breiden. Het ontwikkelt niet alleen hardware, maar levert ook de software om de chips te programmeren. Daarnaast spreidt Nvidia zijn vleugels uit als aanbieder van supercomputers in de cloud, allemaal aangedreven door Nvidia-chips.
Ook de EU heeft Nvidia in het vizier: de Franse toezichthouder bereidt een onderzoek voor naar machtsmisbruik. Het bedrijf zou afnemers dwingen om tegelijkertijd ook software en netwerkproducten af te nemen, gebruikmakend van de schaarste van de chips. Zulke koppelverkoop is niet toegestaan. Maar omdat Nvidia technisch voorop loopt, worden de voorwaarden in de praktijk toch geaccepteerd. De techbedrijven die kunstmatige intelligentie ontwikkelen, hebben immers meer rekenkracht nodig om de AI-wedloop niet te verliezen.
TSMC is de bottleneck
Ook al kopen ze zich nu suf aan Nvidia-chips, de grote namen in Silicon Valley proberen zich wel te ontworstelen aan de greep van de chipontwerper. Techbedrijven als Google, Microsoft. Meta, OpenAI en Amazon zijn goed voor zo’n 40 procent van de Nvidia-omzet. Maar deze techreuzen ontwikkelen ook eigen AI-chips, in een poging hun afhankelijkheid van Nvidia te verkleinen.
De concurrentie van AMD en Intel wordt sterker, en ook jonge bedrijven als Groq storten zich op de AI-markt met nieuwe technologie. Maar alle chipontwerpers ervaren dezelfde hindernis: gebrek aan productiecapaciteit bij de grootste chipmaker ter wereld, TSMC. Dat Taiwanese bedrijf neemt de daadwerkelijke fabricage van de meest geavanceerde AI-chips voor zijn rekening. In Taiwan is Nvidia, na Apple, qua omzet de grootste klant.
TSMC rekent tot 2026 nog op productietekorten en dankzij die schaarste kan Nvidia voorlopig de hoofdprijs vragen voor zijn chips, of mogelijk andere voorwaarden afdwingen. Overigens is er ook een tekort aan het speciale snelle computergeheugen dat nodig is voor ingewikkelde AI-berekeningen – in vaktermen: HBM of high bandwidth memory. De Zuid-Koreaanse geheugenfabrikant SK Hynix laat weten tot 2026 uitverkocht te zijn.