Rutte haalt zijn geliefde truc weer uit de kast: de tweestrijd

Campagne Door de PvdA en GroenLinks als grote tegenstander af te schilderen hoopt de VVD zoveel mogelijk rechtse kiezers te winnen.

Partijleiders Mark Rutte (VVD) en Jesse Klaver (GroenLinks) na een debat in 2021. Bij de Kamerverkiezingen dat jaar was er geen tweestrijd.
Partijleiders Mark Rutte (VVD) en Jesse Klaver (GroenLinks) na een debat in 2021. Bij de Kamerverkiezingen dat jaar was er geen tweestrijd.

Foto Bart Maat/ANP

Mark Rutte van de VVD heeft zijn smoking weer uit de kast getrokken. De bijpassende rode jurk heeft hij ook al uitgezocht en laten bezorgen. En de ontvangers, PvdA en GroenLinks, zijn er maar al te blij mee. Het is precies waar ze op hoopten: de juiste omstandigheden voor een wekenlang durende dans met de grootste partij, vol in het zicht.

Sinds een week is het campagneseizoen voor de verkiezingen voor de Provinciale Staten geopend. En wat meteen opvalt: de VVD wil er een politieke tweestrijd van maken met de PvdA en GroenLinks.

Die strategie is in de verkiezingen tijdens de coronaperiode – voor de Tweede Kamer in 2021 en de gemeenteraden in 2022 – niet gebruikt. Toen durfden politieke partijen het niet aan elkaar al te nadrukkelijk uit te dagen. Het was crisistijd, kiezers zaten daar misschien niet op te wachten. Een onjuiste aanname, bleek later. Kiezers wilden juist dat (midden)partijen de onderlinge verschillen zouden benadrukken.

Nu is de politieke truc die jarenlang verkiezingscampagnes domineerde terug: twee partijen die elkaar tot tegenstander uitroepen en hopen zo de campagne wekenlang te domineren. Mark Rutte maakt er al gebruik van sinds 2006, toen hij campagneleider was voor de VVD in de gemeenteraadsverkiezingen. „Een rode jurk komt goed tot zijn recht naast een zwarte smoking”, zei hij toen. Sindsdien haalde hij zijn smoking vaak uit de kast en belandde de jurk steeds bij iemand anders.


Lees ook dit stuk over de tweestrijd tussen Mark Rutte en Thierry Baudet in 2019

‘Linkse wolk’

Dit keer dus bij de PvdA en GroenLinks, die op 15 maart weliswaar als twee partijen op het stembiljet staan maar hebben aangekondigd samen campagne te gaan voeren en als gezamenlijke fractie te opereren in de Eerste Kamer. In een interview met de Telegraaf zetten Rutte en Edith Schippers, kandidaat-senator voor de VVD, afgelopen weekend de schijnwerper op de twee linkse partijen – door de VVD’ers steevast „linkse wolk” genoemd. De VVD had, zei Rutte, „geprobeerd die linkse wolk eronder te krijgen, maar het komt weer terug.” Ieder debat in de PvdA en bij GroenLinks, zei hij ook, „eindigt in het verhogen van belastingen.”

Niet bepaald complimenteus, maar bij de PvdA en GroenLinks werd er gejuicht. Alle partijen dagen graag de grootste partij uit. En wie niet dé tegenstander wordt, loopt een groot risico omstander te worden. Die kijkt toe, doet een poging om mee te doen maar is niet van aandacht verzekerd.

„De politieke tweestrijd is een beproefde methode. Neergezet worden als De Grote Tegenstander geeft het signaal aan kiezers en journalisten dat je relevant bent”, zegt Tom van der Meer, hoogleraar politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. „Het gebeurde tussen Wim Kok (PvdA) en Frits Bolkestein (VVD), tussen Jan-Peter Balkenende (CDA) en Wouter Bos (PvdA), tussen Rutte en Diederik Samsom (PvdA). Als partijen uit verschillende politieke blokken – links, centrum-rechts of radicaal rechts – elkaar opzoeken en de verschillen benadrukken, dan werkt dat in hun voordeel.”

Dat zit zo: op dit moment staan de VVD en de combinatie PvdA/GroenLinks dicht bij elkaar in peilingen. Ideologisch staan ze ver van elkaar af. Hoe dichterbij de verkiezingsdag, hoe meer politici, media en kiezers zich bezighouden met de vraag wie het grootst gaat worden. Kiezers uit zowel het linkse als het rechtse blok kunnen dan overwegen op de partij uit hun blok te kiezen die daarop het meest kans maakt. Platgezegd: een CDA’er zou in dit voorbeeld alsnog op de VVD kunnen gaan stemmen, een D66’er op GroenLinks of de PvdA. Van der Meer: „Partijen die meedoen aan de tweestrijd kunnen dus de kiezers in hun electorale blok voor zich winnen en zo de grootste worden.”

De uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen is belangrijk voor politieke partijen, omdat die de samenstelling van de Eerste Kamer bepaalt. Coalitiepartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie hebben daar nu samen geen meerderheid (32 van de 75 zetels) en vrezen dat hun aandeel na de verkiezingen kleiner wordt. In de peilingen verliezen drie van deze vier partijen zetels, alleen de ChristenUnie staat op lichte winst.

Veel te winnen

In de Eerste Kamer valt veel te winnen. Vier jaar geleden werd Forum voor Democratie daar even groot als de VVD. Maar van de twaalf zetels die de partij toen won, is er na geruzie en afsplitsingen nog maar één over.

Andere partijen azen nu op de kiezers die toen op FvD stemden. Uit een peiling van I&O Research bleek vorige maand dat die van plan zijn om te stemmen op de PVV, JA21 of BBB. Pas daarna volgt de VVD. De poging tot tweestrijd met PvdA en GroenLinks is zo verklaarbaar: de VVD presenteert zich als de partij die linkse ideeën tegenhoudt om de grootste te worden in het centrum-rechtse blok waar het zelf deel van uitmaakt, maar hoopt ook het enige alternatief voor nog rechtsere kiezers te zijn.

Ook het thema dat de VVD groot wil maken, belastingdruk, is geen toeval. Onder Nederlanders is sprake van een sluimerende onzekerheid: kiezers maken zich zorgen over hun financiële situatie. Dat blijkt uit zowel kiezersonderzoek dat partijen zelf laten uitvoeren als uit rapportages van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Dat onderzoekt regelmatig hoe Nederlanders vinden dat het met het land gaat en waar ze zich zorgen over maken. Uit de laatste editie, van eind vorig jaar, blijkt dat de verwachtingen over de eigen financiële situatie negatiever zijn geworden. Zorgen over inkomen en economie zijn de vaakst genoemde maatschappelijke problemen.

Kiezers associëren economie al jaren vooral met de VVD, blijkt uit het Nationaal Kiezersonderzoek, dat Van der Meer leidt. Als dat het belangrijkst wordt bij verkiezingen, dan zijn kiezers geneigd op de partij te stemmen die zich er het sterkst op heeft geprofileerd. Voor andere partijen is het moeilijk om zo’n thema over te nemen. Het CDA probeerde dat bijvoorbeeld in 2021 met economie – en verloor.


Lees ook over de campagne in 2021: Hoekstra hoopt op een tweestrijd met Rutte

Net zo belangrijk als het campagnethema is de manier waarop daarover wordt gedebatteerd en bericht. Iets om op te letten, zegt Van der Meer. „Voor de VVD komt het goed uit als het debat over economie vooral gaat over belastingen, en haar waarschuwing dat linkse partijen die zouden verhogen. Terwijl linkse partijen er meer baat bij hebben om het te laten gaan over herverdeling, solidariteit en de sterkste schouders die de zwaarste lasten moeten dragen.” Een tweede strijd dus, binnen de tweestrijd.