Zuid-Soedan is trots op olympisch debuut van basketbalploeg: ‘We zijn nooit echt deel geweest van iets waar heel de wereld naar kijkt’

De kleedkamer was nauwelijks groot genoeg voor de euforie. Shirts, telefoons, alles zwaaide door de lucht terwijl de Zuid-Soedanese basketballers als uitzinnigen door de ruimte sprongen, armen om elkaar, het zweet van de wedstrijd nog op hun gezicht. Aan de rand van dit tafereel Luol Deng, een voormalige NBA-speler en nu al enkele jaren het hoofd van de basketbalbond van Zuid-Soedan. Stralend en met een hand als toeter voor zijn mond joelde hij hen toe:

„Waar gaan we heen?”

„Parijs!”

„Waar gaan we heen?”

„Parijs!”

Maanden later is Dengs grijns net zo groot als in de video die hij op 2 september vorig jaar op sociale media deelde. De dag van misschien wel hun mooiste wedstrijd tot dan toe. Hij wist vooraf dat ze een goed team hadden, zegt Deng. Dat ze tegen de wereldtop konden spelen. Maar dit was hun eerste wereldkampioenschap. Ervaring met internationale toernooien had Zuid-Soedan, een land dat nog niet bestond toen Deng (49) het als kind ontvluchtte, nauwelijks.

En nu, na een 101-78 zege op Angola, waren ze ineens de beste Afrikaanse ploeg op het toernooi. En nog veel beter: met die zege kwalificeerden de ‘Bright Stars’, momenteel nummer 33 op de wereldranglijst, zich ook automatisch voor de Olympische Spelen. De eerste kwalificatie voor Zuid-Soedan ooit. „We zijn nooit echt deel geweest van iets waar heel de wereld naar kijkt”, zegt Deng tijdens een ontmoeting tegen NRC. „Na alles waar we doorheen zijn gegaan, is dit een trots moment.”

Het succes van de basketballers en hun debuut later deze maand op de Spelen, is een zeldzame opsteker voor Zuid-Soedanezen. Nieuws over hun land, dat in 2011 na decennia burgeroorlog onafhankelijk werd, gaat meestal over het geweld waarin Zuid-Soedan daarna snel weer wegzakte. Of over corruptie en de diepe armoede waarin het merendeel van de twaalf miljoen inwoners leeft. Toen was daar ineens het nationale basketbalteam dat, zo kopte media wereldwijd, „historie schreef”

Carrière bij Chicago Bulls

Vraag aan wie dan ook hoe het team dit voor elkaar kreeg en het antwoord is eenduidig: Luol Deng. Na een succesvolle carrière bij Chicago Bulls en later onder meer Los Angeles Lakers, koos de 2.06 meter lange forward in 2019 ervoor terug te keren naar een land dat hij nauwelijks kende, om leiding te geven aan de Zuid-Soedanese basketbalbond. Basketbal heeft hem alles gegeven, zegt Deng daarover. Een opleiding aan Duke, een Amerikaanse topuniversiteit. Een comfortabel leven. „Ik weet wat de sport voor mij en mijn familie heeft gedaan. Ik wil die deur voor anderen openen.”

Luol Deng in 2019 als speler in de NBA.
Foto Hannah Foslien/Getty Images

Deng was een paar jaar oud toen het gezin op de vlucht sloeg. Eerst naar Egypte, later kregen zij asiel in het Verenigd Koninkrijk. Het was in Egypte dat Deng bij toeval wijlen Manute Bol ontmoette, zijn landgenoot en toen al een ster in de NBA, de Noord-Amerikaanse profcompetitie. Bol, 2.31 meter, leerde Deng het spel waarmee hij jaren later in het Engelse jeugdteam zou komen. Weer iets later, als veertienjarige van twee meter, kwam Deng in het vizier van een Amerikaanse scout.

Die lengte is iets waarmee Zuid-Soedanezen opvallen. Vooral de Dinka’s, de etnische groep waartoe zowel Bol als Deng behoren, staan bekend om hun imposante postuur. Genoeg potentie voor een basketballand dus. Genoeg talent ook. Maar net als Deng groeiden de huidige generatie sterspelers vrijwel allemaal buiten Zuid-Soedan op. In hun thuisland zelf liggen de prioriteiten elders.

Dat begint langzaam te veranderen. Mede dankzij de diepe zakken en connecties van de voormalig NBA-All Star Deng, en het recente succes van de nationale ploeg. Een glimp is op te vangen op de universiteitscampus in de Zuid-Soedanese hoofdstad Juba. Op een avond in april stijgt de hitte van die dag nog op uit het asfalt. Al dagen houden temperaturen van boven de 44 graden scholen in Zuid-Soedan dicht, maar hier klinkt het ritmische gedonk-donk-donk van basketballen. Ze hebben de training iets verlaat, zegt Michael Acuil Mading, die zich voorstelt als ‘coach Mike’. Maar afzeggen? Natuurlijk niet.

Amerikaanse tegels

Sinds enkele jaren is het naar Manute Bol vernoemde trainingsveld het thuis van de Luol Deng Academy, een van de initiatieven die de naamgever met zijn stichting startte om jonge landgenoten aan het basketballen te krijgen. En, voor de grote talenten, hulp bij het binnenkomen bij universiteiten over de grens. Minstens vier dagen per week, middag en avond, loopt het hier vol. De tegels op het veld zijn geïmporteerd uit de Verenigde Staten. De coaches hadden eerst professionele basketbalcarrières over de grens.

Minstens vier dagen per week, middag en avond, loopt het vol op het trainingsveld in Juba.
Foto Guy Peterson

„Alles is naar internationale standaarden”, zegt Mading, die zelf jarenlang in de VS speelde. Ook elders in Juba werden enkele basketbalvelden gerenoveerd. Maar daarbuiten houdt het al snel op, zegt Mading. „Dat moet allemaal nog worden opgebouwd.” Deng heeft daar ideeën over. Zo wil hij basketbal op scholen herintroduceren, een toernooi tussen de verschillende staten in Zuid-Staten opzetten. In samenwerking met NBA Africa, een van de lokale spinoffs van de Noord-Amerikaanse profcompetitie , organiseerde zijn academie begin dit jaar voor het eerst een NBA Junior League in Juba.

Via omwegen

Deng is net zo ambitieus wat de nationale ploeg betreft. „Sinds hij hoofd van de bond werd, is hij all over geweest om de beste jongens binnen te halen”, zegt Mading. Veel van hen zijn vluchteling, net als Deng zelf en kwamen via omwegen terecht in onder meer Australië, Canada, de Verenigde Staten.

Zoals Khamal Maluach. Op de Filippijnen was de toen zestienjarige vorig jaar een van de jongste debutanten ooit op een WK. Maluach, die opgroeide in een vluchtelingenkamp in Oeganda, begon zo’n vier jaar geleden met basketballen. Inmiddels is hij binnengehaald door Duke University, Dengs alma mater, waar Maluach na de Spelen begint. Ook gaat zijn naam nu al rond voor de top-3 van de draft in 2025, de jaarlijkse selectieronde voor NBA-clubs . Hij traint momenteel bij de NBA Academy Africa in Saly, Senegal.

Michael Acuil Mading, ‘coach Mike’.
Foto Guy Peterson

„Het betekende alles voor me in het shirt van mijn land te mogen spelen”, vertelt Maluach op een middag in mei, een zeventienjarig gezicht boven een 2.16 meter lang lijf. „Dat geldt ook voor de anderen die ergens anders zijn opgegroeid en niet eerder de kans kregen voor hun land uit te komen. Daarom willen wij, denk ik, nog meer winnen dan anderen.”

Deng investeerde zijn eigen geld (volgens persbureau AP enkele miljoenen dollars, hij verdiende in zijn NBA-carrière ruim 160 miljoen dollar) in het team. „Ik wil dat mijn spelers de beste zorg krijgen”, zegt hij. „De beste staf, de beste coaches. Het beste eten. Alles wat ik thuis in de VS heb geleerd.” Daarom nam hij op het kantoor van de bond ook veel jonge mensen aan. „Ze zijn hongerig, willen werken. Samen zijn we continu aan het bedenken hoe we groter kunnen zijn dan basketbal. Wat kunnen we meer doen voor de jeugd?”

Maar eerst zijn er de Spelen. Ze hebben de lat nu hoog gelegd, lacht Deng. Makkelijk wordt het niet. Zuid-Soedan zit in een poule met de VS en Servië, de huidige nummer 1 en 4 van de wereld; van Servië verloren ze tijdens het WK. Hoe dan ook, deze ervaring neemt niemand zijn spelers af, zegt Deng, die bij de Spelen in 2012 uitkwam voor het Verenigd Koninkrijk.

„Dat is ook wat ik tegen de jongens zeg. We gaan Afrika vertegenwoordigen. Tegen de beste van de wereld spelen. Ja, we zijn de underdog. Maar de wereld zal zien hoe goed wij zijn.”