Column | De VVD vergadert

We naderen middernacht en leggen ons oor te luisteren tegen de deur waarachter de Tweede Kamerfractie van de VVD vergadert.

We horen een vrouw kakelen, een andere vrouw mopperen en een man snikken.

Het kan niet missen: dit moeten respectievelijk VVD-leider Dilan Yesilgöz, minister Christianne van der Wal en staatssecretaris Eric van der Burg zijn.

„Als ik straks de pers te woord sta, dan moet ik kunnen zeggen dat we unaniem akkoord zijn gegaan”, zegt Yesilgöz streng. „We kunnen ons geen twijfel meer permitteren.”

„Unaniem, maar zonder mij”, zegt Van der Burg. Zijn stem hapert, hij pakt een zakdoek.

„Eric, stel je niet aan”, zegt Yesilgöz, „we zitten hier als volwassen mensen, janken is voor kinderen. In de politiek moet je niet van suiker zijn, zegt Geert Wilders altijd, en ik zeg het hem graag na.”

„Maar die spreidingswet, waar ik zó mijn stinkende best voor heb gedaan…”, zucht Van der Burg. „Alles voor niks.”

„Geert wil het er gewoon niet in hebben”, constateert Yesilgöz, „en zijn wil op dit terrein is voortaan wet. We moeten hem ook iets gunnen.”

„Iets?” vraagt Van der Burg ontzet. „Die hele asielopvang ligt nu weer op zijn gat. Hoe kunnen we dat ooit oplossen als we de gemeenten niet willen dwingen?”

„Dat is van later zorg”, zegt Yesilgöz, „daar vindt Geert vast wel wat op. Het is verder zijn pakkie-an. Misschien stuurt hij ze wel naar Rwanda. Maak jij je maar geen zorgen, jij gaat lekker naar de fractie in de Tweede Kamer, want ik denk niet dat Geert op jou zit te wachten.”

„Ik weet niet of ik dat nog wil”, zegt Van der Burg verdrietig.

Dan mengt Christianne van der Wal, minister voor Natuur en Stikstof in het kabinet Rutte IV, zich in de wrange dialoog.

„Ik ben geschokt. Dit akkoord stelt me diep teleur. Ik heb 2,5 jaar lang mijn nek uitgestoken voor een beter beleid, maar daar blijft niets meer van over. Alleen al die belachelijke 130 kilometer… zo’n verkeerd signaal naar het publiek. En dan die veestapel die niet meer verkleind hoeft te worden.”

„We moeten Caroline van der Plas óók wat gunnen”, vindt Yesilgöz.

„Maar wat gunnen we onszelf eigenlijk?” vragen Van der Wal en Van der Burg als uit één mond.

Rond hen heerst een diep zwijgen vanaf het moment dat zij het woord namen.

Yesilgöz denkt even na. Dan: „De macht, ik denk dat het daar op neerkomt. De macht is voor de VVD altijd het belangrijkst. Wij blijven nu onderdeel van de macht. En die deel ik liever met Geert dan met Timmermans – daarom heb ik de deur voor hem open gezet. Dat vinden jullie toch ook?”

Ze kijkt de kring rond.

Er klinkt enig instemmend gemompel, alleen Kamerlid Brekelmans juicht uitbundig.

Yesilgöz graait haar papieren bij elkaar. „Fijn dat we unaniem akkoord gaan”, zegt ze, als altijd steeds sneller pratend naarmate ze zich onzekerder voelt.

„Dan kan ik nu tegen de pers zeggen dat we gezamenlijk aan de slag gaan om dit mooie land waar we allemaal trots op zijn, veilig, stabiel en sterk te houden. Akkoord? Akkoord!”