Rode hoofden van de Italiaanse broodsoep bij de wekelijkse vergadering

Ja, misschien een beetje een uitgekauwd onderwerp, beaamden de mederedacteuren, maar als je er het woord menopauze in stopt zullen ze je stukje wel lezen. Of anders: seks. ‘Dieren doen het ook altijd goed. En soep is as such geen slecht thema, hoor.’ Dus verder maar weer.

Er was iets vreemds gebeurd. In afwijking van de gewone routine waren op de wekelijkse wetenschapsvergadering kommen soep geserveerd. Normaal gesproken werken de wetenschapsredacteuren onder hun wetenschappelijke beschouwingen dienbladen vol culinaria uit het bedrijfsrestaurant naar binnen, maar deze keer was soep op de vergadertafel gezet. Geen nuffige consommé maar een vuistdikke soep die de lepel houvast bood. Het gerecht was, verpakt in kranten, van verre aangevoerd maar toch heel warm gearriveerd omdat het vocht van dikke soep niet stromen kan.

’t Was Italiaanse broodsoep geweest, samengesteld uit bliktomaten, ui, knoflook, bouillon, peulvruchten, snijbonen, palmkool en stukjes zoete aardappel. En dus ook brood, de maker heeft het nog nagekeken. Soms deed ze ook chilivlokken in haar soep maar deze keer niet.

Nog geen vijf minuten nadat de redacteuren hun eerste hap hadden ingeslikt zaten ze met hoofden als boeien en dat was zo gebleven tot ze het laatste zwarte gat besproken hadden. Rooie koppen. Heel eigenaardig. De samenhang met het gebruik van de soep was onmiskenbaar.

Achteraf bleek het verschijnsel niet zó zeldzaam. Toen een van de eters twee weken later nog eens soep nam, nu die van het restaurant, liep hij weer rood aan en een ander had al laten weten heel váák een rood hoofd te krijgen, ook van warme thee en koffie en dergelijke.

Vertering en opslag van voedsel

Dat laatste was de vingerwijzing die niet werd opgemerkt. Het eerste wat je denkt is toch dat het rood aanlopen een uitdrukking is van de warmte die vrijkomt als het voedselverteringssysteem op gang wordt gebracht. Het transporteren, omzetten en – vooral – het opslaan van de voedselbestanddelen in de vorm van glycogeen of vet kost veel energie en een flink deel daarvan komt vrij in de vorm van warmte. Het extra energieverbruik kan wel 10 procent zijn van het totaal dat dagelijks aan energie wordt ingezet, tenzij men sportfanaat is, dan is het minder. Lang niet iedereen gebruikt evenveel energie voor de vertering en opslag van eenzelfde hoeveelheid voedsel en er is wel gedacht dat dit verklaren kan waarom sommige mensen eerder dik worden dan andere. Voor de ‘diet-induced thermogenesis’ is de laatste tijd weer veel belangstelling.

Maar de thermogenese komt altijd langzaam op gang en bereikt pas anderhalf uur na het eten haar maximum. Dat maakt het onwaarschijnlijk dat ze iets met de rode hoofden te maken heeft. In koffie en thee zit sowieso bijna niets dat om energie vraagt.

Waar kwamen die rode hoofden dan vandaan? Google kwam er ook niet uit. ‘Facial flushing after (eating) a hot meal’ kreeg wel aandacht bij Reddit en andere fora maar dat leverde weinig bruikbaars op. Het Wikipedia-lemma ‘flushing (physiology)’ plaatste het rood aanlopen vooral in de medische sfeer: koorts, allergie, vergiftiging en overmatige zonnebrand. Nu ja, van heet douchen krijg je natuurlijk ook een rood hoofd en van hollen en hoesten ook en er is de welbeschreven reactie op het eten van heet eten, zeg maar het sambaleffect. Sommige mensen krijgen een rood hoofd van alcoholgebruik, Japanners, Chinezen en Koreanen voorop omdat die alcohol anders verwerken dan wij: Asian flush. De hormonaal gestuurde hot flashes, de opvliegers van de menopauze, staan ook in het Wiki-lemma en er is een apart hoekje ingeruimd voor de ‘sex flush’. Dat is de aanduiding voor de roodverkleuring van allerlei lichaamsgebieden onder invloed van zwaar vrijen, in het bijzonder vrijen dat uitmondt in een orgasme. Volgens Wikipedia verkleuren vrouwen eerder en heviger dan mannen. Voor zover viel na te gaan speelde dit allemaal niet tijdens de vergadering van de wetenschapsredacteuren.

Het bescheiden blozen

Nu is natuurlijk bekend dat het Engels naast ‘flushing’ ook ‘blushing’ kent: het bescheiden blozen als mildere vorm van een knalrood hoofd krijgen. Waar flushing vooral aandacht krijgt van medici en fysiologen is blushing helemaal het domein van de psychologen. Blozen kan immers een uiting zijn van gêne, vreugde, angst en woede en al die andere emoties. Blozen kan zo subtiel zijn dat er een infraroodgevoelige camera aan te pas moet komen om veranderingen in het warmtepatroon van het gezicht vast te stellen. Dat werd duidelijk toen psychologen heteroseksuele psychologiestudenten ertoe aanzetten elkaar – oppervlakkig – lichamelijk te onderzoeken. Het warmtepatroon van het gezicht van de ‘patiënt’ veranderde heviger als de ‘dokter’ van het andere geslacht was en naarmate hij/zij dichter in de buurt kwam van intieme gebieden. Maar het was eigenlijk vooral de camera die het waarnam, of de studenten het zelf zagen stond in 2012 nog niet vast. Misschien vermoedden ze iets.

De thermografische camera is ook ingezet om na te gaan welk deel van een meisjesgezicht vooral reageert op een compliment dat vroeg in een serieuze conversatie wordt uitgesproken en welk deel het vooral van een laat compliment moet hebben. Wat daar nu precies uitkwam werd de buitenstaander niet duidelijk, zijn oog bleef haken aan de terloopse notitie dat dieren niet blozen kunnen. Nu, dat ziet de thermografische camera dan toch anders. Ook in de gezichten van apen (kleine en grote) veranderen de warmtepatronen voorspelbaar en reproduceerbaar onder invloed van vreugde of ergernis.

Lezer! Er valt niet langer omheen te draaien: het is niet gelukt om te achterhalen waarom de soepeters zo rood werden. Aan het eind van deze overwegingen was er opeens de inval: was het een speciale emotie? Vreugde? Verrassing? Verwarring?