In onze universiteitssteden hoor je nu vaak het Engels dat Europese studenten onder elkaar gebruiken. En vaak komt daarin de hele tijd het woordje ‘like’ voorbij. Soms zelfs in iedere zin. Waarom doen ze dat?
Bertus van Rooy, hoogleraar Engelse taalkunde aan de UvA, zegt dat dit ooit in de VS is begonnen, „vermoedelijk in Los Angeles”. Vervolgens heeft het zich verspreid over andere Engelstalige gebieden. En nu heeft het zich dus ook genesteld in het Engels van jonge mensen voor wie het Engels niet de moedertaal is. Van Rooy weet dit uit eigen waarneming, hij heeft veel internationale studenten. Je kunt het een plaag vinden, een soort epidemie. Maar als taalkundige stelt Van Rooy vast dat ‘like’ altijd wel een functie heeft in de zin. Sterker nog, dat ene woordje bedient maar liefst drie verschillende taalkundige functies die in alledaagse gesprekken van cruciaal belang zijn. De oudste functie is die van approximator: ‘like’ drukt uit dat wat volgt ‘ongeveer’ zo is. ‘I have a teacher, she is like 50 years old.’ De lerares is ‘een jaar of 50’. ‘I must have been there for like 4 hours.’ ‘Misschien wel’ vier uur.
Een relativerend woordje
Mensen zeggen om de haverklap dingen die niet heel precies zijn, maar ongeveer zo. De gesprekspartner weet dat ook wel, maar toch kan het geen kwaad om er een relativerend woordje bij te zetten. In het Nederlands zijn er heel veel van die relativerende woordjes: ‘zeg maar’, ‘ofzo’, ‘misschien’… Uit deze approximator heeft zich vervolgens een tweede functie ontwikkeld: die van quotative. In een gesprek geven mensen hun gedachten en gevoelens en die van anderen voortdurend weer in de directe rede. ‘like’ geeft dan aan dat die directe rede alleen maar een benadering is daarvan. Dus eigenlijk ook weer: ‘ongeveer’. ‘I was like wow.’ Ik had zoiets van wow. ‘She was like oh what have you done.’ Zij had zoiets van o jee wat doe je nou.
Uit de approximator heeft zich volgens Van Rooy ook de derde functie ontwikkeld: die van filler. „Een gevolg van semantic bleaching”, zegt hij. „De originele betekenis verbleekt, verzwakt, verdwijnt.” Waardoor ‘like’ opeens dezelfde functie krijgt als woordjes als ‘eh’, ‘ja’ en ‘nou ja’, die je midden in een zin kunt gebruiken als je heel even tijd nodig hebt voor het verder formuleren van de zin. Die korte pauze vul je in met zo’n woordje. Omdat fillers meestal gebruikt worden vóór dat deel van de zin dat het minst snel geformuleerd wordt, is het vaak voor de gesprekspartner een signaal dat nu het belangrijkste (meest informatieve) deel van de zin gaat komen. ‘I was like really impressed.’ ‘Ik was eh heel erg onder de indruk.’ ‘He like just asked a whole lot of questions.’ ‘Hij had eh echt een heleboel vragen.’
In één zin kunnen alle drie de functies voorkomen. Op internet zegt een artiest die zowel zanger als acteur is over die twee hoedanigheden: „For me they’re like the same energy, which is like when people are like you have to choose, I’m like they feel the same.” In het Nederlands zou dat zo kunnen klinken: „Voor mij hebben ze zeg maar dezelfde energie, ik bedoel nou ja als mensen zeggen van je moet kiezen heb ik zoiets van voor mij zijn ze hetzelfde.” Achtereenvolgens: ‘zeg maar’, ‘nou ja’, ‘van’, ‘zoiets van’. De Nederlandse zin klinkt daardoor gevarieerder dan de Engelse zin met vier keer ‘like’.