Als een hond ‘bal’ hoort, ziet hij een bal voor zich

Als een hond zijn bal gaat zoeken in de bosjes, heeft hij daarbij in zijn hoofd een mentale voorstelling van die bal? Dat ligt voor de hand, maar in de wetenschap is zo’n innerlijk beeld in het hondenbrein niet helemaal vanzelfsprekend. In sommige experimenten lijken honden slecht te scoren in het besef dat een object dat verborgen is toch echt wel blijft bestaan.

Hongaarse en Noorse onderzoekers hebben nu een krachtig nieuw argument ingebracht ten gunste van het mentale voorstellingsvermogen van honden. In een uitgekiende opstelling werden achttien gewone honden getest die een aantal ‘roepwoorden’ van hun baas goed konden begrijpen. Het gaat om commando’s als ‘pak de bal’ of ‘pak de stok’.

In het experiment werden de honden met elektrische sensoren op de kop geconfronteerd met opnames van hun baas die zo’n ‘pak-commando’ gaf, daarna kregen de honden het bewuste object te zien, of juist een ander (dat de honden wel kenden). Als het getoonde object niet bij het gehoorde commando hoorde, bleken de honden in overgrote meerderheid (veertien van de achttien) een klassieke neurologische verrassingspiek in de elektrische activiteit van de hersenen te vertonen.

Verrast

Zo is er voor het eerst neurologisch bewijs dat het horen van een woord bij een hond inderdaad een mentale representatie van het bijbehorende object kan oproepen, zo schrijven de onderzoekers tevreden in hun artikel dat Current Biologyvrijdag publiceerde. Anders zouden die honden niet zo verrast zijn. Het zou de onderzoekers niet verbazen als dat mentale voorstellingsvermogen bij meer zoogdieren zou bestaan.

De bioloog Juliane Bräuer (Max Planck Instituut, Jena) bestudeert al jaren het innerlijk leven van honden en schreef daarover onder meer het standaardwerk ‘What Dogs Know’ (2021). Ze is blij met de nieuwe studie waaraan ze zelf niet meewerkte. „Het lijkt me goed gedaan en de uitkomst is mooi omdat die bijdraagt aan de overtuiging dat honden echt iets kunnen begrijpen.”

Verrast was Bräuer overigens niet door de uitkomst. Ook al niet omdat ze kort geleden zelf een vergelijkbaar (maar niet-neurologisch) onderzoek heeft gedaan. Daarin moesten honden een geurspoor volgen en troffen dan soms aan het eind iets anders dan ze mochten verwachten op grond van de geur. „Dan vertoonden ze in gedrag dezelfde verrassingsreactie als deze onderzoekers nu in dat hersenpiekje aantroffen.”

Ook zij verwacht niet dat het alleen honden zullen zijn die dit voorstellingsvermogen hebben, zegt Bauer. „Bij mensapen, dolfijnen en papegaaien verwacht ik in een scanner dezelfde uitkomst als nu bij de honden.” En vergeet niet dat het hier om woorden gaat, niet om echte taal, voegt Bräuer eraan toe. En dan zijn het ook nog mensenwoorden. „Geuren zijn in de hondenwereld natuurlijk veel belangrijker en ook vanzelfsprekender. Maar ook bij geur hebben ze dus een duidelijk innerlijk beeld van het voorwerp dat ze ruiken.”

Blaffen

Bräuer legt ook uit waarom dit type onderzoek zo belangrijk is. „Dit is echt heel bijzondere communicatie met een dier, in dit nieuwe experiment. De meeste communicatie bij dieren is tweezijdig, tussen een zender en een ontvanger. Hier gaat om een drievoudige communicatie: tussen een zender en ontvanger óver een extern object. Je hebt in dit genre ook wel de beroemde alarmroepen van stokstaartjes, die verschillend zijn voor slangen of voor roofvogels. Dat is dus met een zender, ontvangers én een object. Maar het is wel een bijzonder zeldzaam verschijnsel.”

In dat communicatiespel tussen zender en ontvanger tonen dieren zich trouwens vooral flexibel als ontvanger, zegt Bräuer. Ook hier weer: de honden begrijpen best veel. „Maar als zender zijn ze minder flexibel. Neem mijn eigen hond: zelfs als hij weet dat hij niet mag blaffen, kan hij het bijna niet onderdrukken.”

Dat het in het Hongaars-Noorse onderzoek om ‘gewone’ honden gaat, is ook belangrijk voor het wetenschappelijk onderzoek naar hondencognitie. Want dat veld wordt nog altijd beheerst door de wonderhond Rico die in 2004 tweehonderd woorden voor verschillende voorwerpen bleek te kennen, en daarna ook heel snel nieuwe woorden kon leren – de laatste stand was ruim duizend. Het bleek een uitzonderlijk talent, de meeste honden kennen hooguit een paar woorden en leren ook niet zo makkelijk nieuwe erbij.

Eindeloos trainen

Bräuer is al een paar jaar bezig met een groot project ‘Finding Rico’ „Met veel moeite hebben we op de hele wereld nu twaalf Rico-honden gevonden”, vertelt ze. En dat terwijl er héél veel hondeneigenaren bereid zijn om hun hond eindeloos te trainen op het leren van nieuwe woorden. Maar het Rico-talent is zeer zeldzaam. Mijn eigen hond zit er trouwens ook niet bij.”