Meer dan een miljard mensen hebben obesitas

Het was lang het schrikbeeld voor 2030, maar de grens blijkt al gepasseerd. Meer dan een miljard mensen op de wereld hebben obesitas. In de meeste landen is overgewicht nu een groter probleem dan ondergewicht.

De grens van 1 miljard werd al in 2022 bereikt, blijkt uit de cijfers die The Lancet en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) vrijdag naar buiten brengen. 159 miljoen kinderen en 879 volwassenen hebben obesitas. Eén op de acht wereldburgers hebben daarmee een verhoogd risico op chronische aandoeningen zoals diabetes type 2 en hart- en vaatziekten.

De toename van obesitas onder kinderen laat zien dat het einde van wat de WHO een pandemie noemt nog niet in zicht is. Tussen 1990 en 2022 is het percentage van de kinderen met obesitas verviervoudigd. In 2022 had 6,9 procent van de meisjes obesitas en 9,3 procent van de jongens, blijkt uit gegevens van meer dan 190 landen.

Leeftijdsafhankelijk

Bij volwassen mannen en vrouwen is het percentage gestegen naar respectievelijk 14 en 18,5 procent. Er zijn nu vierenhalf keer zoveel mensen met obesitas dan in 1990. Overgewicht wordt bij volwassenen obesitas genoemd bij een BMI (gewicht in verhouding tot lengte) van 30 of hoger. Bij kinderen is die grens leeftijdsafhankelijk.

De gemiddelden verhullen de grote ongelijkheid in de wereld. Nederland zit met andere West-Europese landen duidelijk aan de dunne kant van de wereld. Op de kleine eilanden van Oceanië zijn de hoogste percentages te zien, daar zijn landen waar meer dan 70 procent van de volwassenen en ruim 30 procent van de kinderen obesitas heeft. Maar ook in de Caraïben, het Midden-Oosten en Noord-Afrika is het percentage obesitas aanzienlijk hoger dan West-Europa.

Sommige landen hebben een dubbel probleem: daar zijn nog steeds veel mensen met ondergewicht, terwijl tegelijkertijd het aandeel van mensen met obesitas snel stijgt. Dat speelt vooral in Aziatische en Afrikaanse landen.

Ondervoeding

Obesitas betekent bovendien niet het einde van ondervoeding. Overgewicht gaat vaak samen met een ongezond voedingspatroon, waardoor mensen door tekorten aan eiwit, vezels, vitaminen en mineralen toch ondervoed kunnen zijn.

Voedseltekorten en armoede als gevolg van oorlogen maken gezond voedsel duurder, ziet de WHO. De gezondheidsorganisatie benadrukt dat niet alleen overheden, maar ook bedrijven het tij moeten keren. „De private sector moet verantwoordelijk worden gehouden voor de gezondheidseffecten van hun producten,” zegt WHO-baas Tedros.