Waarom boeren in heel Europa de straat op gaan

Ze wil in gesprek met de boeren. Polarisatie overwinnen. Dat was donderdag de boodschap van EU-commissievoorzitter Ursula von der Leyen bij de aftrap van haar langverwachte ‘strategische dialoog’ met vertegenwoordigers van de landbouwsector. De bijna dertig deelnemende organisaties moeten voor de zomer hun ideeën over de toekomst van Europa delen met Von der Leyen.

Komt deze dialoog te laat? Nadat Duitse boeren het jaar begonnen met massale protesten, trokken deze week ook in Italië, Litouwen, Roemenië en Polen colonnes trekkers door het winterse landschap en blokkeerden steden en dorpen. In Frankrijk overleden twee mensen na een aanrijding bij een wegblokkade en lieten radicale wijnboeren een bom afgaan bij een overheidsgebouw in het zuidelijke Carcassonne. In Brussel bungelde een blauwe koe met de sterretjes van de Europese vlag op haar lijf aan een strop onder een graafmachine. De boeren zijn boos.

Op het oog lijken de protesten uiteenlopende redenen te hebben. In Frankrijk en Duitsland winden boeren zich op over een geschrapte korting op dieselbelasting. In Spanje maken ze zich kwaad omdat ze geen rivierwater meer mogen gebruiken om de uitgedroogde akkers te irrigeren. In Ierland marcheerden boeren met koeien door de straten in protest tegen beperkingen voor de veehouderij. Poolse, Hongaarse en Slowaakse boeren blokkeerden wekenlang in de vrieskou de grens met Oekraïne om de import van goedkoop graan tegen te houden.


Lees ook
Franse premier komt protesterende boeren tegemoet door belastingvoordeel landbouwdiesel te behouden

De Franse premier Gabriel Attal ontmoet Franse boeren op een veeboerderij in Montastruc-de-Salies, in Zuid-Frankrijk.

Waar de stikstofprotesten in Nederland in 2019 nog veel opzien baarden, lijkt het hele Europese platteland nu in beroering. En de ogenschijnlijk afzonderlijke frustraties hebben wel degelijk van alles met elkaar te maken.

Speelbal

„Het is zeker niet toevallig dat boeren nu overal in Europa de straat op gaan”, stelt Niels Debonne, geograaf bij het Instituut voor Milieuvraagstukken aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Ondanks de lokale verschillen lijden de boeren volgens Debonne allemaal onder hetzelfde systeem: „De onafhankelijke boer, alleen op zijn erf, die bestaat niet in Europa. Alle boeren zijn verwikkeld in een web van regelgeving en ze zijn zwaar afhankelijk van subsidies.”

Landbouwsubsidies zijn de grootste uitgavenpost van de Europese Unie. Bijna een derde van het totale budget gaat naar het gemeenschappelijk landbouwbeleid. En dat is niet voor niets: na de Tweede Wereldoorlog was voedselzekerheid een topprioriteit. Toen de Europese markt werd opengesteld en de concurrentie toenam, verzekerden de landbouwsubsidies boeren van een goede levensstandaard. Ze drukten de prijzen, garandeerden de voedselvoorziening en gaven boeren zekerheid en de mogelijkheid om te investeren. Maar de subsidies waren ook een vloek voor de boeren.

Franse boeren blokkeren de snelweg bij Saint-Arnoult, ten zuiden van Parijs.
Foto Christophe Ena/AP

„De boeren zijn afhankelijk gemaakt van een systeem dat gericht was op efficiëntie en modernisatie”, zegt Debonne, „een systeem waarin groei en industrialisering centraal stonden.” Dat systeem heeft veel boeren uiteindelijk diep in de schulden gestort bij banken om te kunnen blijven investeren en groeien. Debonne: „Boeren zijn een speelbal geworden van de overheid en agro-industrie.”

Klimaatneutraal

Het kost veel boeren de kop. De afgelopen tien jaar is het aantal voltijdboeren in de EU met een derde gedaald, wat neerkomt op vijf miljoen banen. De daling was vooral fors in Roemenië (983.000 banen verloren), Polen (616.000), Bulgarije (387.000) en Griekenland (189.000). Maar ook in Frankrijk verdwenen in diezelfde periode 100.000 banen in de landbouw.

De groene ambities van de Europese Unie zetten de overgebleven boeren nu steeds verder onder druk. De EU wil voor 2050 klimaatneutraal worden. Om dat doel te halen zijn er enorme veranderingen nodig in de landbouw en veehouderij, want die sectoren dragen veel bij aan de emissie van broeikasgassen en de afnemende biodiversiteit. Dat moet anders. Is er, op weg naar een groene EU, nog wel plek voor boeren? De angst voor het antwoord op die vraag stuwt de huidige protestgolf op.

Debonne: „Ik zou het als boer ook spannend vinden. Je ziet dat elk jaar opnieuw minder mensen het overleefd hebben. Je zit zwaar in de schulden. Je ziet de onzekerheid om je heen, de sociale misère. De milieuwetgeving voelt dan als de laatste druppel.”

Ongelijkheid

Onderzoeker Natalia Mamonova ziet ook een rode draad in de boerenprotesten, maar zij vindt tegelijkertijd dat de verschillen tussen Europese landen niet uit het oog moeten worden verloren. Mamonova werkt bij het Noorse instituut Ruralis en is gespecialiseerd in politieke verhoudingen op het Oost-Europese platteland. „De boeren in Polen noemen milieuwetgeving wel als een van hun agendapunten, maar de nadruk ligt voor hen minder op klimaat en meer op economische ongelijkheid.”


Lees ook
Met een tractorprotest in Berlijn leggen de Duitse boeren het verkeer lam. ‘Het gaat om alles wat van ons is afgepakt’

Protesterende boeren met tractoren staan voor de Brandenburger Tor in Berlijn.

Waar West-Europese boeren de afgelopen decennia vooral te maken hebben gehad met verplichte schaalvergroting, kampt Oost-Europa met grote ongelijkheid tussen kleine en grote bedrijven. Hoewel de post-socialistische landen veel EU-subsidies ontvangen, belandt een groot deel daarvan in handen van lokale oligarchen of grote (agro)conglomeraten. Zo krijgt in Polen 20 procent van de landbouwbedrijven maar liefst 74 procent van het geld.

De Roemeense boer Emilian Iordache wappert met de nationale vlag tijdens een protest op de openbare weg bij het dorp Afumati, twintig kilometer ten noordoosten van Boekarest.
Foto Robert Ghement/EPA

De Oost-Europese boeren zijn daarnaast ook kwaad over hun positie ten opzichte van West-Europa. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid was bedoeld als gelijkmaker in Europa, maar in de praktijk kan een kleine Poolse akkerbouwer niet concurreren met zijn Nederlandse collega. Terwijl West-Europese boeren vooral klagen over het veelvoud aan regels dat hen zou beknotten, voelt Oost-Europa zich benadeeld door het machtigere westen.

Explosieve cocktail

Al die onvrede vormt een explosieve cocktail. De grote winnaar van het rumoer zouden weleens rechts-populistische partijen kunnen zijn. Dat ziet ook Jan Douwe van der Ploeg, emeritus hoogleraar landbouwsociologie aan Wageningen University: „De boeren zijn een enorm krachtig cultureel symbool en zij verzetten zich nu tegen beknotting, tegen globalisering en tegen de overheid. Dat zijn precies de thema’s waar radicaal-rechtse groepen het van moeten hebben.”

In verschillende landen doen radicaal-rechtse politieke partijen dan ook hun best om zich te presenteren als pleitbezorger van de bezorgde boeren. Nederland, waar de BoerBurgerBeweging (BBB) opkwam door de boerenprotesten, dient daarbij als voorbeeld. Zo doken leden van de conservatieve Poolse PiS-partij eerder op bij manifestaties aan de grens met Oekraïne. In Frankrijk verscheen Jordan Bardella, de voorzitter van Rassemblement National, bij demonstraties. In Duitsland probeerde de AfD de protesten te kapen en de demonstratie in Brussel deze week was georganiseerd door MCC Brussels, een denktank ondersteund door de eurosceptische Hongaarse premier Viktor Orbán.

Franse boeren blokkeren de A1 in Chamant, bij Parijs.
Foto Yves Herman/Reuters

Verschillende boerenorganisaties hebben zich gedistantieerd van de radicaal-rechtse partijen, maar de kans is groot dat die zullen blijven proberen om de onvrede en het anti-Europese sentiment uit te buiten, zeker met het oog op de Europese verkiezingen in juni, waar een electorale doorbraak voor radicaal-rechts mogelijk lijkt. Uit een opiniepeiling van de denktank European Council on Foreign Relations bleek deze week dat de ultrarechtse Identity and Democracy Group, waartoe onder meer de Franse partij Rassemblement National en de Duitse AfD behoren, zou kunnen uitgroeien tot de derde fractie in het Europees Parlement. Frankrijk en Polen behoren tot de negen landen waar radicaal-rechtse partijen volgens deze peiling als eerste zullen eindigen.