Een goede vriend wees me jaren terug eens op het fenomeen ‘mukbang’. Dat is Koreaans voor ‘eet-show’. Het gaat om youtubers die zichzelf filmen terwijl ze extreme hoeveelheden eten. Al smakkend kletsen ze wat over televisieseries of de politiek. En ze recenseren natuurlijk de maaltijd.
Die mukbang-filmpjes zijn inmiddels over de hele wereld razend populair. Je vraagt je af wie er in vredesnaam wil kijken naar mensen die in hun eentje zitten te eten; maar dat zijn dus juist mensen die zelf ook in hun eentje zitten te eten. Zo hebben ze alsnog een soort disgenoot.
Terwijl ik dit schrijf, lepel ik trouwens ook een magnetronmaaltijd naar binnen. Ik had de redactie een kerstessay beloofd en was te laat begonnen, het koken schoot er helemaal bij in. Maar laten we van de nood een deugd maken, ik ga ook mukbangen: ik schrijf gewoon een essay met volle mond en jullie zijn dan mijn denkbeeldige disgenoten. Kerst gaat over samen eten, nietwaar.
Ik verorber een lichtpittige rendang van Oma’s Soep, geserveerd met gele rijst en sajoerboontjes. ‘Dit recept is van oma Ellen’, staat er op de verpakking, naast een fotootje van een glimlachende grijze vrouw met een wat donkere huid. Oma Ellen woont in Brabant, las ik op de site, maar werd geboren in Indonesië (misschien op West-Sumatra, dacht ik, waar ook de roots van rendang liggen).
Niet zo lang geleden was ik verslaafd aan deze fastfoodbakjes. Ik werkte toen hard aan een boek dat een aanklacht moest worden tegen de cultuur van efficiëntie die onze wereld teistert. Om dat boek zo efficiënt mogelijk te schrijven, lunchte ik in mijn schrijfhokje vaak met een magnetronmaaltijd. Meestal koos ik deze rendang, omdat-ie warempel heel smaakvol is; maar de bakjes boden me ook troost. Want naast oma Ellen staat een citaat: ‘Door deze rendang te kopen maak jij eenzame ouderen blij!’
Dat gaf mij een goed gevoel.
In die tijd had ik fors bezuinigd op sociale contacten: alles moest wijken voor de productie. Daar zijn mensen helemaal niet op gebouwd, op alleen in een hokje zitten. Eenzaam zijn is even slecht voor je als vijftien sigaretten per dag roken, las ik later op de site van Eufactcheck. (Achteraf had ik dat beter kunnen doen: met goede vrienden elke dag vijftien sigaretten roken.) Maar enfin, toen dat boek af was, was ik voornemens weer meer sociale zuurstof toe te laten in mijn leven. En toen dacht ik aan die eenzame ouderen die ik zo blij had gemaakt. Kon ik ze niet gewoon écht opzoeken?
…
Op de website van Oma’s Soep stond dat het bedrijf liefst 50 procent van de winst stak in het bestrijden van eenzaamheid. En dat deden ze door soep te koken voor ouderen die om een praatje verlegen zaten. Je kon je aanmelden als vrijwilliger, dus dat deed ik. ‘Onze ouderen kijken ontzettend uit naar jouw gezelschap’, was het automatische antwoord.
En zo stond ik op een ochtend bij een flatgebouw in Rotterdam. Ik keek ernaar uit om die eenzame ouderen die ik al blij had gemaakt door vele tientallen bakjes rendang leeg te lepelen, nog blijer te maken met mijn gezelschap. In een zaaltje rond een tafel zaten daadwerkelijk een stuk of twintig ouderen. Alleen: eenzaam leken ze me niet. Ze schaterlachten, kakelden door elkaar heen. Ze keken nauwelijks op toen ik aanschoof.
Er was koffie, 50 cent. In een keukentje ernaast stonden twee studenten pompoenen te hakken.
Een negentigjarige vrouw naast me bleek dezelfde auto te hebben als ik, ze ging er er bijna dagelijks mee op pad, vertelde ze. Vrienden, uitjes, bios. Met de dame aan de andere kant had ik nauwelijks een leuk gesprek aangeknoopt of ze stond op: haar touringcar reed voor, ze ging op excursie.
Na de koffie gingen we sporten. In een kring, ik moest meedoen. Daarna kwam nog de pompoensoep, maar toen was ik al weggeglipt. Deze mensen waren al blij.
Wie was hier nu alleen? Wie hielp precies wie? Ik was gewoon jaloers op hun bingo.
Nu weet ik ook wel dat die joviale ouderen zodra ze thuis kwamen misschien alsnog de muren op zich af zagen komen – muren vol foto’s van mensen die er niet meer waren, muren kaal van kleinkinderen die geen kaarten stuurden. Er is volop verborgen eenzaamheid. Maar de meest verborgen eenzaamheid is misschien wel te vinden bij de mensen die zo hard werken, dat ze niet eens beseffen dat ze zichzelf hebben geatomiseerd.
…
Begrijp me goed, ik ben gezegend met een vrolijk gezin, heb volop vrienden en betekenisvol werk. Maar het leeuwendeel van mijn wakende leven, namelijk de werkdag, breng ik nu eenmaal solitair door, achter een computerscherm, als een trotse freelancer – a poor lonesome cowboy.
En ondanks al mijn goede voornemens – zoek ménsen op! – zit ik hier nu wéér met een bakje rendang een stuk te tikken. Dat de maaltijden in de bonus waren, is geen excuus.
Wat wel een goed excuus is: ik doe gewoon wat de tijd van me vraagt. Ik focus op productie, ik leef efficiënt. En ook de maatschappij heeft de afgelopen decennia fors bezuinigd op sociale contacten. De overheid sneed in plaatsen waar je mensen kon treffen, zoals buurthuizen, bibliotheken en volkstuinen. Banen werden flexibel zodat je nooit een band opbouwde. Buslijnen en trams werden geschrapt.
Het bekende verhaal, en wij deden mee. Geen teamsport bij een gezellige club, maar naar de sportschool of solo hardlopen. Of we huren een personal trainer in die ons afbeult zodat we fit zijn voor de competitie genaamd werk. Dat werk voltrekt zich vaker thuis, hele dagen achter Zoom of Teams tot we zo overprikkeld zijn dat we schrikken van een Echt Mens. Dus dan maar shoppen bij de robotkassa. Om thuis op de bank sociale media te scrollen. Die niet sociaal zijn, dat weten we ook wel – die algoritmes belonen conflict en zelfpromotie – maar liever dat dan echt praten met echte mensen – och, iedereen is zo overprikkeld, zie de vraag naar noisecancelling koptelefoons.
Er is al decennia een oorlog gaande tegen echt contact. De rendang smaakt trouwens uitstekend, tot dusver. Je denkt misschien dat ik overdrijf, over die oorlog, bedoel ik, maar kijk naar de cijfers: liefst één op de twee Nederlanders vindt zichzelf eenzaam. Definitie: niet genoeg betekenisvol contact. Het aantal volwassenen dat ‘sterk eenzaam’ is, verdubbelde in de afgelopen tien jaar bijna: van 8 naar 14 procent, blijkt uit cijfers van het RIVM. En nee, de pandemie verklaart niet alles, al groeide er door de schoolsluitingen wel een lichting op die nauwelijks weet hoe je een gesprek voert.
Er zit ook geen complot achter, maar wel een idee, een ideologie. „We zien eenzaamheid over de hele wereld stijgen, en ik denk dat dit met de wijdverbreide acceptatie van het neoliberale kapitalisme te maken heeft”, zei de Britse econoom Noreena Hertz een paar jaar geleden in een interview met platform Brainwash, naar aanleiding van haar boek De eenzame eeuw (2020).
Ze doelde op die wereld als markt en strijd, de ideologie die sinds Ronald Reagan en Margaret Thatcher de wereld veroverde: het leven als een competitie van individuen. Waarin alles draait om winnen, om geld en status verdienen; waar zorg en gemeenschapszin zijn ingewisseld voor zelfredzaamheid en magnetrons.
Er is dus een langdurige eenzaamheidspandemie gaande. Met niet alleen grote geestelijke en lichamelijke schade, het is ook een politieke ramp, aldus Hertz. Ze sprak de aanhangers van rechtspopulisten in de VS, in Italië en in Duitsland. Die kiezers bleken vaak eenzaam. Niet alleen door gebrek aan vrienden, ze voelden zich ook niet gehoord door overheid of werkgever.
Eenzame mensen, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek, kunnen minder empathie opbrengen, zijn angstiger, agressiever, worden xenofober. Ze raken meer gericht op de eigen stam, in hun eigen bubbel en waarheid.
…
Anders gezegd: eenzaamheid was de voedingsbodem waar Trump op kon gedijen. En wilde je geen Trump meer, dan moest je dus niet Trump zelf, maar die eenzaamheid bestrijden. En hoe zorgde je ervoor dat mensen zich weer verbonden voelden? Door te investeren in verbinding, ook heel letterlijk: bijvoorbeeld het openbaar vervoer stimuleren, zorgen dat de bussen rijden.
In de VS lijken ze dat nu door te hebben, trouwens. Vivek Murthy, de ‘surgeon general’ van de VS, de hoogste gezondheidsautoriteit, sloeg deze zomer alarm: een op de twee Amerikanen is eenzaam. Hij kondigde een ambitieus programma aan om die eenzaamheid te bestrijden. Hoe? Onder andere door te investeren in openbaar vervoer, bibliotheken en groenere omgeving. En het ondersteunen van kerken en vrijwilligersclubs.
Laatst kreeg ik al scrollend op mijn telefoon dit voor mijn neus: ‘Tips om iets te doen tegen een eenzaam gevoel bij jezelf.’ Een bericht van de Nederlandse overheid. Heel attent. „Je kunt bijvoorbeeld proberen nieuwe contacten aan te gaan. Of je kunt bestaande contacten verbeteren”, las ik.
De boodschap van de reclame was precies dezelfde als die van de ideologie die het probleem had veroorzaakt: red jezelf. „Maak een lijstje van oude contacten die verwaterd zijn. Bel, app of mail iemand van het lijstje waarbij je een goed gevoel hebt.”
Nu doet de overheid wel meer dan op Instagram adverteren. Er is een actieprogramma: ‘Eén tegen eenzaamheid’. Daar is 5 miljoen voor gereserveerd, een schijntje. In het bijbehorende rapport las ik: „Samen houden we vol om echt het verschil voor elkaar te maken. Samen zijn we één tegen eenzaamheid.”
’t Is de taal van ‘ik sta naast je’ en ‘samen kan het’, dacht ik. Maar de bus rijdt niet meer en de bieb is dicht. Daarover repte het rapport niet. Wel over marktpartijen die geprezen werden om hun oplossingen. Zoals een pilot van PostNL: pakketbezorgers konden op vrijwilligersbasis tijdens hun rondes eenzame mensen signaleren.
Vroeger was de postbode bij uitstek iemand die wist wat er speelde in een wijk. Maar de PTT is niet langer van de staat, juist PostNL is het schoolvoorbeeld van genadeloze privatisering, flexibilisering en stopwatchmentaliteit. Die pakketbezorgers moeten tegenwoordig door de straten jakkeren in steeds een andere wijk, nauwelijks tijd om te toiletteren – nu moeten ze óók nog eens onbetaald rapporteren wie eenzaam is?
Eenzaamheid bestrijden met het marktdenken dat die eenzaamheid heeft veroorzaakt: dat werkt natuurlijk niet.
…
Wat me op de rendang brengt. Rendang is van oorsprong een uiterst sociaal gerecht dat geserveerd werd bij zeer speciale gelegenheden, met bijzondere gasten (dat stoven van het vlees duurt uren, doe je niet elke dag). En ik waardeer het dat u er nog bent, mijn onzichtbare disgenoten, maar rendang uit de magnetron… Eenzaamheid bestrijden door het nuttigen van een magnetronmaaltijd, een activiteit waar je eenzaam van wordt…
Geen kwaad woord over een bedrijf dat liefst 50 procent van de winst steekt in het bestrijden van eenzaamheid, maar mijn magnetronbakje vat precies de cirkel samen waarin we vastzitten: dat we een commerciële partij de gaten in de ouderenzorg laten vullen die de overheid nooit had mogen laten vallen.
Zo kregen we dus dat land waarin de helft van de mensen een gebrek ervaart aan betekenisvolle contacten. En een aanzienlijk deel van die eenzaam gemaakte mensen stemt op een man in wie ze hun eenzaamheid herkennen. Een man met wie ze zich valselijk verbonden voelen, zoals mensen die mukbang-video’s kijken tijdens het eten van fastfood zich verbonden voelen met de mukbanger.
De overwinning van Wilders was een revolte tegen eenzaamheid. Om die giftige simplist te bestrijden, moet je zijn voedingsbodem bestrijden: het gure kapitalisme dat de samenleving uiteen gereten heeft.
Daags erna gingen duizenden linkse mensen de straat op. „You are not alone! you are not alone!”, scandeerden ze. Waarom ze in het Engels riepen, weet ik niet, maar ze wilden de mensen die bang waren van Wilders een hart onder de riem steken.
Ik dacht aan die keer dat ik eenzame ouderen wilden helpen, goedbedoeld, om te ontdekken dat ik zelf eigenlijk troost nodig had. Ik kon me niet aan de indruk onttrekken dat dit ook voor hen gold: dat ze zelf eenzaam waren, en bang, dat ze daarom hun bubbel opzochten. Ze hadden moeten schreeuwen: „Jullie zijn wel eenzaam! Wij zijn ook eenzaam! Iedereen is eenzaam! De strijd tegen eenzaamheid is nu juist wat ons bindt!”
Maar genoeg tegen een scherm gekletst. De rendang krijgt vijf sterren, maar volgende keer ga ik bij mijn echte oma eten, kan ook gewoon.
Leeslijst