Mysterie opgelost: fossiele plant blijkt fossiele schildpad

Tussen 1950 en 1970 verzamelde Padre Gustavo Huertas fossielen rond zijn woonplaats Villa de Levya, 160 kilometer ten noordoosten van Bogotá, Colombia. Hij pakte het serieus aan en classificeerde zijn vondsten ook. Van twee ronde stenen, met een patroon van lijnen dat doet denken aan bladeren, dacht hij dat het fossielen van Sphenophyllum colombianum waren, gevormd in het vroege Krijt, tussen de 132 en 113 miljoen jaar geleden. De fossielen belandden bij de Universidad Nacional de Colombia in Bogotá.

Wat opvallend, dat fossielen van die plant op die plek zijn gevonden, dacht jaren later Fabiany Herrera, assistent-curator op het gebied van fossiele planten van het Field Museum in Chicago. Andere bekende leden van het geslacht Sphenophyllum stierven al 100 miljoen jaar eerder uit. In Colombia is weinig paleobotanisch werk verricht, dus Herrera besloot het fossiel beter te bekijken.

Het bleken geen fossielen van Sphenophyllum colombianum te zijn. Ze bleken zelfs helemaal geen fossielen van een plant te zijn. De fossielen zijn schilden van schildpadden, is donderdag in het wetenschappelijke tijdschrift Palaeontologia Electronica te lezen.

Zo gek nog niet

Op het oog lijken de fossielen wel wat op de bladeren van Sphenophyllum dus zo gek was de classificatie van Huertas niet, schrijft Herrera in een persbericht. Maar de lijnen leken niet echt op die van een plant, het leek meer op bot.

„Toen ik de foto’s zag dacht ik al gauw dat het om een schildpad ging”, zegt Edwin-Alberto Cadena, paleontoloog gespecialiseerd in schildpadden aan de Universidad del Rosario in Bogotá en vriend van Herrera. „Even later viel me de schaal van de foto’s pas op.” De fossielen zijn zo’n 5 centimeter in doorsnede. „Het zijn jonge exemplaren. Heel, heel klein.”

De schildpadkenner was in eerste instantie ook verbaasd dat de typische markeringen ontbraken die aan de buitenkant van een schildpad te zien zijn. „We beseften dat we naar de binnenkant keken.”

Nog geen stevige botten

Om te bepalen hoe oud de schildpadjes zijn geweest onderzocht Cadena samen met een promovendus de dikte van het schild en de plekken waar de ribben samenkomen. Omdat babyschildpadjes nog helemaal geen stevige botten hebben, vermoeden de onderzoekers dat ze niet net uit het ei kwamen. Het licht ontwikkelde schild duidt erop dat ze tussen de 0 en 1 jaar oud waren.

„Het is heel bijzonder om jonge fossiele schildpadden aan te treffen”, zegt Cadena in het persbericht. „Het bot in de schilden van jonge schildpadden is erg dun, waardoor ze gemakkelijk vernietigd kunnen worden.”

De zeldzaamheid maakt het een relevante vondst. „Deze schildpadden waren waarschijnlijk verwanten van andere soorten uit het Krijt, die wel vijftien meter lang konden worden, maar we weten weinig over hoe ze daadwerkelijk tot zulke gigantische afmetingen zijn gegroeid”, zegt Cadena.

„We hebben een klein paleobotanisch mysterie opgelost”, zegt Herrera. „Maar belangrijker voor mij: deze studie toont de noodzaak aan om historische collecties in Colombia opnieuw te bestuderen. Want het vroege Krijt is een kritieke tijd in de evolutie van landplanten”



Leeslijst