Voor Shabeer, een 33-jarige accountant uit India die sinds 2021 woont en werkt in Qatar, was het WK voetbal een zeldzaam hoogtepunt. Kaartjes voor de wedstrijden had hij niet. Maar ook in zijn buitenwijk van Doha was veel te beleven, zegt hij. „Er waren fanzones met grote bioscoopschermen om voetbal te kijken, muziekoptredens, feesten. De hele stad voelde als een groot festivalterrein.”
Nu, een jaar na het begin van het WK, koestert Shabeer de herinnering. Want zijn leven is er flink op achteruit gegaan sinds Lionel Messi de wereldbeker omhoog hield voor Argentinië. Niet alleen zijn de dagen weer lang en eentonig, hij heeft ervaren hoe kwetsbaar en onzeker de positie van een arbeidsmigrant in Qatar nog altijd is. En dat het land sinds het WK in een economische dip is beland.
Begin april kondigde de Qatarese dochter van het Indiase bouwbedrijf waarvoor hij werkte, een grote ontslagronde aan. Ondanks doorlopende contracten ging ongeveer een derde van de medewerkers er per 1 mei uit, ook kantoorpersoneel waar Shabeer toe behoorde. De ontslagvergoeding waar hij recht op had, is volgens Shabeer maar deels uitbetaald; 3.500 rial (880 euro) heeft hij nog tegoed.
Shabeer, die niet wil dat NRC zijn achternaam en de naam van het bouwbedrijf noemt omdat hij bang is voor problemen, vond na een paar maanden werk op het kantoor van een Qatarese supermarktketen. Terwijl het leven in Qatar flink duurder is geworden, verdient hij slechts de helft van wat hij voorheen kreeg. Toch is Shabeer er blij mee, zegt hij. „De situatie is heel lastig hier nu. Budgetten zijn opgedroogd, er zijn weinig vacatures.”
Enorme boost
In aanloop naar het WK ging het veel over mensen als Shabeer, een van de miljoenen arbeidsmigranten afkomstig uit arme Aziatische en Afrikaanse landen, die de stadions, hotels en infrastructuur hebben gebouwd, de beveiliging deden of de kantoortjes van de talloze betrokken bedrijven bevolkten. Over de erbarmelijke omstandigheden waarin velen van hen moesten werken, dat ze nauwelijks rechten hadden en waren overgeleverd aan de grillen van hun ‘sponsor’ – een eufemisme voor een Qatarese werkgever die zijn buitenlandse personeel min of meer bezat.
Lees ook
Ook u, voetbalfan, bent een pion in het geopolitieke spel van WK-organisator Qatar
Aanvankelijk doof voor de kritiek sloegen de FIFA en de Qatarese overheid de laatste jaren voor het WK een andere toon aan. De positie van arbeidsmigranten in Qatar moest inderdaad beter. Het toernooi, met alle internationale aandacht die daarbij hoort, zou daar juíst voor zorgen. Zoals het WK ook de Qatarese economie en het internationale politieke profiel van het land een enorme boost zou geven. Zelfs de wereldvoetbalbond ging erop vooruit. Door omkopingsverdenkingen rond de gunning van het toernooi aan Qatar in 2010, was de toewijzingsprocedure transparant en democratisch gemaakt. Én voortaan moesten kandidaat-gastlanden van het WK vóóraf garanderen dat mensen- en arbeidsrechten worden gerespecteerd.
Het is nog te vroeg voor definitieve conclusies, maar vooralsnog valt er op de meeste van die argumenten nogal wat af te dingen. Zo is Saoedi-Arabië, een land met een dictatoriaal regime en een bedroevende mensenrechtenreputatie, onlangs na een ondoorzichtige procedure overgebleven als enige kandidaat om het WK van 2034 te organiseren. De kroonprins van Saoedi-Arabië onderhoudt een warme relatie met FIFA-voorzitter Gianni Infantino. Vintage FIFA dus, zo lijkt het.
‘Een somber beeld’
Wat Qatar betreft: onder zware internationale druk heeft het land in aanloop naar het WK hervormingen doorgevoerd om uitbuiting en onderdrukking van arbeidsmigranten tegen te gaan. Er is nu een minimumloon (van 230 euro), werken in extreme hitte is verboden en arbeiders hebben meer vrijheid gekregen om te wisselen van baan.
De implementatie en de naleving van die hervormingen schiet volgens mensenrechtenorganisaties echter nog altijd ernstig tekort. En sinds Qatar niet meer in de spotlights van de internationale media staat, stagneert de vooruitgang, zegt Ella Knight van Amnesty International. Gevolg is dat uitbuiting nog altijd veel voorkomt en arbeidsmigranten in de praktijk vaak toch toestemming nodig hebben van hun baas om over te stappen naar een andere werkgever – anders kunnen ze in de gevangenis belanden of worden uitgezet.
„Recente getuigenissen van arbeidsmigranten in Qatar schetsen een somber beeld”, zegt Knight. „En dan zijn er nog tienduizenden, zo niet honderdduizenden arbeidsmigranten die in het verleden slachtoffer zijn geworden van uitbuiting in Qatar en die nog altijd wachten op compensatie.” In maart kondigde de FIFA aan te gaan onderzoeken of ze voldoende heeft gedaan om gedupeerde WK-arbeiders schadeloos te stellen. De uitkomsten daarvan worden binnenkort verwacht.
De International Labour Organization (ILO) is iets optimistischer. Max Tuñón, ILO-projectleider in Qatar, ziet ook na het WK nog „commitment” bij lokale autoriteiten om naleving van nieuwe arbeidswetten af te dwingen en misstanden tegen te gaan. Maar ook hij erkent dat er „nog veel ruimte voor verbetering” is. Tuñón wijst erop dat sinds het WK, tot eind oktober, zo’n dertigduizend arbeidsmigranten klachten hebben ingediend bij de Qatarese autoriteiten, in veruit de meeste gevallen vanwege salarissen en ontslagpremies die niet zijn uitbetaald.
Dit laatste is deels te verklaren, zegt Tuñón, doordat de economische situatie in Qatar ingrijpend is veranderd sinds het WK. Om het toernooi te kunnen organiseren, bouwde het schatrijke Golfstaatje voor meer dan 200 miljard dollar (ruim 180 miljard euro) zeven nieuwe voetbalstadions, een vliegveld, wegen, metrolijnen, hotels, pretparken, noem maar op. Sinds het laatste fluitsignaal is de bouwkoorts acuut geluwd, de bezettingsgraad van hotels gekelderd en zijn de files uit de straten van Doha verdwenen. „Er wordt veel minder geïnvesteerd, vooral in bouw en infrastructuur. Daar hebben veel bedrijven last van”, zegt hij.
Opvallend genoeg is de verwachte uitstroom van arbeidsmigranten – slechts een geschatte 10 procent van de drie miljoen inwoners van Qatar heeft de Qatarese nationaliteit – na het WK uitgebleven. Net als Shabeer zijn velen van hen in Qatar gebleven, ook al hebben ze geen werk meer, in de hoop een nieuwe baan te vinden. ‘Freelancers’ worden ze genoemd: arbeidsmigranten met een tijdelijke werkvergunning (op basis van hun oude contract) maar zonder inkomen of zorgverzekering. Cijfers ontbreken, maar Tuñón vermoedt dat hun aantal sterk is toegenomen.
Agressieve concurrent
Grote vraag is of het WK Qatar structureel de economische impuls zal geven die was beoogd. De organisatie van het toernooi was onderdeel van een plan de Qatarese economie minder afhankelijk te maken van olie- en gasinkomsten. De luxe appartementencomplexen, nieuwe infrastructuur en dure hotels zouden het land aantrekkelijk maken voor internationale bedrijven en rijke toeristen, was het idee.
Sportwetenschapper Simon Chadwick, die onlangs nog in Qatar was, twijfelt of dat gaat lukken. „Die toeristenstroom heb ik niet kunnen ontdekken. Doha is een stille stad geworden. De nieuwe stadions worden maar sporadisch gebruikt. Er staan wel een paar nieuwe sportevenementen op de agenda, zoals de Asian Cup [voetbal] en de Formule 1. Maar op dat terrein heeft Qatar er met buurland Saoedi-Arabië een ongelofelijk machtige, ambitieuze en agressieve concurrent bijgekregen, die er bovendien alles aan doet internationale bedrijven te trekken.”
Dat wil niet zeggen, benadrukt Chadwick, dat de emir van Qatar ontevreden is met wat het WK heeft gebracht. Het ging de Golfstaat, een kwetsbaar land in een instabiele regio, er in de eerste plaats om internationaal aanzien te winnen en machtige vrienden te maken. Dat is gelukt, stelt Chadwick, iets wat tot uiting komt in de prominente rol die het land nu speelt in de bemiddeling tussen Israël en Hamas over de vrijlating van gegijzelde burgers.
Chadwick: „Iedereen weet waar Qatar ligt en dat het volgens velen een zeer succesvol WK heeft georganiseerd. Het land wordt, ondanks alle controverse, gezien als legitiem en betrouwbaar lid van de internationale gemeenschap.”
Waar het in Qatar aan ontbreekt volgens Chadwick, is een duidelijk strategisch plan voor na het WK. Hoe die internationale bekendheid te gelde te maken, wat te doen met alle infrastructuur die is aangelegd. Alleen de metrolijnen worden meer gebruikt dan sceptici hadden vermoed. Vooral door arbeidsmigranten zoals Shabeer. „De metro is echt een aanwinst”, zegt hij. „Snel en betaalbaar: een ritje kost maar 2 rial.”