Directieleden en high potentials van logistiek dienstverlener VTS Transport & Logistics zitten er klaar voor in een zaal in het kantoor aan de rand van Boxmeer, een maandag in mei dit jaar. De dan 20-jarige doelman Bart Verbruggen komt naar voren voor een interview in een setting als bij tv-programma College Tour. Initiator is Pim van Lamoen, die coachingtrajecten begeleidt in zowel topsport als bedrijfsleven.
Hij kent Verbruggen goed, is al jaren zijn mental coach. Hij weet dat de talentvolle keeper over veel zaken nadenkt, makkelijk over zijn ontwikkeling en keuzes praat. Daarom vraagt hij Verbruggen mee naar Boxmeer, om een link te leggen tussen bedrijfsleven en profsport. „Hij deed het vooral omdat hij weet: daarvan ga ik leren”, zegt Van Lamoen.
Verbruggen vertelt in de zaal hoe zijn coach bij Anderlecht, oud-topspeler Vincent Kompany, hem afleerde zich iets aan te trekken van kritiek in de media. ‘Don’t believe the hype, don’t believe the drama’, gaf die hem mee. Ofwel: je bent nooit zo goed óf slecht als gezegd wordt, de waarheid ligt ergens in het midden. Sindsdien zit Verbruggen niet meer op sociale media. Van Lamoen: „Hij pakte iedereen in.”
Die Bart Verbruggen – inmiddels 21 – is in korte tijd uitgegroeid tot eerste doelman van het Nederlands elftal. Door blessures en vormverlies in keepersland, viel de keuze in de vier interlandperiodes eerder dit jaar iedere keer op een ander. Tot onvrede van bondscoach Ronald Koeman, die vastigheden wil inbouwen. Nu kiest hij nadrukkelijk voor Verbruggen, nadat die in oktober was gedebuteerd tegen Frankrijk. Deze zaterdagavond in het EK-kwalificatieduel tegen Ierland in Amsterdam keept hij – bij een zege plaatst Oranje zich voor het eindtoernooi komende zomer.
Hij staat er ontspannen bij, afgelopen woensdag langs het trainingsveld in Zeist. 1,93 meter lang, grote handen, snelle prater. Halverwege het gesprek zegt hij: „Ik ben nog helemaal geen finished article, verre van, ben je ook nooit eigenlijk. Maar ik heb wel het gevoel dat ik stapjes in de goede richting aan het zetten ben.”
Geboren in Zwolle, opgegroeid in Breda, vorig jaar doorgebroken in Brussel, bij Anderlecht. En een flinke stap, deze zomer: naar de Premier League, bij Brighton Hove & Albion – dat hem voor 20 miljoen euro kocht. Tot een officiële wedstrijd bij een Nederlandse profclub is het nooit gekomen. Twee oefenduels bij NAC Breda, dat was het, grijnst hij. Bij NAC, waar hij de jeugdopleiding doorliep, was zijn potentie wel bekend maar konden ze hem niet houden.
Met zijn ouders en zus Lotte – die op hoog niveau handbalde – woonde hij in de jonge wijk Haagse Beemden, aan de noordrand van Breda. Hij speelde bij de nabijgelegen amateurclub WDS’19, waar ook Oranje-aanvoerder Virgil van Dijk lid was. Verbruggen was meer dan een lijnkeeper, vertelt zijn jeugdtrainer Sander van den Berg. „Hij kwam ver uit zijn goal, wilde zich bemoeien met het spel.” Hij onderscheidde zich met zijn reflexen in één-op-één-duels. „Hij durfde lang te wachten.”
Wanneer hij zich verveelde in de goal, leek het erop dat hij soms bewust de bal in de voeten van de spits speelde om daarna in een duel met de aanvaller de bal te veroveren, zegt Van den Berg. Dankzij Verbruggen werden ze in 2014 kampioen met de D1 in een regionale klasse, zegt hij. NAC kon zijn talent bijna niet ontgaan, een deel van hun jeugdopleiding zat op hetzelfde sportcomplex. Dat jaar stapt Verbruggen over, hij is dan twaalf.
Bij NAC krijgt hij te maken met keeperstrainer Jelle ten Rouwelaar, oud-speler van de club. Die groeit uit tot goede vriend en leermeester. „Het feit dat ik hier sta, heb ik voor een groot deel aan hem te danken”, zegt Verbruggen in Zeist. „Hij leerde mij de basics: wat betekent het om prof te zijn, wat komt erbij kijken?”
„Een klein duwtje in de goede richting was voor Bart al genoeg”, zegt Ten Rouwelaar. Hij hoefde maar over krachttraining te beginnen – op jonge leeftijd nog niet heel gebruikelijk – en dan was Verbruggen „al bezig met de performance coach om daar mee aan de gang te gaan”. Zo werd hij een „atleet”.
En als ze een spelsituatie bespraken in een training – zoals de positionering van de keeper – kon het zomaar zijn dat Ten Rouwelaar de avond erop bij een Champions League-duel appjes kreeg. „Bedoel je dit, in minuut drie?” Ten Rouwelaar: „Bart was er continu mee bezig.”
In die periode – Verbruggen is vijftien – zoeken zijn ouders contact met mental coach Pim van Lamoen. Verbruggen wil zich ook naast het veld als prof ontwikkelen, spreekt daarover met zijn ouders, die hem adviseren de specialist op te zoeken, vertelt Van Lamoen. Hoewel Verbruggen aanvankelijk enigszins sceptisch is over mentale begeleiding, merkt Van Lamoen dat de jongen „enorm leergierig” is en „het uiterste” uit zichzelf wil halen.
Zijn mentale coaching houdt in de eerste fase in dat hij concrete doelen en vragen formuleert. Wat verwacht je van jezelf aan het einde van het seizoen? Hoe zorg je voor een hogere concentratie? Hoe controleer je beter je emoties? Welke acties ga je uitvoeren om die doelen te bereiken? „Hij noteerde alles, vrat de informatie”, zegt Van Lamoen. „Als hij dan na een paar weken terugkwam, was hij er intensief mee bezig geweest.”
De moeder van Verbruggen gaat soms ook langs bij Van Lamoen voor een sessie. „Dan spreken we over hoe zij zo goed mogelijk kan omgaan met een zoon die in het voetbalwereldje zit.” Andersom bespreekt Verbruggen hoe hij het beste voor zijn zus en moeder kan zorgen, nu hij in Engeland woont en zijn vader er niet meer is.
Verbruggen slikt even, langs het veld in Zeist. In januari 2021 overleed vader Coen aan de gevolgen van een hartstilstand. Hij werd vijftig jaar. „Hij was er altijd voor mij. Heeft me nooit gepusht. En altijd gezegd: ga je droom achterna als je het leuk vindt, wij supporten je.” Zijn vader, die zelf ook keeper was, bezocht vrijwel iedere wedstrijd van zijn zoon.
Als hij even later naar het veld loopt voor de warming-up, zijn in zwarte letters de initialen op zijn witte keepershandschoenen zichtbaar: ‘BV’, waarbij in de B subtiel de C van zijn vader zit verwerkt. „Die zal ik niet snel weghalen.”
Ten Rouwelaar bezocht de afscheidsdienst en sprak met Verbruggen over het verlies. „Hij kon er op een ontspannen manier mee omgaan: het hoort bij het leven, hoe moeilijk het ook is.” Mental coach Van Lamoen: „Het is geen jongen die daar twee uur over praat. Hij wilde de tijd nemen om het op de juiste manier te verwerken, om dan uiteindelijk weer door te gaan.”
Tekenend voor de kracht van Verbruggen, zeggen beiden, is dat hij na het overlijden van zijn vader zich in snel tempo bleef ontwikkelen. „Hij is alleen maar beter geworden”, zegt Ten Rouwelaar, die ook bij Anderlecht met Verbruggen werkte.
Risicovolle passes
Mede door zijn opbouwende kwaliteiten, kwam Brighton Hove & Albion afgelopen zomer bij Verbruggen uit. De innovatieve coach Roberto De Zerbi staat bekend om zijn verzorgde combinatievoetbal, waarbij de eerste pass van de keeper van belang is voor de rest van de aanval. De kunst is dat Verbruggen korte, soms risicovolle passes op zijn verdedigers durft te geven – daarmee kan de tegenstander worden gelokt.
Volgens Verbruggen beseft De Zerbi dat die opbouw „heel nauw” luistert en dat het soms mis kan gaan – door balverlies. „Zolang je een fout maakt in de speelwijze die we met elkaar afspreken en het is een eerlijke fout, geen ontzettend domme fout, is het niet erg”, zegt Verbruggen. Maar vorige maand tegen Liverpool leidde een slordige pass van hem een strafschop in. De Zerbi zei tegen hem dat hij in die situatie, met weinig ruimte, beter een lange bal had kunnen spelen.
Het past in de jonge carrière waarin hij nog lerende is. Hij heeft de specifieke speelwijze van Brighton moeten „bestuderen”, zegt Verbruggen. Ze hebben verschillende manieren om onder druk uit te spelen, zegt hij. „Een heel leuk schaakspel”, noemt hij het. „Er zijn honderdduizend verschillende spelsituaties, je moet weten hoe het team en de trainer willen dat je dat oplost, hoe je het zelf wil. Het gaat erom dat je de automatismen erin slijpt.”
Net als bij NAC en Anderlecht onder Ten Rouwelaar, verfijnen ze alle aspecten van het keeperschap bij Brighton – in trainingen, in besprekingen, via beeldanalyses. In Engeland heeft hij voor het eerst twee keeperstrainers die hem begeleiden – „dat is gewoon luxe”. Ze zijn veel bezig met kijkgedrag. „Waar de dreiging is, waar de lopers zijn, waar je kan coachen, waar je je positie kan aanpassen.”
Na zijn debuut bij Oranje, kreeg hij in Studio Voetbal kritiek van de ervaren keeperstrainer Frans Hoek op de twee goals die hij incasseerde tegen Frankrijk, beide door Kylian Mbappé. Hoek vond dat Verbruggen bij de eerste (volley van dichtbij) onnodig een stap naar achteren maakte en te wijd stond waardoor hij minder snel kon anticiperen. „Ik had misschien iets meer in het midden kunnen blijven. Maar dat betekent niet dat je hem tegenhoudt”, zegt Verbruggen. Bij de tweede – een hard, diagonaal afstandsschot – stond hij in de beleving van Hoek te dicht bij de eerste paal. Verbruggen: „Als ik een stapje naar links had gezet, was het ook vrij lastig geweest om erbij te komen.” Hij zegt: „Keepen is voor een groot deel een soort van brainstormen, uitleggen waarom je doet wat je doet.”
Dat gaat bij hem verder dan alleen het technische deel. Met mental coach Van Lamoen besprak hij eerder dit jaar hoe hij zich het beste kon gedragen bij Oranje, toen hij voor het eerst werd geselecteerd. „Het mooie aan hem is: hij heeft altijd concrete punten waar hij bij geholpen wil worden. Hij is enkel bezig met zijn ontwikkeling, daar moet alles voor wijken.”