Anwar El Ghazi verkoos ‘het goede doen’ boven zijn voetballoopbaan

Als Ricardo Kishna eind oktober gaat eten bij boezemvriend Anwar El Ghazi denkt hij nog dat het goedkomt tussen hem en zijn club FSV Mainz 05. El Ghazi is op dat moment geschorst omdat hij een pro-Palestijns bericht op Instagram heeft gedeeld met de omstreden leus „From the river to the sea, Palestine will be free”. Die tekst trekt het bestaansrecht van de staat Israël in twijfel en is een blijk van steun aan Hamas, vindt Mainz, iets wat de club niet tolereert.

Maar El Ghazi heeft het bestuur in meerdere gesprekken duidelijk gemaakt dat hij het niet zo heeft bedoeld. Ook heeft de Nederlandse voetballer ‘met Marokkaanse wortels’, zoals de Duitse pers hem meestal omschrijft, het bericht van Instagram verwijderd.

In plaats daarvan stelde hij online dat zijn eerdere statements verkeerd zijn begrepen en hij „de moorden op alle onschuldige slachtoffers in Palestina en Israël” veroordeelt. „Hij wilde gewoon laten weten dat hij enorm meeleeft met de mensen in Gaza”, zegt Kishna. „Daarom ging hij ervan uit dat hij snel weer met Mainz mee zou doen.”

Nu, twee weken later, is Anwar El Ghazi (28) werkloos en ligt zijn reputatie aan diggelen, in elk geval in Duitsland. Op staande voet ontslagen door FSV Mainz, neergesabeld in de Duitse media en onderwerp van een strafrechtelijk onderzoek vanwege de verdenking van „verstoring van de openbare orde door het goedkeuren van misdaden” en „aanzetten tot haat”. De Duitse spelersvakbond, zijn coach, ploeggenoten: niemand heeft openlijk partij gekozen voor El Ghazi.

Dat het zo is geëscaleerd komt niet alléén door het later verwijderde Instagrambericht. Het ging pas definitief mis in de nasleep, toen de club verklaarde dat El Ghazi spijt had van zijn „bijdrage” en zich als speler van de club heeft gecommitteerd aan de waarden van de club, inclusief een „bijzondere verantwoordelijkheid jegens de staat Israël en het Joodse volk”. Die tekst was volgens El Ghazi niet met hem afgestemd en ging de voetballer te ver. Hij was tegen oorlog en geweld, discriminatie, islamofobie en antisemitisme, herhaalde hij op Instagram, maar hij had „nergens spijt van” en „geen bijzondere verantwoordelijkheid tegenover welke staat dan ook”. Hij sloot zijn bericht af met een oproep direct een einde te maken aan „het moorden in Gaza”.

Twee dagen later maakte Mainz in een persbericht van twee regels zijn ontslag bekend. Gevraagd om een reactie laat directeur Christian Heidel weten niets meer over El Ghazi te willen zeggen. „Met voetbal heeft dit alles (bijna) niets te maken”, appt hij. Ook de speler zelf doet er het zwijgen toe. Wel schreef hij op Instagram dat het verlies van zijn inkomen niets is vergeleken bij „de hel” waarin onschuldige en kwetsbare burgers in Gaza nu leven.

De breuk tussen FSV Mainz en El Ghazi laat zien hoe gevoelig kritiek op Israël – impliciet of expliciet – ligt in Duitsland in het algemeen en bij de club in het bijzonder. FSV Mainz werd mede-opgericht door een Jood die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Auschwitz is vermoord. Bondskanselier Olaf Scholz heeft de veiligheid en het bestaan van Israël sinds de aanval van Hamas op 7 oktober, waarbij zeker 1.400 Israëlische burgers en militairen zijn gedood, meermaals Staatsräson genoemd: onlosmakelijk verbonden met het bestaansrecht van het naoorlogse Duitsland. Meerdere pro-Palestijnse demonstraties zijn verboden, president Frank-Walter Steinmeier riep inwoners met Arabische of Palestijnse wortels onlangs zelfs op zich expliciet te distantiëren van Hamas.

Maar de breuk zegt óók veel over El Ghazi. Uitgesproken politiek engagement is al tamelijk zeldzaam onder profvoetballers. Dat een speler er min of meer voor kiest zijn goedbetaalde baan ervoor op te offeren en zijn loopbaan in gevaar te brengen is helemaal uitzonderlijk. Wie is Anwar El Ghazi? En waarom is de Palestijnse zaak hem zoveel waard?

Beschuitfabriek

Alles deed Mohammed El Ghazi met de hand. Het sjouwen van de zakken meel, het kneden van het deeg en dan het snijden. Zijn eerste werkdag bij beschuitfabriek Hooimeijer in Barendrecht herinnert hij zich nog precies: 14 mei 1979. Op die dag begon hij als deegmaker annex snijmachinist, vertelt de vader van Anwar in de documentaire Aan ons den arbeid (2007) van Jeroen van Bergeijk, over de eerste generatie Marokkaanse gastarbeiders.

Hij groeide op in het noordoosten van Marokko, in de buurt van Nador, in het Rifgebergte. Via België kwam hij in Barendrecht terecht, onder Rotterdam. Hij maakte lange dagen, vaak met dubbele diensten. Door de krappe arbeidsmarkt waren arbeidsmigranten hard nodig.

Een probleem was dat El Ghazi hier illegaal verbleef, vertelt hij in de film. Met zijn leidinggevende zocht hij een oplossing: hoe zorgen ze voor de juiste papieren? El Ghazi wist het wel. Hij kende een meisje in Utrecht. „Ik ga naar haar toe en vraag of haar vader me zijn dochter wil geven.” De jonge vrouw, Jamila, wilde wel.

Uit dat huwelijk werden drie dochters geboren – Naoual, Nabila en Yasmina – en jaren later een zoon: Anwar. Zij groeiden op in de oude dorpskern van het overwegend christelijke Barendrecht. „Hun ouders zaten er bovenop: dat ze hun huiswerk deden, dat ze zich goed gedroegen”, zegt Hans Onderwater (77) in zijn woonkamer in Barendrecht. Hij kent het gezin al zeker twintig jaar, als docent op basisschool Het Kompas had hij alle vier de kinderen in de klas.

Met vader El Ghazi bezocht hij regelmatig de Essalammoskee op Rotterdam-Zuid, at bij het gezin thuis, reed Anwar in zijn tienerjaren naar de trainingen van profclub Sparta en was bij de bruiloft van hun oudste dochter. „Beschaafde mensen, heel behulpzaam”, zegt Onderwater. In de personeelsvergadering zei hij een keer dat hij wel „een school vol met El Ghazi’s” zou willen. „Je kon het zo gek niet noemen, of meneer en mevrouw El Ghazi kwamen helpen met klusjes.” De kinderen zijn net zo, zegt hij. „Al schopte Anwar natuurlijk ook weleens een ruit in bij het voetballen.”

Als jonge moslims op een christelijke school moesten ze zich aanpassen. „Bij het kerstfeest in de kerk was Anwar bij wijze van spreken ook een herder.” En voor het gebed maakte Onderwater de afspraak dat moslims op hun eigen manier konden bidden. „Daar deden ze gewoon aan mee.”

Hij vindt El Ghazi „een goede jongen, integer”. Een „moederskindje”, noemde El Ghazi zich in een interview. In zijn jeugd had hij geen gebrek aan aandacht van zijn moeder en zussen. Zus Yasmina zei in 2014 in voetbaltijdschrift Hard Gras: „Anwar is heel gevoelig, hij bekommert zich om mensen. Hij voelt snel medelijden met iemand, hij kan snel iets zielig vinden.”

Zelf geloofde hij lange tijd niet dat hij prof kon worden, hoewel hij al vroeg begon: op zijn vierde bij BVV Barendrecht. Voetbal zit in de familie: zijn vader speelde in Marokko en maakte daar naam met zijn harde schot. Toen El Ghazi elf jaar was, pikte Feyenoord hem op. Daar moest hij na twee jaar al stoppen, naar eigen zeggen vanwege zijn onprofessionele houding: hij luisterde niet en deed niet altijd zijn best.

Toen hij na een periode bij Sparta naar Ajax ging, kreeg hij het te horen in Barendrecht, waar veel fans van het rivaliserende Feyenoord wonen. „Ik werd uitgescholden voor Jood, ga maar lekker naar Amsterdam toe”, zei hij in 2018 bij FunX. „Ik schrok daar best van. Dat was voor het eerst dat ik te maken kreeg met kritiek en mensen die een mening over mij hadden.”

Kapsalon en salades

In Amsterdam veranderde El Ghazi snel, zag Ricardo Kishna, die even oud is en toen al drie jaar in de jeugd van Ajax speelde. Beiden waren geblesseerd toen El Ghazi binnenkwam, samen moesten ze revalideren. „Wat me meteen opviel, is hoe snel hij zich aanpaste qua professionaliteit”, zegt Kishna. „Zijn voeding ging meteen van nul naar honderd: van kapsalon naar alle salades die op tafel stonden. Hij was voortdurend in de gym bezig, trainde altijd volle bak.”

Als aanstormende vleugelaanvallers waren ze concurrenten van elkaar, maar Kishna en El Ghazi werden boezemvrienden, hadden het gevoel dat ze samen op een missie waren de Europese top te halen. Ze hebben veel raakvlakken, zegt Kishna. Beiden komen uit zeer hechte gezinnen – Anwar neemt zijn ouders en zussen overal mee naartoe. Kishna leerde El Ghazi verder kennen als rustig, introvert, netjes en sociaal, maar ook als iemand die „meer dan de gemiddelde voetballer lak heeft aan wat de buitenwereld van hem vindt.” Hij vormt zich een mening én durft die te uiten. Soms gaat hij daarbij te ver.

Toen hij onder coach Peter Bosz in 2016 op de bank belandde, zocht hij op de training de confrontatie. Bosz verbande hem naar Jong Ajax. Later betuigde El Ghazi spijt. Hij was „boos, teleurgesteld en agressief”, zei hij in een interview toen hij weer was teruggekeerd in de A-selectie. „Soms zit ik vol emotie en doe ik dingen die ik helemaal niet meen.”

„Hij zit er gewoon enorm mee, vooral wat die kinderen daar overkomt. Anwar heeft zelf ook een kleine”

Gaza en MH17

Niet alleen over voetbal spreekt El Ghazi zich uit. In de zomer van 2014, vlak voordat hij doorbrak bij Ajax, merkte journalist Mark van den Heuvel al dat El Ghazi „breed geïnteresseerd” is, bij een interview voor Hard Gras. Rond een trainingskamp in De Lutte spraken de twee over de ambities van de jonge voetballer, maar ook over de aanslag op MH17, die even daarvoor was neergehaald. En over Gaza. De uitzichtloze situatie van de mensen daar ging El Ghazi aan het hart.

Kishna herkent dat. Ze bleven intensief contact houden na hun vertrek bij Ajax, toen ze beiden naar het buitenland waren verkast. El Ghazi praat vaak over Gaza en het lot van de Palestijnen, merkt Kishna. „Hij voelt een enorme verbondenheid met de mensen daar. Dat heeft ook met zijn religie te maken, denk ik.”

Sinds de aanval van Hamas en de daaropvolgende oorlog in Gaza, spreekt Kishna er vrijwel dagelijks over met zijn vriend, zegt hij. „Hij zit er gewoon enorm mee, vooral wat die kinderen daar overkomt. Anwar heeft zelf ook een kleine.”

Toen El Ghazi in Mainz vanwege zijn uitingen op sociale media onder vuur kwam te liggen, appte hij met zijn voormalig docent Hans Onderwater, die hij nog altijd ‘meester’ noemt. „Het enige wat ik wil, is dat de oorlog stopt!”, schreef El Ghazi. Onderwater denkt dat hij zich heeft „laten meeslepen”, zegt de oud-leraar nu, toen hij „die slogan” (‘From the river to the sea, Palestine will be free’) postte op Instagram.

De manier waarop hij vervolgens op de verklaring van Mainz en op het ontslag reageerde, komt juist zeer weloverwogen over. En dat is het ook, volgens Kishna, die zegt dat het relatief goed gaat met zijn vriend. „Hij is natuurlijk teleurgesteld dat het zo is gelopen. Maar hij is ook wel trots dat hij voor zijn principes is gaan staan. Hij heeft in zijn ogen het goeie gedaan, daar gaat het hem om.”