Eerste Kamer lijnrecht tegenover Hugo de Jonge over uitstel van Omgevingswet

Demissionair minister van Volkshuisvesting en Binnenlandse Zaken Hugo de Jonge (CDA) manoeuvreert zich lijnrecht tegenover de Eerste Kamer. Een meerderheid van de Eerste Kamer wil dat hij de invoering van de geplaagde Omgevingswet uitstelt, maar De Jonge wil daar niets van weten.

Dinsdag riep de senaatsfractie van GroenLinks-PvdA de minister in een motie op om te wachten met de wet tot na 1 januari 2024, de beoogde invoeringsdatum. Die motie werd mede ondertekend door BBB, SP, PvdD, JA21, 50Plus en OPNL, de partij van samenwerkende provinciale fracties. Samen vormen deze partijen in de Eerste Kamer een ruime meerderheid.

In de motie zeggen de partijen dat meerdere onderdelen van de wet „nog steeds te grote uitvoeringsproblemen kennen om per 1 januari 2024 verantwoord over te gaan tot invoering”. Ze vrezen dat „grote risico’s kunnen ontstaan voor de rechtsbescherming en rechtszekerheid van burgers en bedrijven in Nederland” als de wet nu toch wordt ingevoerd.

Zoekgeraakte vergunningen

Het is de zoveelste clash tussen de senaat en het kabinet over de Omgevingswet. Die wet, waarvan het eerste voorstel al in 2013 werd geschreven, is bedoeld om regels over de ruimtelijke ordening te versimpelen. Het zou daardoor veel eenvoudiger moeten worden tal van vergunningen te regelen, van een straatfeest tot een snelweg.

Maar elk stapje dichter bij invoering neemt de spanning toe. Vorige week uitten softwarebouwers in NRC de vrees voor een nieuw ict-drama. Ambtenaren zijn ondertussen bang voor zoekgeraakte bouwvergunningen en projectontwikkelaars die hun plannen erdoor kunnen drukken.


Lees ook
Het zoveelste ict-drama lijkt onafwendbaar met invoering van de Omgevingswet

Minister Hugo de Jonge moest herhaaldelijk met de Eerste Kamer in debat over de Omgevingswet.

Dat waren niet de eerste hobbels. Een jaar geleden waarschuwde de ict-waakhond van de overheid al voor forse problemen. Door de ambtelijke top van het ministerie van Binnenlandse Zaken werden interne zorgen achtergehouden en kritische ambtenaren onder druk gezet om een positief beeld te schetsen.

Problemen ‘oplosbaar’

De Jonge heeft steeds volgehouden dat de problemen oplosbaar zijn. Met die belofte kreeg hij de Eerste Kamer in juni zover om 1 januari 2024 als invoeringsdatum te accepteren. Maar van zijn toezeggingen is niets terechtgekomen, vindt een meerderheid van de senaat nu.

„We moeten leren van wat er mis is gegaan in het verleden, en we moeten dan ook durven stoppen wanneer dat nog kan”, zei Saskia Kluit, de senator voor GroenLinks-PvdA die de motie indiende. „En dat is nu.”

De Jonge, die de Omgevingswet eerder „een zegen voor de mensheid” noemde, vindt van niet. Hij zei in de Eerste Kamer in een reactie dat de motie te laat komt en „onwerkbaar” is. En dus gooit hij zijn invoeringsplannen niet om.