Column | Libië: een klimaatramp?

Column Peter Kuipers Munneke

Peter Kuipers Munneke

De zondvloed in Libië was zes tot twaalf keer zo dodelijk als de Watersnoodramp. Nooit eerder viel er in Libië in een etmaal meer regen. Deze ramp sluit naadloos aan bij een lange reeks weersextremen die plaatsvond in de twee warmste zomermaanden ooit gemeten. Althans, nu zijn die maanden nog warm. Over een tijdje zullen we terugverlangen naar een zomer die zo rustig was als die van 2023.

Maar was het een klimaatramp?

Extreem weer neemt hand over hand toe in een opwarmende wereld, omdat de waterkringloop uitdijt. Door de warmte verdampt er meer water, wat droogte en hitte verergert. Warme lucht kan meer waterdamp bevatten, dus áls het regent, komt het ook met bakken tegelijk uit de lucht. Droog wordt droger, nat wordt natter.

Tot een paar jaar geleden kon ik als weerman hooguit zeggen dat zwaardere buien „passen in het beeld van een opwarmend klimaat”. Maar tegenwoordig is er klimaatattributie, een nieuwe tak van wetenschap die de rol van klimaatverandering tijdens weersextremen kwantificeert. Een attributie beantwoordt de vraag hoeveel vaker een weergebeurtenis optreedt vergeleken met een klimaat dat niet opgewarmd zou zijn.

Attributie heeft een spectaculaire ontwikkeling doorgemaakt, doordat er een robuuste standaard werkwijze is gevonden. Computersimulaties van het huidige klimaat in een bepaald gebied worden geijkt met beschikbare waarnemingen. Met die ijking kun je vervolgens een computersimulatie doen van een fictief klimaat zonder dat de Aarde ruim een graad is opgewarmd. Je kunt daarna kijken wat de kans is op een extreme gebeurtenis in het huidige klimaat, vergeleken met die kans in een niet opgewarmde wereld.

De wetenschappelijke successen van klimaatattributie zijn indrukwekkend. Het speciaal opgerichte World Weather Attribution, een samenwerking tussen meerdere internationale partners waaronder het KNMI, heeft deze week een analyse gepresenteerd van de extreme regenval in Libië, en in andere landen rond de Middellandse zee eerder deze maand. WWA heeft de afgelopen jaren al vaak de impact van de wereldwijde opwarming op hittegolven, droogtes en overstromingen in kaart gebracht. Voor hittegolven blijkt attributie eigenlijk al niet meer nodig: álle hittegolven van tegenwoordig zouden vrijwel onmogelijk zo intens zijn zonder opwarming. Voor deze medicane in Libië was het antwoord niet op voorhand duidelijk.

Voor een goede attributie is een betrouwbaar model nodig, en zo veel mogelijk weerwaarnemingen. De klimaatattributie van de waterramp in Libië is daarom ingewikkeld. In landen met oorlog en machtsstrijd is het verzamelen van data zelden een prioriteit. Libië heeft bijna een eeuw ten onrechte het record van hoogste temperatuur ooit op Aarde in handen gehad, alleen omdat een onervaren waarnemer in 1922 de thermometer bij het verkeerde streepje had afgelezen.

Daar komt bij dat computermodellen temperatuurextremen behoorlijk goed nabootsen, maar neerslagextremen een stuk minder. En dus is het ijken van zo’n model ook moeilijker. Volgens de kersverse attributiestudie van WWA is de kans op zo veel regen in Libië tegenwoordig tot 50 keer groter dan vroeger, maar de onzekerheid blijft enorm.

De kritiek die je op de huidige attributie kunt hebben, is dat het lang duurt. Twee weken of meer. Onbegrijpelijke kritiek vanuit wetenschappelijk perspectief, want het strakke protocol zorgt voor snellere wetenschappelijke analyse dan ik ooit elders heb gezien. Het is een huzarenstukje uit een wereld waarin het traject van opschrijven tot publiceren rustig een jaar kan duren. En toch, tegen de tijd dat de media een wetenschappelijk onderbouwde keuze kunnen maken of ze iets een klimaatramp noemen of niet, zijn verslaggevers en cameraploegen alweer het land uit.

Klimaat of niet, je kunt beargumenteren dat de ramp in Libië vooral het gevolg is van een falende overheid. Twee slecht onderhouden dammen begaven het, in een land dat drukker is met interne strijd dan met klimaatbeleid. Die redenering gaat voorbij aan de essentie van klimaatrampen. Klimaatverandering op zichzelf leidt zelden tot een ramp. Opwarming maakt bestaande problemen erger. Neem de prairiebranden op Hawaii van vorige maand, waar grote droogte de gevolgen van slecht landschapsbeheer blootlegden.

Succesvol klimaatbeleid schaft fossiele brandstoffen af, én maakt de samenleving weerbaarder maken tegen de gevolgen van extreem weer. Daarom is Libië eigenlijk een driedubbele klimaatramp: er viel recordveel regen, het land leeft van olie-inkomsten, en gebruikt die niet om zijn inwoners te beschermen. Recordstorm Daniel ontmaskerde een fossiele overheid die niet voor haar burgers zorgt.

Peter Kuipers Munneke is glacioloog bij de Universiteit Utrecht en weerman bij de NOS