N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie
Verdwenen stadions Van gezellige maar onveilige stadions naar betonnen kolossen langs de snelweg of industrieterrein. De auteur van het boek Verdwenen stadions verlangt ernaar. „Vroeger was niet alles beter, maar zeker wel de stadions.”
De Meer, De Baandert, Het Oosterpark, Het Zuiderpark en De Alkmaarderhout. Namen van karakteristieke voetbalstadions in Nederlandse volkswijken. Toen pis, pils en prikkeldraad de sfeer bepaalden en hooligans nog vrij spel hadden. Toen stadions nog niet werden vernoemd naar sponsors die bijna even snel de club verlaten als de spelers.
„Vroeger was niet alles beter, maar zeker wel de stadions”, schrijft Martijn Schwillens (43) in het voorwoord van zijn boek Verdwenen stadions. De auteur is zelf Fortuna-supporter en liep als kind aan de hand van zijn oudste broer „door een mensenzee” naar De Baandert. Het knusse stadion in een Sittardse woonwijk ging in 2000 tegen de vlakte, sindsdien speelt Fortuna in een modern onderkomen op een industrieterrein langs de snelweg. Veiliger en comfortabeler, niet gezelliger.
Heimwee naar De Meer
Schwillens ergert zich aan de stadionstoeltjes die niet in de club- maar in de sponsorkleuren zijn geschilderd. Vaak wordt zo’n fout later hersteld, zoals in ‘zijn’ Fortuna-stadion, waar blauw werd overgeverfd in groen-geel. En in de Arena werd oranje vervangen door rood-wit. In Amsterdam is de gracht later met beton overgoten, waardoor supporters ‘ouderwets’ dicht op het veld zitten.
Heimwee naar het oude Ajax-stadion hebben alleen de romantici zoals Schwillens. Pal tegenover De Meer woonden de wasvrouwen en terreinknechten aan de Middenweg. De monumentale glas-in-loodramen waren al veel eerder gesneuveld. Want dat wordt nog weleens vergeten: De Meer was De Meer niet meer toen Ajax in 1996 naar Zuidoost verhuisde.
„Een lappendeken van aanbouw”, aldus Sjaak Swart, alias ‘Mister Ajax’. „Een geweldige pisbak waar alles kon”, vertelt een anonieme supporter. „Het was een sport om gratis naar binnen te wippen. Vervolgens gooide je jouw kaartje in een leeg pakje sigaretten naar je vrienden aan de overkant van de sloot.”
De oude stadions waren sfeervoller, maar ook veel onveiliger. Het verklaart waarom in de jaren 90 de grote verhuizing op gang kwam. De auteur schrijft hoe drie stadionrampen ook in Nederland hadden kunnen plaatsvinden. In de oude stadions van NAC en ADO (toen FC Den Haag) vielen alleen gewonden, geen doden.
De houten hoofdtribune van Heracles werd pas in 1999 afgebroken, veertien jaar nadat in het Engelse Bradford een houten tribune in brand was gevlogen – met 56 doden tot gevolg. Twee weken later stierven 39 voornamelijk Italiaanse supporters in het Brusselse Heizelstadion voor de Europa-Cup-finale Juventus-Liverpool. En alsof die laatste club nog niet genoeg gestraft was in 1985, werden in 1989 maar liefst 95 Liverpoolfans doodgedrukt voor een bekerduel in Sheffield: de Hillsboroughramp. Twee andere supporters stierven jaren later aan hun verwondingen.
Trainingsveld pal naast kerkhof
In Engeland werden daarna alle staantribunes van stoeltjes voorzien. In Nederland kozen veel clubs en gemeenten voor nieuwe locaties. Tot ‘verdriet’ van de auteur die in geuren en kleuren de stinkende urinoirs in De Alkmaarderhout beschrijft. Toenmalig AZ-trainer Louis van Gaal zei zich niet te ergeren aan de krakkemikkige werklocatie. „Zolang de koffie maar goed is.”
Het trainingsveld van AZ lag pal naast een kerkhof en „als je weer per ongeluk over de omheining schoot, moest je tussen de grafstenen of tijdens een uitvaartdienst de bal ophalen”, laat oud-international Barry van Galen optekenen.
Het boek staat vol sappige anekdotes. Zo deed het trainingsveld van FC Groningen op wedstrijddagen dienst als parkeerplaats voor vips. Beschonken bestuurders die de auto zondagavond hadden laten staan, moesten maandagochtend tussen de oefeningen door naar de uitgang manoeuvreren.
In hetzelfde Oosterpark ontdekten bouwvakkers tijdens de sloop tientallen dozen administratie achter een dichtgemetselde muur – lees: de zwarte boekhouding uit de jaren 80 die ook wel de FIOD-affaire werd genoemd.
Het boek is een aanrader voor de nostalgische voetballiefhebber. Maar of we daadwerkelijk moeten terugverlangen naar ‘die goeie ouwe tijd’? Nee, daarvoor zijn te veel bierglazen, asbakken, rookbommen en ijzeren staven (Ajax-Austria Wien) op het veld gegooid. En bijna-doden gevallen.