N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Analyse
Formatie van Rutte IV Al voor de ‘functie elders’-notitie bestempelden de verkenners Kamerlid Omtzigt als ‘risicofactor’, blijkt uit een notitie die Nieuwsuur inzag. Komt de positie van defensieminister Ollongren hierdoor in gevaar?
De formatie van Rutte IV blijft haar lange schaduw over de Nederlandse politiek werpen. De onthulling dat premier Rutte over de positie van Kamerlid Pieter Omtzigt had gesproken, leidde in het voorjaar van 2021 bijna tot Ruttes vertrek. Hij bleef, maar de verstoorde verhoudingen ook.
Het wantrouwen van die weken hield de formatie lange tijd op en is nooit helemaal weggeëbd in Den Haag. Veel vragen over die eerste formatiedagen bleven onbeantwoord. Op één van die vragen is nu een antwoord. Over Omtzigt blijkt namelijk veel vroeger en vaker te zijn gesproken dan lang werd gedacht.
Omtzigt, die als populaire nummer twee op de kandidatenlijst van het CDA had gestaan, stond zelfs vanaf dag één ter discussie. En het was niet Mark Rutte, maar diens partijgenoot Annemarie Jorritsma die als eerste in een gesprek over Omtzigts „onhoudbare” positie begon. Televisieprogramma Nieuwsuur kreeg een notitie in handen van een ambtenaar die bij het gesprek aanwezig was.
Omtzigt was ‘Risicofactor’
Hoe zit het precies? VVD-kopstuk Jorritsma was na de verkiezingen, in maart 2021, samen met Kajsa Ollongren (D66) aangesteld als verkenner. Samen zouden ze de fractievoorzitters spreken om te zien hoe alle partijen de verkiezingsuitslag hadden geïnterpreteerd en hoe de route naar een nieuw kabinet eruit zou kunnen zien.
Of ja, spreken? „Luisteren”, zei Ollongren in de persconferentie na hun aanstelling, daar ging het om. De twee verkenners zouden faciliteren, niet de koers uitzetten. „Wij sturen niet vanuit de inhoud.”
Dat dat wél gebeurde, blijkt uit de notitie die Nieuwsuur inzag. Al vóór de gesprekken met de fractievoorzitters spraken de twee verkenners met Khadija Arib (PvdA), toen Tweede Kamervoorzitter. De twee maakten in dat gesprek duidelijk dat ze meer tijd wilden nemen voor hun gesprekken, omdat ze Omtzigt als „een probleem” zagen.
Omtzigt was een aantal maanden eerder gepasseerd voor het lijsttrekkerschap en had grotendeels een eigen campagne gevoerd. Volgens Jorritsma en Ollongren was hij daarmee een „risicofactor” voor een kabinet. Ze zagen daarin namelijk een grote rol weggelegd voor het CDA, ondanks de slechte verkiezingsuitslag van die partij.
Mocht bij het verschijnen van de officiële uitslag echter blijken dat Omtzigt meer stemmen had gehaald dan lijsttrekker Wopke Hoekstra, dan kon dat voor gedoe en instabiliteit zorgen. Omtzigt, concludeerde Jorritsma, was „onhoudbaar”.
Arib wees het verzoek om meer tijd af. Ze vond het niet kies over personen te praten en zei ook dat zij als nummer twee op de PvdA-lijst geen enkel probleem had ervaren. Over het gesprek met Arib werd later niets meer gemeld, in het eindverslag van de verkenners wordt het ook niet genoemd.
Verkenners bleven buiten schot
De Omtzigt-notulen gooiden de Haagse verhoudingen overhoop. De Tweede Kamer richtte daarbij alle pijlen op Rutte. Omtzigt had als kritisch Kamerlid regelmatig met de premier de degens gekruist en lag ondertussen niet goed in het CDA, de partij waarmee Rutte graag wilde regeren.
Rutte had eerst nog ontkend over Omtzigt te hebben gesproken, nadat Ollongren met een map documenten op het Binnenhof was gefotografeerd. Op het papier was de passage ‘Positie Omtzigt, functie elders’ leesbaar. Daarna wezen geopenbaarde formatiestukken alsnog naar Rutte zelf: „Je moet wat met Omtzigt: minister maken”, meldden de notities bij zijn gesprek met de verkenners.
De verkenners kregen in het debat weinig aandacht. Hun geheugen haperde vaak, maar de Kamer was meer bezig met de premier. Rutte werd onderwerp van een motie van afkeuring die breed omarmd werd, ook door coalitiepartijen. Jorritsma en Ollongren bleven buiten schot, al had Ollongren achter de schermen al gezegd dat ze had willen aftreden.
De onthullingen van Nieuwsuur vestigen nu alsnog de aandacht op de rol van de verkenners. Jorritsma is net vertrokken uit de Eerste Kamer, maar Ollongren heeft als minister van Defensie een belangrijke rol in Rutte IV.
Toch is die verschuivende focus voor Rutte niet per se goed nieuws. Mocht de druk op Ollongren om af te treden alsnog toenemen, dan blijft Rutte immers als enige op zijn plek.
De meest voor de hand liggende consequentie is een andere: de huidige rol van verkenners lijkt ten dode opgeschreven. Een evaluatie van de kabinetsformatie beschreef enkele weken geleden al dat Jorritsma en Ollongren niet alleen hadden ‘geluisterd’. Ze hadden geprobeerd „rust te brengen”, zo verklaarde Ollongren. Ze doelde op het CDA, dat „een soort spilfunctie” moest hebben.
Hoever de twee verkenners daarbij gingen, is door de reconstructie van Nieuwsuur duidelijk geworden. De Kamer zou binnenkort spreken over de vraag hoe toekomstige formaties eruit moeten zien. Maar het ligt door deze onthullingen voor de hand dat het ook nu eerst over personen zal gaan.