‘Discipline is nodig om de top te bereiken, maar je moet je sporters fysiek en mentaal ook gezond houden’

Aljona Savchenko: „Mijn ouders wonen bij mij, ze zijn gevlucht uit Oekraïne. Mijn broers zijn achtergebleven in Kiev.”


Foto Kees van de Veen

Interview

Aljona Savchenko, bondscoach kunstrijders Aljona Savchenko (38) uit Oekraïne is sinds kort bondscoach van de Nederlandse kunstrijders. „Mijn doel is om van mijn schaatsers de beste versies van zichzelf te maken.”

Terwijl de muziek van de Italiaanse componist Ludovico Einaudi aanzwelt en er geschaafd ijs door het beeld vliegt, heeft de camera moeite Aljona Savchenko bij te houden. In het schemerdonker schaatst ze schijnbaar moeiteloos achterstevoren en met flinke snelheid een paar perfecte bochten, waarna ze met een glimlach in de lucht springt, 360 graden om haar as draait, en na de landing in volle vaart doorglijdt.

Het bijschrift bij het filmpje dat de 38-jarige voormalige kunstschaatsster uit Oekraïne eerder deze maand op Instagram zette: ‘Home’, met een hartje erbij. Het was Savchenko’s eerste ervaring met het Nederlandse natuurijs, op het Nannewijd in Friesland. Een van de voordelen van haar nieuwe thuis in Heerenveen, waar ze woont sinds ze in augustus werd aangesteld als bondscoach van het nieuwe Nationaal Trainingscentrum Kunstrijden (NTK) in Thialf.

Een paar weken eerder zit Savchenko – 1,53 meter lang, meervoudig wereldkampioen én olympisch kampioen in 2018 – in de kantine van het ijsstadion in Heerenveen. Haar schaatssters doen stabiliteitsoefeningen in de gym. „Ze volgen een stevig programma”, zegt Savchenko, „maar ik vind dat normale kost”.

Hoe belandt een Oekraïense kunstschaatsster die olympisch kampioen werd namens Duitsland, in Nederland?

„Het was misschien een verrassing voor iedereen, maar toen de Nederlandse schaatsbond me benaderde, vond ik het een interessant voorstel. Het kunstschaatsen is hier niet populair, maar Nederlanders zijn goed in schaatsen en actief op het ijs. Er zijn goede faciliteiten in Thialf, dus er is veel potentie.

„De schaatsbond belde me bovendien op een goed moment: ik wilde verhuizen van Oberstdorf naar een stad om mijn dochtertje meer mogelijkheden te bieden.”

Het werd dus Heerenveen. Hoe vindt u het hier?

„Het belangrijkste is dat mijn dochter, mijn ouders en ik ons hier goed voelen. De eerste keer dat ik hierheen kwam voor een gesprek over een mogelijke aanstelling, had ik mijn dochter bij me. Ik had het gevoel dat ze hier een ander persoon werd. Alsof ze meer open en relaxed was, meer zelfvertrouwen kreeg, alsof ze thuis kwam. Ze is pas twee, maar ze liet een nieuwe kant van zichzelf zien. Dat heeft een belangrijke rol gespeeld bij mijn beslissing om hierheen te komen.”

Het gevoel ergens thuis te komen, krijgt Savchenko zelf als ze op haar veertiende voor het eerst in Duitsland een wedstrijd schaatst. „Het was er schoon en netjes, alles was goed geregeld en liep op tijd. Dat vond ik fijn omdat ik zelf heel precies ben.” Heel anders dan in haar jeugd, als Savchenko op dichtgevroren meren nabij Kiev leert schaatsen en daarna elke dag twee uur op en neer moet reizen voor haar trainingen.

Ze neemt zich op haar negentiende voor in Duitsland te gaan schaatsen. In eigen land geloven haar coaches niet in haar kwaliteiten, en als ze hoort dat een Duitse jongen een partner zoekt en de oud-wereldkampioen Ingo Steuer – Savchenko’s jeugdidool – hen wil trainen, verhuist ze die kant op. In de zeventien jaar die volgen wordt ze met verschillende partners zes keer wereldkampioen, vier keer Europees kampioen en in 2018 olympisch kampioen paarrijden, allemaal onder de Duitse vlag.

Aljona Savchenko: „Kunstschaatsen is hier niet populair, maar Nederlanders zijn actief op het ijs.”

Foto Kees van de Veen

Als je zo lang voor een ander land uitkomt, wat is dan nog je connectie met je geboorteland?

„Ik ben er trots op om Duitsland te vertegenwoordigen en dankbaar voor alle mogelijkheden die ik daar heb gekregen, maar mijn hart is nog steeds Oekraïens. Ik ben er trots op dat ik daar geboren ben en dat mijn familie er vandaan komt. Dat gevoel is alleen nog maar sterker geworden sinds de invasie.”

Wat voor impact heeft de oorlog in Oekraïne op uw leven?

„Het is heel erg pijnlijk. Mijn ouders wonen sindsdien bij mij, ze zijn gevlucht voor het geweld. Maar mijn broers zijn achtergebleven in Kiev. We proberen elke dag te bellen. Elke keer als ze zeggen dat ze van me houden, weet ik niet of ik dat voor het laatst hoor.”

Hoe gaat u daarmee om?

„Het is lastig. Ik heb mijn broers al zo vaak gezegd dat ik die kant op wil komen om te helpen, maar dat willen ze niet. En ze willen ook niet deze kant op komen, want ze zijn bang dat het land verdwijnt tijdens hun afwezigheid. Ik probeer daarom maar op andere manieren te helpen. Ik stuur ze voedsel, medicijnen, kleding, geld, zodat ze kunnen blijven vechten voor onze toekomst.”

In Heerenveen werkt Savchenko op dit moment met een selectie van twaalf schaatsers: vier meisjes en twee jongens van tussen de 16 en 19 jaar oud, plus drie volwassen paren. Lindsay van Zundert, eerder dit jaar in Beijing de eerste Nederlandse kunstschaatsster op de Spelen sinds 1976, ontbreekt (zie inzet).

U kunt waarschijnlijk dingen die uw schaatsers niet kunnen.

Savchenko lacht. „Ja, dat klopt.”

Is dat moeilijk voor u? U staat bekend als een perfectionist.

„Natuurlijk is dat lastig. Maar het is mijn werk om het hun te leren. Het klopt dat ik perfectionistisch ben, maar ik heb ook veel geduld. Anders had ik het nooit zo lang uitgehouden in deze sport. Ik heb me erbij neergelegd dat het veel tijd zal kosten. Mijn doel is om van mijn schaatsers de beste versies van zichzelf te maken.”

In Nederland komt steeds meer aandacht voor een veilig topsportklimaat en grensoverschrijdend gedrag door coaches. Een goede zaak?

„Het probleem is dat er in de opleiding van coaches weinig aandacht is voor ethiek, waardoor het soms uit de hand loopt. Ze hebben een systeem waarmee ze werken, en dat is het, ze kennen niet anders. Als kind weet je ook niet beter, ik heb het zelf meegemaakt, het overkomt je gewoon.”

Wat is u overkomen?

„In Oekraïne had ik een coach die me met mijn schaatsbeschermers op mijn hoofd sloeg als ik iets verkeerd deed. Ik verborg het voor mijn ouders, omdat ik bang was dat ze me van de sport af zouden halen. In een andere groep werkte een coach die meisjes natspoot als ze een fout maakten, dan kreeg je het heel erg koud.

„Het was ook verbaal gedrag. ‘Je kunt niets’, ‘je zult nooit iets bereiken’, dat soort dingen zeiden ze tegen me. Ingo Steuer, mijn coach in Duitsland, zei het soms ook. Dat deed hij waarschijnlijk om me tot het uiterste te drijven, maar zoiets vergeet je nooit meer. Het is zo beschadigend voor je zelfvertrouwen.”

Traumatiserend ook?

„Ik heb het geluk gehad dat mijn ouders me altijd hebben beschermd en me het verschil tussen goed en fout hebben geleerd. Dankzij hen ben ik zover gekomen. Uiteindelijk hebben al mijn ervaringen me sterker gemaakt, maar ik denk nu wel: ‘Dat was niet oké’.

„Ik wil niet dat de schaatsers die ik onder mijn hoede heb, hetzelfde ervaren. Natuurlijk heb je discipline nodig om de top te bereiken, maar je moet je sporters beschermen zodat ze fysiek en mentaal gezond blijven.”

U werkt met jonge mensen, kinderen soms nog. Na de olympische rel rond de vijftienjarige Kamila Valieva uit Rusland is de minimumleeftijd om aan wedstrijden mee te doen verhoogd van 15 naar 17 jaar. Wat vindt u daarvan?


Lees ook: Als het drama compleet is voor kunstrijdster Valieva (15) houdt het applaus aan

„Ik heb gehuild toen ik zag wat er met Kamila gebeurde. Ik zou haar hebben beschermd, niet het ijs op hebben gestuurd. Ik denk dat de leeftijdsgrens hoger kan, naar 18 of 19 jaar. Dan ben je verder ontwikkeld.

„Het is echt niet zo dat je dan al te oud bent om goed te worden. Ik verhuisde pas op mijn negentiende naar Duitsland, mijn carrière kwam pas echt van de grond toen ik 21 was, en ik won olympisch goud op mijn 34ste.”

Bij uw aanstelling zei u dat u het beste van Oost- en West-Europa wil combineren. Wat bedoelde u daarmee?

„Dat ik mijn discipline aan mijn schaatsers wil overbrengen, zonder alle negatieve ervaringen die ik heb gehad. Ze moeten wel genieten van wat ze doen, want zonder passie voor de sport kom je nergens.”