Het kabinet lijkt uitgepolderd

Stikstofbeleid Na maanden onderhandelen kwam deze week het landbouwakkoord niet rond. Mogelijk moet het kabinet „harde keuzes” maken.

Minister Piet Adema (Landbouw, CU) staat de pers te woord na een overleg over het mislukte landbouwakkoord.
Minister Piet Adema (Landbouw, CU) staat de pers te woord na een overleg over het mislukte landbouwakkoord. Foto Jeroen Jumelet/ANP

Rutte IV zou het kabinet worden van de grote ambities op het gebied van klimaat en stikstof. Alles moest anders. Wat blijkt na anderhalf jaar? Daar waar het kabinet wilde versnellen, treedt enkel vertraging op. Het onvermogen van het kabinet om de zelf gestelde deadlines te halen, bleek deze week opnieuw.

Landbouwminister Piet Adema (CU) hoorde je de afgelopen dagen de verwachtingen al temperen. Waar de minister het eerder „cruciaal” noemde dat er in mei „op hoofdlijnen” een eerste conceptversie van het landbouwakkoord zou liggen, veranderde hij nu plots zijn toon. Draagvlak zou belangrijker zijn dan de deadline.

Bemiddelaar Johan Remkes adviseerde het kabinet in november de stikstofaanpak niet van bovenaf op te leggen, maar in samenspraak met alle betrokkenen: boeren, natuurorganisaties, supermarkten, banken, provincies. Polderend dient Nederland uit de stikstofimpasse te komen.

Minister Adema ging met die opdracht aan de slag. Na maanden onderhandelen, en vele gemiste deadlines kwam ook deze week het landbouwakkoord niet rond. De onderhandelende partijen, waaronder land- en tuinbouworganisatie LTO, spreken elkaar in juni weer.

Pas als er een concept ligt, wil LTO overleggen met de eigen achterban of zij een handtekening onder het akkoord gaan zetten. Boerenactiegroepen Farmers Defence Force en Agractie hebben LTO opgeroepen „te kappen” met het landbouwakkoord en zeggen: bereid je voor op nieuwe demonstraties.

Het uiteindelijke akkoord moet laten zien hoe de agrarische sector de ommezwaai kan maken naar een duurzame vorm van landbouw, waarbij natuurkwaliteit niet mag verslechteren. Volgens het coalitieakkoord, in lijn met Europese doelstellingen, moet de agrarische sector minder stikstof en CO2 uitstoten en meer rekening houden met bijvoorbeeld water- en bodemkwaliteit.

Niet alleen het landbouwakkoord, ook de uitkoopregeling voor boeren die veel stikstof uitstoten en vrijwillig willen stoppen (zogeheten piekbelasters) laat langer op zich wachten. De Europese Commissie keurde dit plan onlangs wel goed, maar het kabinet heeft de website waarmee boeren kunnen checken of zij onder die regeling vallen, nog niet klaar.

BBB-winst

Het uitblijven van een landbouwakkoord heeft gevolgen voor tal van andere dossiers. Zonder dit akkoord is het voor provincies moeilijk om invulling te geven aan de ‘gebiedsplannen’ die zij voor 1 juli moeten inleveren. Daarin moeten zij beschrijven wat zij doen om de stikstofuitstoot te beperken, waterkwaliteit te verbeteren en klimaat- en natuurdoelstellingen te halen.

Die deadline bleek al weinig realistisch meer, schreef NRC eerder. „Het landbouwakkoord, de uitkoopregelingen: alles schuift op, maar 1 juli blijft staan”, zei Henk Jumelet, CDA-voorman in Drenthe. Hoe de gebiedsplannen precies vorm moeten krijgen zonder landbouwakkoord, is de provincies niet duidelijk.

Een verdere complicatie is de BBB-winst bij de Provinciale Statenverkiezingen. Bij het vervolg van de landbouwonderhandelingen in juni, kan de partij via provinciebesturen (die meepraten) mogelijk harde regelgeving voor boeren frustreren.

Sinds de overwinning van de BBB liggen de verhoudingen binnen het kabinet bovendien overhoop. Zo is de steun van het CDA voor het stikstofbeleid bijna verbrokkeld. De vertraging in het landbouwdossier komt het CDA goed uit en geeft de partij meer munitie om aan de eigen stikstofdeadlines te tornen. De afgesproken stikstofplannen, zoals een halvering van de uitstoot in 2030, staan daardoor onder grote druk.

Ook het halen van de klimaatdoelstellingen hangt voor een belangrijk deel af van de voortgang van het landbouwdossier en de gebiedsplannen van de provincies. Vorige maand toen minister Rob Jetten (Klimaat en Energie, D66) extra klimaatmaatregelen aankondigde – om de eigen doelen te halen – werd de landbouw ontzien.

De landbouw moet naast minder stikstof ook veel minder CO2 uitstoten en voor een deel van die uitstoot ontbraken maatregelen. Jetten voelde er destijds weinig voor extra landbouwregels door te voeren. In plaats daarvan schoof hij deze gevoelige kwestie door naar de onderhandelingstafel van het landbouwakkoord, waar ook wordt nagedacht over CO2-reductie.

Ook bij de verduurzaming van de industrie verwacht het kabinet veel van ‘op maat’ gemaakte afspraken met de twintig grootste vervuilers. In die ‘maatwerkafspraken’ moet staan hoe groot de opgave van de industrie wordt en hoe de sector dit gaat realiseren. Tot nu toe ligt er van enkele grote bedrijven, zoals Shell, alleen een vrijblijvende intentieverklaring.

Pas als deze afspraken met de industrie en het landbouwakkoord geregeld zijn, wordt duidelijk of de verwachte broeikasgasreductie gehaald gaat worden. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) was bij de presentatie van het aanvullende klimaatpakket van minister Jetten zeer kritisch. Van het overgrote deel van de maatregelen, zeker 85 procent, zou onduidelijk zijn of deze effectief zijn.

„De noodzaak van adequate oplossingen is urgent, maar de slagkracht van de overheid stokt”, zegt ook de Raad van State in zijn recente jaarverslag. De Raad van State roept het kabinet op om „harde keuzes” te maken. Juist dat soort moeilijke keuzes schuift het kabinet nu door naar onderhandelingstafels waar de sector (landbouw, industrie) zelf mag meebepalen. Als de onderhandelingen over het landbouwakkoord echt op niets uitlopen, wordt Rutte IV toch gedwongen om de stikstofmaatregelen zelf te bedenken.