T. rex moet een make-over krijgen, want hij had vermoedelijk lippen

Paleobiologie Als vleesetende dino’s altijd hun tanden lieten zien, dan hadden ze last gekregen van tanderosie. Lippen kunnen dat voorkomen.

Het skelet van een T. rex in de Tonhalle in Zürich.
Het skelet van een T. rex in de Tonhalle in Zürich.

Foto Michael Buholzer/EPA

Had Tyrannosaurus rex lippen of niet? Hoewel paleontologen over het algemeen aannemen dat vleesetende dino’s rondliepen met ontblote tanden – zoals krokodillen – lijkt een artikel in Science nu toch het tegendeel te bewijzen. Vermoedelijk waren de vlijmscherpe tanden onzichtbaar wanneer de dino’s hun bek sloten, omdat ze bedekt waren door dunne, lipachtige schubben, schrijven Canadese wetenschappers. Daarmee hadden de tyrannosauriërs dus eerder een hagedissenbek en oogden ze heel anders dan gedacht.

Roofdino met en zonder lippen.
Illustratie Mark Witton

Al sinds de jaren tachtig lijkt er paleontologische én cinematografische consensus te zijn over de vlijmscherpe tanden van T. rex en verwante vleesetende dino’s: die steken zowel op wetenschappelijke illustraties als in boeken en films prominent en vervaarlijk naar buiten. Onterecht, vermoedden de Canadezen. Want in tegenstelling tot krokodillen hadden dinosauriërs een relatief dunne glazuurlaag, die niet continu blootgesteld kon worden aan de elementen.

Om die hypothese te testen, vergeleken de wetenschappers een fossiel dinosaurusgebit van de Daspletosaurus met de tanden van de nog levende mississippialligator. Bij Daspletosaurus was het tandglazuur veel dunner dan bij de alligator. Opvallend was dat de dinotanden ondanks hun dunne glazuur nagenoeg geen verwering vertoonden, terwijl de krokodillentanden duidelijk slijtage vertoonden. Dat wijst erop dat de tanden vermoedelijk werden bevochtigd door lipachtige structuren: nat glazuur is beter bestand tegen tanderosie.

Hedendaagse reptielen

Een argument tegen de theorie zou de omvang van de tanden vormen: die zouden simpelweg te groot zijn om te omsluiten. Maar ook daar hebben de auteurs een antwoord op. Hoewel de schedels en tanden van Daspletosaurus en Tyrannosaurus inderdaad erg groot zijn vergeleken met die van hedendaagse reptielen, komen de kop-gebitratio’s wel overeen. Dus verhoudingsgewijs waren dinotanden helemaal niet exorbitant groot. Sterker nog, zelfs de papoeavaraan (Varanus salvadorii), met relatief de grootste tanden, heeft geen ontbloot gebit. En dat terwijl de tanden van die varanensoort veel groter zijn ten opzichte van de schedel dan bij de onderzochte dinosauriërs.

Deze bevindingen hebben niet alleen gevolgen voor vleesetende dinosauriërs in films en boeken, schrijven de auteurs, maar zijn óók van belang voor de wetenschap. De aanwezigheid van lippen had bijvoorbeeld invloed op de manier van eten.