Zweepslagen zijn terug in Afghanistan. Komen er ook weer stenigingen?

Overspel, diefstal en het weglopen van huis klinken misschien als drie heel uiteenlopende zaken, maar in de Afghaanse provincie Takhar zijn het drie precies gelijkwaardige misdrijven. Op 11 november vorig jaar kregen tien mannen en negen vrouwen, na het vrijdagmiddaggebed in een plaatselijke moskee, ieder 39 zweepslagen voor het begaan van een van deze vergrijpen.

Dat meldde althans het Afghaanse Hooggerechtshof enkele dagen later op het platform X, toen nog Twitter. Het Hof sloot zijn bericht af met de opmerking dat de afranseling „een waarschuwing zal zijn voor criminelen en een les voor anderen”. Het was een van de eerste officiële sharia-straffen die het Taliban-regime uitvoerde sinds het in 2021 de macht in het land had heroverd.

Een dag later stelde de opperste leider van de Taliban, Hibatullah Akhundzada, de conservatief-islamitische sharia-rechtspraak verplicht voor alle rechtbanken in het land. „Dit is mijn bevel en daarom is toepassing ervan verplicht”, zei hij volgens een woordvoerder. Daarna volgden de shariavonnissen elkaar snel op. Tussen 26 oktober 2022 en 26 oktober 2023 zijn er zeker 71 uitspraken gedaan, waarin 417 Afghanen tot lijfstraffen werden veroordeeld. Negen van hen werden ter dood veroordeeld wegens moord, de andere 408 personen kregen zweepslagen opgelegd.


Lees ook
Onder de Taliban zijn vrouwen steeds verder verdrongen uit het publieke leven

Ghuncha Gul Karim (35) is imker met haar eigen bijen. Ze begon haar bedrijf nadat haar man Afghanistan was ontvlucht uit angst voor represailles van de Taliban. Ze produceert honing en brengt die zelf per motor rond. ,,Ik heb hiernaast nog twee banen om mijn familie te onderhouden”, vertelt de vrouw uit Herat. Het bijen-houden ligt haar het meest na aan het hart: ,,Ik wil de koningin van de honingbijen worden.”

Tot die optelsom komt Afghan Witness, een project van de Britse mensenrechtenorganisatie Centre for Information Resilience, dat op basis van openbare bronnen onderzoek doet naar Afghanistan. Voor hun onderzoek, dat deze donderdag verschijnt, verzamelden zij alle verklaringen over sharia-vonnissen die het Hooggerechtshof heeft gepubliceerd. De conclusie: lijfstraffen – de meest afschrikwekkende herinnering aan het Taliban-regime uit de jaren negentig – zijn volop terug in Afghanistan.

Oog om oog

Ten tijde van het vroegere regime, dat in 2001 werd verdreven na de aanslagen van ‘11 september’, was de voltrekking van gruwelijke vonnissen een terugkerend schouwspel in het sportstadion in Kabul. Op diefstal stond het afhakken van een hand, op overvallen het afhakken van een hand en een voet. Vrouwen met een relatie buiten het huwelijk werden gestenigd. Voor moordenaars gold het principe ‘oog om oog, tand om tand’. De familie van het slachtoffer mocht beslissen over het lot van de dader: hem vergeven, financiële genoegdoening aanvaarden of hem eigenhandig doodschieten.

De grote vraag is of al deze praktijken gaan terugkeren. Bij hun herovering van de macht beloofden de Taliban dat het nieuwe regime gematigder zou zijn, maar die toezegging is bijvoorbeeld op het gebied van vrouwenrechten weinig waard gebleken. Zo mogen meisjes niet naar de middelbare school en vrouwen maar zelden buitenshuis werken. Daarnaast is openlijke kritiek op de Taliban onmogelijk, is muziek verboden en zijn voor mannen baarden verplicht.

Al enkele weken na de machtsovername zei Mullah Nooruddin Turabi, in de jaren negentig minister ter Bevordering van Deugden en Voorkoming van Zonden, dat „het afhakken van handen zeer noodzakelijk is voor de veiligheid” en de shariastraffen dus zouden terugkeren. De vraag was volgens hem alleen nog of de straffen wederom in het openbaar zouden worden voltrokken. De Taliban moesten het beleid nog ontwikkelen, zei hij.

Dat beleid lijkt er nu te zijn, en in bepaalde opzichten is de praktijk anders dan voorheen. Zo lijken er minder straffen plaats te vinden in stadions. Het gebeurt wel, zoals op een door Afghan Witness geverifieerd filmpje waarin een man zweepslagen krijgt in een volgepakt stadion in Kandahar. Maar vaker lijkt het te gaan om meer afgesloten plaatsen, zoals kleine moskeeën.

Wel zijn er altijd burgers aanwezig. Soms sluit het Hooggerechtshof een verklaring af met de mededeling dat „alle aanwezigen hun vreugde tot uitdrukking brachten en Allah dankten omdat hij ons het islamitische systeem heeft gegeven”. Of de aanwezigen echt vreugde toonden is niet na te gaan: de Taliban hebben het filmen of fotograferen van straffen verboden.

Anders dan in de jaren negentig is ook dat er nog geen zogeheten Hudud-vonnissen lijken te zijn geveld. Dat is de categorie van misdaden tegen Gods wil, waarvoor de straffen zijn genoemd in de Koran. Hudud onderscheidt zich van andere sharia-rechtspraak door een hogere bewijslast en een zwaardere straf, waaronder amputatie, steniging of kruisiging.

Doodvonnissen

Van de negen doodvonnissen die zijn uitgesproken (niet volgens de Hudud-richtlijn) zijn er twee voltrokken, vermoedelijk met een schot door nabestaanden van het slachtoffer. De overige zeven kregen vergiffenis van de nabestaanden. Van de veroordelingen tot de zweep valt op dat de meerderheid (63 procent) niet ging om wereldwijd erkende misdrijven zoals diefstal, geweld of fraude, maar om morele of religieuze kwesties als een buitenechtelijke relatie, weglopen (wat in Afghanistan vaak het gevolg is van mishandeling of dreigende uithuwelijking), homoseksualiteit of het drinken van alcohol.

Een mogelijke reden voor het uitblijven van de wreedste straffen, waartoe soms ook het bedelven onder een stenen muur wordt gerekend, is de hoop van de Taliban dat de rest van de wereld hen langzaam maar zeker zal accepteren als legitieme machthebbers. Zo willen ze heel graag diplomatieke banden aangaan en op regeringsniveau ontwikkelingshulp ontvangen. De Taliban speculeren vermoedelijk dat de tijd aan hun zijde is, net zoals ze twintig jaar hebben gewacht tot de westerse legers waren moegestreden en ze de hoofdstad konden innemen.


Lees ook
Harde kritiek op Nederlands optreden in rapport over evacuatie Kabul: ‘Slecht voorbereid en traag’

<strong>Passagiers in Afghanistan</strong> gaan aan boord van een Amerikaans vliegtuig teneinde te worden geëvacueerd. ” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2023/11/zweepslagen-zijn-terug-in-afghanistan-komen-er-ook-weer-stenigingen-1.jpg”><br />
</a> </p>
<p>Als dit inderdaad ook de tactiek is voor de sharia-straffen, werkt die in Nederland in elk geval niet. Het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag laat in reactie op de bevindingen van Afghan Witness weten dat „Nederland deze mensenrechtenschendingen nadrukkelijk veroordeelt” en dat „het aangaan van diplomatieke relaties met de huidige machthebbers van Afghanistan niet aan de orde is”. Nederland werkt juist samen met andere overheden om druk uit te oefenen op de Taliban, aldus een woordvoerder.</p>
<p>Afghan Witness vermoedt dat de Hudud-straffen niet lang meer op zich laten wachten. Die indruk is mede gebaseerd op een <a rel=videoboodschap, afgelopen mei, waarin de vicepresident van het Hooggerechtshof vermeldt dat er door het land heen al 37 vonnissen voor steniging zijn opgesteld, maar dat die nog moeten worden uitgevoerd. In lokale Afghaanse media wordt sporadisch melding gemaakt van stenigingen, maar die zijn moeilijk te verifiëren. Mogelijk vinden deze executies buiten het Hooggerechtshof om plaats. Ze kunnen bijvoorbeeld het werk zijn van informele Taliban-veldrechtbanken, die al jaren bestaan en ad hoc-rechtspraak leveren.

Te zachtaardig

Er is één partij die vindt dat het Taliban-regime te zachtaardig is. De Afghaanse tak van Islamitische Staat, IS Khorasan, kopte in november vorig jaar „Drama” in zijn tijdschrift Stem van Khorasan. Te veel theater, te weinig echte Hudud-sharia, vond IS. De terreurorganisatie, die ook nu de westerse militairen zijn vertrokken aanslagen blijft plegen in Afghanistan, verdenkt de Taliban ervan met deze softe aanpak het Westen te willen paaien. Al-Qaeda daarentegen prees in april de Taliban voor het vestigen van het enige echte sharia-bewind ter wereld.

Afghan Witness heeft de procesgang die voorafging aan de vonnissen niet kunnen onderzoeken en kan dus niet zeggen of de verdachten een eerlijk proces hebben gehad.

De onderzoekers stelden op basis van de verklaringen van het Hooggerechtshof verder vast dat de veroordeelde daders veel vaker man dan vrouw waren. Exacte cijfers zijn moeilijk te geven omdat sommige berichten geen onderscheid maakten tussen de geslachten. Op het gebied van slachtoffers was de sekseverdeling nog veel duidelijker: voor zover was na te gaan waren alle slachtoffers van de geweldsmisdrijven waarover recht werd gesproken mannen. Geweldsmisdrijven tegen vrouwen heeft het Afghaanse Hooggerechtshof kennelijk buiten beschouwing gelaten.


Lees ook
Minister Kuipers betuigt spijt voor foto met Taliban-vertegenwoordiger: ‘Ik wist niet wie het was’

Minister Kuipers wil zich „op geen enkele manier associëren" met de Taliban.