Zwangere voetbalsters modderen vaak maar wat aan

Vrouwen en topsport Voetbalclubs reageren niet altijd positief als een speelster zwanger wordt. Spelersvakbond FIFPro komt daarom komende zomer met richtlijnen. „Veel clubs hebben een grote mond, maar houden de boot af”, zegt de net bevallen PSV’ster Inessa Kaagman.


Foto Brad Smith / Getty Images

„Doodzenuwachtig” was Inessa Kaagman (28) toen ze zich vorige zomer bij PSV-coach Roeland ten Berge meldde voor haar jaarlijkse ‘ontwikkelingsgesprek’. Hij zou haar gaan vragen naar haar ambities voor het komende seizoen. Zij wilde hem vertellen dat ze tien weken zwanger was, dus dat haar sportieve ambities even op een laag pitje zouden komen te staan.

„Roeland was pas net onze coach, ik kende hem nog niet zo goed”, vertelt de in maart bevallen middenvelder. Wat als hij negatief zou reageren? Ze was er niet gerust op. Maar Ten Berge reageerde heel positief. Hij vertelde dat hij drie kinderen heeft en dat er niets boven het ouderschap gaat. ‘Voorlopig heb je andere prioriteiten’, zei hij.

Bij lang niet alle zwangere of net bevallen speelsters zijn clubs zo flexibel als bij Kaagman, blijkt uit onderzoek van de internationale spelersvakbond FIFPro, die komende zomer richtlijnen presenteert voor betere begeleiding van deze groep. Veel speelsters vertelden FIFPro dat ze maar wat aanmodderen als moeder (in spe). Er bestaat een hardnekkig vooroordeel dat topvoetbal en moederschap niet samengaan. Terwijl er genoeg voorbeelden zijn van speelsters die na de geboorte van hun kind sportief succes oogstten.

De richtlijnen maken onderdeel uit van een wereldwijde campagne die moet zorgen voor meer begrip voor en voorlichting over de mentale en fysieke gevolgen van zwangerschap voor een profvoetbalster. Zo vertellen meerdere speelsters in spotjes openhartig over hun ervaringen. Hun punten van kritiek verschillen en de een kiest haar woorden zorgvuldiger dan de ander. Alles bij elkaar verklaart het waarom slechts een paar procent van de profvoetbalsters kinderen heeft. Of beter: het aandurfde tijdens hun carrière moeder te worden.

‘Leuk dat je zwanger bent, doe wat je moet doen en wie weet zien we je terug’, kreeg Cheyna Matthews (30) bij twee Amerikaanse clubs te horen toen ze vertelde dat ze in verwachting was. Ze noemt dat ‘onacceptabel’ en ‘demotiverend’, want als topsporter wil je belangrijk gevonden worden, gewild, zegt ze. Ze zette onlangs een punt achter haar carrière, ook als speelster van het Jamaïcaanse elftal, na vijf jaar topsport met moederschap te hebben gecombineerd.

Keepster Almuth Schult, die bij de Olympische Spelen van Rio in 2016 goud won met het Duitse team, vindt het „onprofessioneel” dat clubs pas gaan nadenken over de gevolgen van een zwangerschap als hun speelsters daarvan melding maken. Je krijgt de indruk dat ze het zwaar heeft gehad na de geboorten van haar drie kinderen, van wie de laatste in augustus ter wereld kwam. Als clubs hun net bevallen speelsters een goed gevoel geven, zegt ze, is de kans op een snelle rentree groter. Zelf heeft Schult (33) nog geen nieuwe werkgever kunnen vinden na de ontbinding van haar contract bij Angel City, vorige zomer.

De Amerikaanse international Crystal Dunn (31) hamert op het belang van een paar extra handen. Zonder hulp van een nanny had zij niet 112 dagen na de geboorte van haar eerste kind, in mei 2022, haar rentree kunnen maken. De reiskosten van een nanny moeten standaard vergoed worden, vindt ze. Want de baby is een verlengstuk van jezelf en dús een nanny ook. „We verdienen het om tijdens deze reis financieel ondersteund te worden”, zegt Dunn, die deel uitmaakte van het Amerikaanse team dat in 2019 het WK won.

Die reiskosten staan ook in de – niet bindende – richtlijnen van FIFPro. Bond of club moeten de vluchten, accommodatie en bijbehorende kosten voor de begeleider van een speler en het kind vergoeden, mits die redelijk zijn. Aan elke speler die de zorg voor een kind draagt, moet „een ondersteunende omgeving” worden geboden. Het gaat om kinderen die bij aanvang van het betreffende seizoen minder dan twaalf maanden oud zijn of oudere kinderen die borstvoeding krijgen.

Professor dr. Vincent Gouttebarge, hoofd van het medisch team van FIFPro en wetenschapper in het Amsterdam UMC, geeft toe dat met name de richtlijn voor de vergoeding van de reiskosten van begeleiders nog veel onderhandeling met voetbalbonden en clubs zal vergen. Het juridische team „zet hoog in”, zegt hij.

Maar veel clubs – met name die met kleine begrotingen – zullen ook op andere punten een flinke draai moeten maken. Want als er tóch al weinig geld in de kas zit, hoe groot is dan de kans dat ze een bekkenbodemspecialist inhuren, die speelsters helpt met oefeningen bij pijn, urineverlies of instabiliteit? Vrijwel alle voetbalsters die FIFPro adviseerden bij de opstelling van de richtlijnen, onderstreepten het nut van zo’n specialist, zegt Gouttebarge.

En wat te denken van de vergoeding van gekwalificeerde mentale begeleiding na een zwangerschap? „Een belangrijke component bij de planning van een rentree” noemt Gouttebarge het. Het lichaam van een vrouw verandert tijdens een zwangerschap. Als voetbalsters staan zij onder druk om er op een bepaalde manier uit te zien en worden zij geacht de weegschaal in de gaten te houden. De stress hierover wordt groter door lichamelijke verandering als gevolg van zwangerschap.

Inessa Kaagman heeft ook paniekmomenten gekend, vertelt ze. „Mijn buik bleef maar groeien. Ik kon op het laatst geen broek meer in. En dat is moeilijk als je altijd een atletisch lichaam hebt gehad. Ik voelde me heel dik. Ik wilde weer strak zijn.” Met haar familie en vriend heeft ze daar vaker over gesproken. „Die stelden me gerust: die extra kilo’s op de weegschaal horen erbij.”

Kaagman kreeg tijdens en na haar zwangerschap een handvol (interne en externe) deskundigen aangereikt vanuit PSV. Van een fysiektrainer tot een bekkenfysiotherapeut en een gynaecoloog. Die hielden haar fysieke gesteldheid in de gaten, waardoor ze tot de 34ste week van haar zwangerschap kracht- en conditietraining kon blijven doen.

Ze beseft dat ze geluk heeft, dat het lang niet overal zo goed geregeld is. „Veel clubs hebben een grote mond, maar houden de boot af als het er op aankomt. Dat heeft met geld te maken, maar soms moet je risico’s nemen om te groeien.”