Zóveel wedstrijden, dat willen deze internationals niet meer

Analyse

Stoppen bij Oranje Vincent Janssen en Luuk de Jong bedanken voor het Nederlands elftal. De aanvallers wijzen onder meer naar het drukke speelschema, een probleem dat al langer knelt.

Vincent Janssen (links) afgelopen november in het WK-duel met gastland Qatar.
Vincent Janssen (links) afgelopen november in het WK-duel met gastland Qatar. Foto Koen van Weel / ANP

De voetbalkalender is „steeds drukker en voller”, en als Vincent Janssen (28) eerlijk is tegen zichzelf, dan moet hij „tot de conclusie komen dat dit steeds meer impact heeft.” Het was voor de spits een van de belangrijkste redenen om afgelopen zaterdag de telefoon te pakken en bondscoach Ronald Koeman te vragen om hem niet meer op te roepen voor het Nederlands elftal. Hij wil niet meer. Vanaf nu is Vincent Janssen, die afgelopen winter nog het WK in Qatar speelde en topscorer van de Belgische competitie is voor Royal Antwerp, naar eigen zeggen „supporter van Oranje”.

Het besluit van Janssen volgt kort op de mededeling van PSV-aanvaller Luuk de Jong (32), die zich ook niet meer beschikbaar stelt voor Oranje. Hij wil zich, net als Janssen, volledig richten op zijn club. Tegenover televisiezender ESPN zei De Jong dat hij het fysiek zwaarder vond worden, en dat hij bovendien meer tijd wil voor zijn twee jonge kinderen.

Hoewel bondscoach Ronald Koeman het besluit van beide aanvallers betreurt, heeft hij er wel begrip voor, zo liet hij weten via de KNVB. Dat begrip kregen Janssen en De Jong niet van iedereen. Op televisie waren oud-internationals Pierre van Hooijdonk en Rafael van der Vaart zeer kritisch. „Je bedankt niet voor Oranje”, zei Van Hooij-donk in het praatprogramma Studio Voetbal. Van der Vaart was er zelfs „een beetje boos” over: „Ik vind het een beetje slap, als ik heel eerlijk mag zijn.”

Het besluit van de spitsen kan desondanks niet los worden gezien van de tijdgeest. En dan vooral: van de bomvolle speelkalender. Janssen en De Jong zijn tijdens hun carrière allebei met enige regelmaat geblesseerd geweest. De Jong was er eerder dit seizoen een paar maanden uit met een kuitblessure. En een paar dagen nadat hij had besloten te stoppen als international, raakte De Jong weer (licht) geblesseerd. Aan zijn enkel, in een competitiewedstrijd voor PSV. Afgelopen weekend speelde hij om die reden niet voor de club uit Eindhoven.

Vier dagen na het WK

Blessures. Daarvoor waren veel WK-gangers al bang toen ze het eindtoernooi in Qatar speelden, afgelopen november en december. Dat was het eerste winterse WK ooit, tussen drukke competities in gepland. Gepropt, om preciezer te zijn. De gebruikelijke weken voorbereiding op het toernooi en de periode van herstel ná het WK ontbraken. Het leidde er voor een aantal spelers toe dat ze minder dan een week nadat zij met hun land werden uitgeschakeld op het WK alweer met hun club een wedstrijd moesten spelen. Kamil Glik, international van Polen, stond vier dagen na het WK weer op het veld met Benevento in Italië.

Raphaël Varane (29), verdediger van Frankrijk, verloor de finale van het WK tegen Argentinië en moest acht dagen daarna met Manchester United spelen. Medici raden een rusttijd van minimaal 28 dagen aan na een eindtoernooi. Die kreeg Varane nog nooit, zo bleek vorige week uit een rapport van spelersvakbond FIFPro. Na het vorige WK, in 2018, speelde Varane alweer na twintig dagen. Na het EK in 2021 kreeg hij 25 dagen zomervakantie.

Lees ook: dit profiel van FIFA-baas Gianni Infantino, de man van almaar méér wedstrijden

Tussen juli 2022 en eind januari van dit jaar speelde Varane maar liefst 2.226 minuten op het hoogste niveau. Overigens is dat niet eens het meeste van alle spelers. Nicolas Otamendi (Benfica en Argentinië) kwam tot 3.266 minuten. De Nederlandse verdediger Virgil van Dijk (Liverpool en Oranje) tot 2.900 minuten – dat is bijna vijftig uur voetbal in ruim een half jaar, trainingen nog uitgezonderd. „Ik wil niet klagen, want we zijn gezegend en bevoorrecht, dat realiseer ik me echt. Maar we moeten kijken naar het welzijn van onze spelers, ook in de toekomst”, zei Van Dijk in het onderzoek van FIFPro.

Voor Varane is het genoeg geweest – ook hij liet onlangs weten te stoppen als international. Tegenover de Franse zender Canal Plus zei hij: „Ik heb fysiek en mentaal alles gegeven. Maar voetbal op het hoogste niveau is alsof je in een wasmachine zit. Het gaat altijd maar door en stopt nooit. Om eerlijk te zijn voelt het alsof ik stik. De speler Varane slokt de mens Varane op.”

Fysieke en mentale belasting

Varane, maar ook Vincent Janssen en Luuk de Jong, behoren (nog) tot een kleine groep voetballers die consequenties verbindt aan de volle speelkalender. Maar er is reden om aan te nemen dat die groep zal groeien. Uit het onderzoek van de spelersvakbond blijkt namelijk dat een flinke meerderheid van de voetballers zorgen heeft over de fysieke en mentale belasting in hun vak. Twintig procent van de WK-deelnemers zei na afloop „extreme mentale en emotionele vermoeidheid” te voelen, 44 procent voelde extreme of toegenomen fysieke vermoeidheid in vergelijking met een ‘normaal’ seizoen zonder winter-WK. Meer dan de helft van alle WK-spelers is bang om geblesseerd te raken vanwege de toegenomen belasting. Het was het zoveelste onderzoek van de vakbond voor voetballers waaruit deze zorgen naar voren kwamen.

En dan zijn er ook nog eens plannen voor nieuwe, groots opgezette toernooien. Een WK voor clubteams met 32 deelnemers, bijvoorbeeld. Of een WK voetbal voor landenteams dat niet om de vier, maar om de twee jaar wordt gehouden. Over beide ‘toernooiformats’ is flinke strijd in het internationale voetbal. Die laat zich als volgt samenvatten: wereldvoetbalbond FIFA wil méér voetbal, méér toernooien, méér geld verdienen (het WK in Qatar leverde de FIFA 7,5 miljard euro op). De spelers en hun vakbond willen minder stress, vermoeidheid en blessures.

Deze woensdag houdt de FIFA het jaarlijkse congres – in Rwanda. Wat al zeker is: Gianni Infantino zal daar, onder meer met steun van de KNVB, worden herkozen als voorzitter. Hij is de enige kandidaat. Én de grootste pleitbezorger van een nog vollere speelkalender. Want meer voetbal, zo zei hij vorig jaar, kan de levens van mensen overal ter wereld verbeteren.