Zonder Max Verstappen is Red Bull nergens – en juist over dát scenario zwellen de geruchten aan

Max Verstappen herhaalde het nog maar eens. Het was eind mei, op het circuit in Barcelona. Aan een tafeltje in het houten gebouw dat Red Bull meesleept naar elke Europese grand prix, had een journalist hem gevraagd of hij een beetje genoot van het gevecht met McLaren. „Het voelt voor mij eerlijk gezegd niet als een gevecht”, antwoordde Verstappen.

In zijn stem klonk geen frustratie door, Verstappen zat er net zo ontspannen bij als altijd tijdens mediasessies. Je zou eruit kunnen opmaken dat hij zich al had neergelegd bij het verlies van de wereldtitel.

De buitenwacht had Verstappen op dat moment, vlak voor de Grand Prix van Spanje, nog zeker niet afgeschreven. Verstappen lag 25 punten achter op leider Oscar Piastri – precies één overwinning. Hij was er al twee keer in geslaagd de snellere McLarens te verslaan. Als Verstappen zijn onberekenbare Red Bull onder controle hield, was een onwaarschijnlijke vijfde titel toch mogelijk?

Een maand later moet zelfs de grootste optimist toegeven dat de kans op zo’n triomf klein is. Na een rampweekend in Oostenrijk is Verstappen nu, halverwege het seizoen, op het Britse Silverstone gearriveerd met een achterstand van 61 punten op Piastri.

Illustratief was wat er vorig weekend in Oostenrijk gebeurde, nota bene op Red Bulls eigen circuit. Verstappen kwalificeerde zich op een teleurstellende zevende positie. Een vertekend resultaat, omdat hij door gele vlaggen een snellere ronde niet kon afmaken, maar even goed zou hij ruim achter de McLarens zijn beland. Dezelfde McLarens die zondag in de race dominant waren, nadat Verstappen in de eerste ronde door Mercedes-tiener Kimi Antonelli uit de wedstrijd was gebeukt.

Not a big deal

Verstappen was er na afloop opnieuw koel onder. Hij noemde de botsing met Antonelli „not a big deal” en sprak wat pr-zinnen over „proberen te leren” en „zien wat er gebeurt”. Red Bull-kopstuk Helmut Marko was wat meer recht voor zijn raap: „Dit dwingt ons het kampioenschap af te schrijven.”

Marko zal hebben geweten: als Red Bull nú al niet bij McLarens in de buurt kan komen, zal het verderop in het seizoen waarschijnlijk ook niet lukken. Naar Oostenrijk nam Red Bull nieuwe onderdelen mee, net als deze week naar Silverstone. Maar daarna zal er aan de auto niet veel meer veranderen, omdat het team de aandacht verlegt naar de wagen voor 2026-, die vanwege een grote regelwijziging vanaf nul ontworpen moet worden.

Intussen wordt elke race duidelijker hoe problematisch Red Bulls huidige RB21 is. De auto besturen is als een turnoefening uitvoeren met een absurd hoge moeilijkheidsgraad. Verstappen kan de auto nog enigszins beheersen en er dan ook hoge scores mee halen; áls hij werkt, is de RB21 goed. Andere rijders verslikken zich simpelweg in alle race-acrobatiek die nodig is om de auto te temmen .

Neem Yuki Tsunoda, Verstappens teamgenoot sinds Liam Lawson in april werd weggestuurd. De Japanner startte in Oostenrijk vrijwel achteraan – alweer – en finishte na een rommelige race op twee ronden achterstand als laatste. „Ik probeerde van alles, maar niets werkte”, zei Tsunoda, wiens auto „de banden opvrat”, en „ronde na ronde minder grip” had.

De coureur zelf valt, zo is nu wel duidelijk, weinig te verwijten. „Hij is geen pannenkoek hè”, zei Verstappen onlangs over Tsunoda, die eerder in zijn carrière inderdaad bewees dat hij een sterke rijder is. Net zoals zijn voorgangers Sergio Pérez, Alexander Albon en Pierre Gasly, die buiten Red Bull een prima palmares hebben.

Het ontwikkelpad dat Red Bull de afgelopen jaren is ingeslagen, leidde aanvankelijk tot auto’s die – hoewel lastig te besturen – perfect aanvoelden voor Verstappen. Maar na wat verkeerde ontwerpkeuzes heeft de ingezette koers nu een model opgeleverd waarin zelfs de wereldkampioen zich niet meer op zijn gemak voelt, laat staan andere F1-rijders die zijn niveau niet halen.


Lees ook

Coureurswissel laat zien: alleen Verstappen heeft onbestuurbare Red Bull onder controle

Red Bull-coureur Liam Lawson spint half maart bij zijn GP-debuut naast Max Verstappen van het asfalt op het circuit van Melbourne.  Foto Scott Barbour / AP Photo

Zo dringt zich een pijnlijke realiteit op: zonder Verstappen is Red Bull Racing een team in de achterhoede. En precies over zo’n toekomst zonder Verstappen gonsde het de afgelopen week van de geruchten. Verstappen zou op het punt staan om vanaf 2026 naar Mercedes te vertrekken, meldde de Italiaanse tak van Sky Sports.

Geflirt met Mercedes

Er is brandstof voor zulke berichten. Mercedes-teambaas Toto Wolff maakte Verstappen al eerder het hof. En nu komt daarbij dat Mercedes-rijder George Russell ondanks zijn formidabele prestaties dit seizoen nog altijd geen contractverlenging voor volgend jaar heeft gekregen. Russell zei vorige week dat dit komt doordat Mercedes de mogelijkheid wil openhouden om Verstappen vast te leggen – wat Wolff een dag later tegenover journalisten niet ontkende.

Anderzijds: in de Formule 1 zijn teams en coureurs continu in gesprek, elkaar aftastend, hun marktwaarde onderzoekend, en loerend op mogelijkheden voor toekomstige deals. Of Verstappen écht naar Mercedes wil – en kán, gezien zijn contract tot 2028 bij Red Bull – weten alleen de direct betrokkenen.

Een logisch moment om over te stappen is 2026 niet per se. Niet alleen de auto’s worden compleet anders, ook het motorreglement gaat op de schop. Wie begin volgend jaar de beste combinatie heeft, valt niet te zeggen. Wat dat betreft zou Verstappen beter nog een jaar kunnen afwachten, om te zien hoe de rangorde uitvalt.

Donderdag reageerde Verstappen tegenover journalisten op Silverstone, terug in het houten teamgebouw, kortaf op alle geruchten. „Ik praat niet over mijn contract. Er is op dit moment geen beslissing genomen.” En Russell? Die zegt zich „geen zorgen” te maken: „De kans dat ik volgend jaar niet bij Mercedes rijd, is volgens mij uitzonderlijk klein.”