Zo jong, zo goed, soms zo alleen. Nu is Marrit Steenbergen terug


Profiel

Zwemmen Op haar vijftiende werd zwemster Marrit Steenbergen (22) tot toptalent gebombardeerd. Lange tijd kwam het er niet uit – tot dit jaar. „Je zegt niet tegen haar: meisje stop alsjeblieft.”

Marrit Steenbergen behaalde bij de EK zwemmen in Rome afgelopen zomer zeven medailles, waaronder vier gouden.
Marrit Steenbergen behaalde bij de EK zwemmen in Rome afgelopen zomer zeven medailles, waaronder vier gouden.

Foto LiveMedia / Sipa USA

Met haar man Jaap zit Cathy Steenbergen op een vrijdagochtend in december op de tribune van Zwemcentrum Rotterdam, waar een WK-kwalificatiewedstrijd plaatsvindt. Marrit Steenbergen, hun dochter, staat op de startblokken voor de 100 meter vlinderslag. Jaap en Cathy hadden besloten om „net als vroeger” de hele dag te komen kijken, dus ook naar de series waarin de zwemmers zich moeten plaatsen voor de finale. Cathy: „Maar dat is eigenlijk niet nodig, want de finales haalt ze tegenwoordig sowieso weer.”

Het startsignaal klinkt. „Ze weet dat het de 100 is, hè?”, zegt Jaap Steenbergen in de eerste seconden. Grapje natuurlijk, maar toch: ze gaat hard, je zou kunnen denken dat ze op een 50-meter-schema zit.

Maar Steenbergen blijft op kop zwemmen. „Zo héé”, zegt haar vader wanneer ze als eerste aantikt en zich daarmee plaatst voor de finale met een persoonlijk record, die ze later die dag zou winnen met een nóg scherpere tijd (58.57).

Marrit Steenbergen zit, na jaren van fysieke en mentale tegenslag, lekker in haar vel. En dat is te merken: op de WK kortebaan in Australië behaalde ze haar eerste individuele wereldtitel, op de 100 meter wisselslag, plus drie keer brons. En op de EK in Rome, afgelopen augustus, zwom ze maar liefst zeven medailles bij elkaar. Steenbergen draait weer mee in de Europese top, bleek daar.

Eén voor één rekent ze intussen af met haar oude pr’s. Tijden die ze jarenlang met zich meesleepte. Neem de 100 meter vrij. Haar snelste tijd op de lange baan zwom ze op 12 augustus 2022 op dat EK in Rome (53.24). De drie tijden daaronder zijn ook van dit jaar. En dan, als een gigantisch gat in haar cv, 24 juni 2015, Bakoe. Dat was tijdens de Europese Spelen, een juniorentoernooi, waar de toen 15-jarige Steenbergen zúlke goede tijden neerzetten dat ze in een keer de zwemwereld bestormde.

Steenbergen werd een ‘zwemdiva’ gedoopt, en ‘de nieuwe Ranomi’. De verwachtingen waren torenhoog. Maar het kwam er niet uit. Tot dit jaar.

Een rustig meisje

Op 11 januari 2000 wordt Marrit Steenbergen geboren in het Friese Oosterwolde. Nog geen vier is ze als ze voor het eerst zwemles krijgt. „Eigenlijk aan de jonge kant, maar er was toevallig een plekje vrij”, zegt Cathy, die vroeger zelf ook zwom en daarna als hobby zwemles is gaan geven. „In negen maanden had Marrit geloof ik A, B en C.” Een collega grapte: als ze ooit de Spelen haalt, moet je zeggen dat ze van mij les heeft gehad.”

Ze is een rustig meisje, zeggen haar ouders, dat goed kan leren en op de basisschool een klas overslaat. En net als haar oudere broer Jorn wil ze blijven zwemmen.

Al snel valt ze op. Cathy: „We hebben een keer bij een wedstrijd gezeten, ze was een jaar of tien…”

Jaap: „En toen stond ik bij de uitslagen te kijken …”

Cathy: „En iemand zei: ‘Wat doet die Marrit Steenbergen hier?’”

Jaap: „‘Belachelijk dat ze meedoet. Dat is toch niet leuk meer? Dat meisje is veel te goed, die traint te veel.’ Dus ik zeg: nou, dat meisje traint maar drie keer in de week een uurtje.”

Cathy: „Haar toenmalige coach had haar bewust op weinig trainingen gehouden. Het moet wel leuk blijven.”

Op haar dertiende stapt Steenbergen over naar een middelbare school met een topsportprogramma, waar ze vwo blijft doen. Geleidelijk aan gaat ze meer trainen. Jaap: „Op haar veertiende, vijftiende was ze de zesde zwemster van Nederland op de 100 meter vrij. En er gaan er vijf mee naar de Olympische Spelen. Toen heeft ze met haar trainer overlegd. Zo van: het zou wel heel gaaf zijn als ik in 2016 naar Rio kon.”

Thuis draait alles om het zwemmen, ook voor broer Jorn. Om 4.15 uur gaat de wekker, om 5.30 uur liggen ze in het bad – al verschuift dat voor Marrit op een gegeven moment naar 7 uur ’s ochtends. Na school opnieuw, dan naar huis, eten en rond half negen naar bed.

„Dat vonden ze allebei geen probleem”, zegt Jaap. „Wij hebben steeds gezegd: het is jullie feestje. Ik wil best een keertje roepen, maar zodra ik merk dat ik iedere ochtend vier keer aan jullie bed sta, dan doe ik het niet meer.” In die tijd wordt ze ook benaderd om te gaan trainen in een nationaal trainingscentrum, in Amsterdam of Eindhoven, maar daar vinden haar ouders haar te jong voor. Cathy: „We hebben niets eens getwijfeld.”

In 2015 zwemt Steenbergen de sterren van de hemel bij de Europese Spelen in Bakoe en kort daarna mag ze naar het WK in Kazan. Ze wordt onderdeel van de estafetteploeg op de 100 meter vrij. Het is een groep zwemsters die een jaar of tien ouder zijn dan zij. Cathy: „Dan heb je dus Ranomi Kromowidjojo, Femke Heemskerk, Inge Dekker. En die van ons, haha.”

Het is, achteraf gezien, „de periode dat alles wat ze deed goed ging”, zegt haar vader. „Ik heb lang gedacht: Marrit is zo’n talent, die wint alles. Wat nou als het een keer tegenzit?” Een sportpsycholoog had hem ooit verteld dat kinderen ‘met gouden handjes’ dan vaak opgeven. Maar, zegt hij, dat heeft Marrit niet gedaan. „Dat hebben we de afgelopen jaren wel gezien.”

Op zichzelf wonen

Is er een omslagpunt aan te wijzen? Nee, zo duidelijk is het niet, zeggen haar ouders. Maar feit is dat het langzaam maar zeker minder goed gaat met Steenbergen. Zo waren de Spelen van Rio niet wat ze ervan gehoopt had. Ze zwemt er drie keer. De beste prestatie is de vierde plek met de estafetteploeg. Cathy: „Een grote teleurstelling, want de ‘golden girls’ haalden altijd medailles. Ze heeft lang gedacht dat het haar schuld was.”

Daarnaast kreeg ze rond die periode last van haar schouder, een blessure die nog jaren zou aanhouden. En haar schoolwerk vraagt veel van haar. Cathy: „School en zwemmen: die combinatie was lastig voor Marrit.”

In 2017 vertrekt Steenbergen, dan 17 jaar, naar Eindhoven. Ze gaat er op zichzelf wonen, in een appartementencomplex met andere topsporters, en gaat bij zwemclub HPC Eindhoven trainen met Marcel Wouda, die ook met Kromowidjojo en Heemskerk werkte.

Steenbergen is „de meest stilistische zwemster die ik heb gezien”, aldus Wouda. Ook een leek kan dat zien, zegt hij. „Ze zwemt heel gracieus, met weinig spetters. Het ziet eruit alsof het totaal geen moeite kost.”

Tegelijkertijd is ze in die periode allang niet meer op het toppen van haar kunnen. Wouda had het er lastig mee, zegt hij. „Elke dag als je aan de badrand staat en je ziet haar zwemmen, dan denk je: oh mijn god dit is zo bijzonder. Het spat er gewoon vanaf. Ook in de slechtste trainingen. Maar aan de andere kant zie je iemand die zo worstelt.”

Met die schouder, om te beginnen. Maar het is meer dan dat. „Ik zie het als totaalprobleem. Ze had veel stress. Dat is nooit goed in de topsport”, zegt Wouda. Vanwege die blessure traint ze ook nog eens veel minder dan de rest, waardoor ze veel alleen is. Wouda denkt dat Steenbergen veel druk ervoer, omdat ze op zo’n jonge leeftijd al zulke bijzondere prestaties had neergezet. „Dat brengt zoveel verwachtingen met zich mee.” Wouda ging daar als coach mee om door „vertrouwen te houden, geduld te hebben, in gesprek blijven met haar.”

Wouda’s aanmoedigingen hebben veel betekend, zeggen Steenbergens ouders. Jaap: „Zonder Marcel was ze gestopt.”

In Eindhoven start Steenbergen op een nieuwe middelbare school, die ook een topsportprogramma heeft. Haar begeleider daar is Paulien Senssen. „Een heel bescheiden meisje”, noemt ze Steenbergen. „En het was meteen duidelijk dat ze de lat heel hoog legde. Een hoop verantwoordelijkheidsgevoel, perfectionisme. Ze wilde alles graag goed doen.” Er zijn genoeg topsportkinderen, weet Senssen, die het liefst meteen stoppen met school. „Maar Marrit heeft juist wel eens tegen me gezegd: ik zou zo mijn deelname aan de Olympische Spelen inruilen voor mijn vwo-diploma.”

Stress, slaapproblemen, die eeuwige schouderpijn: haar ouders zien een kind dat worstelt. Dat het liefst onder een dekentje Netflix kijkt als ze in het weekend thuis is. En dat zich vaak alleen voelt omdat ze weinig trainigsuren maakt en veel alleen is. Jaap Steenbergen rijdt veel heen en weer van Heerenveen naar Eindhoven. „Soms twee keer per week. Dan appte ik haar: hoe gaat het? Kut, kreeg ik dan terug. En dan zei ik: zal ik even naar Eindhoven komen?”

Zwemster Maaike de Waard, die ook in Eindhoven woont, ziet dat Steenbergen in die tijd moeite heeft om een plekje te vinden in de groep. „Ze zal altijd wat stiller zijn, dat is ook geen probleem. Maar als ze zich niet zo lekker voelt, trekt ze zich terug.”

In die periode komt Steenbergen niet eens in de buurt van haar snelste tijden.

Cathy: „Op een gegeven moment zwom ze niet eens B-finales, of misschien net aan. En we hebben een wedstrijd gehad dat ze zei: als ik weer 57 zwem op de 100 meter vrij, dan kap ik ermee. En dan zwom ze 57 en dacht ik: nou dit was het dan. Maar toch niet.”

Jaap: „Ik had het bijltje er allang bij neergegooid. En Cathy, jij hebt ook heel vaak gezegd: ze moet gewoon stoppen. Alleen niet tegen haar.”

Cathy, met tranen in haar ogen: „Oh, ja, ik dacht: waar ben je in godsnaam mee bezig? Maak lekker je vwo af, ga een studie doen en laat het los.

Jaap: „Ook omdat haar broer het in die tijd enorm leuk had in het studentenleven.”

Cathy: „En ik vroeg me af: ga je het niveau halen dat je ooit hebt gehad? Maar je zegt niet tegen haar: meisje stop alsjeblieft. Want als ze stopt omdat wij het zeggen, en ze krijgt spijt, dan hebben wij het opgedrongen. Maar ze wist wel dat er ruimte was om te stoppen. De druk kwam niet van ons.”

Waarom bleef ze zwemmen? Paulien Senssen, haar coördinator op de middelbare school, vroeg het een keer. „Ik zei, een beetje plagerig: ben je nooit klaar met die tegeltjes tellen? Maar dat was niet zo. Ze vond het moeilijk dat ze haar eigen pr’s niet haalde, maar zwemmen deed ze gewoon heel graag.”

Haar broer Jorn, die als belastingadviseur werkt op de Zuidas, nam wel de beslissing om te stoppen, aan het eind van de middelbare school. „Het was ook wel anders voor mij, want ik was lang niet zo goed als Marrit. En ik dacht op een gegeven moment: als er toch geen verbetering meer in zit, waarom sta ik dan iedere ochtend om kwamrt over vier op?” Een verschil was ook, zegt hij, dat hij in tegenstelling tot zijn zus op een gewone school zat en veel deed buiten de topsport. Misschien maakte dat de keuze om te stoppen makkelijker. Maar ook hij zegt: Marrit vindt zwemmen gewoon heel leuk. En hij begrijpt dat. „Ik mis het soms nog wel.”

Een last valt van Steenbergens schouders als ze in 2019 haar vwo-diploma haalt. Het jaar daarvoor had ze haar eindexamen nog uitgesteld, omdat ze er toen niet klaar voor was. Senssen: „Toen moest ze toegeven: dit gaat niet. Ze was heel teleurgesteld in zichzelf.” Het was dan ook een „emotioneel moment” toen ze een jaar later wél haar diploma haalde.

Wat ook meehelpt is dat Steenbergen op een andere manier gaat trainen, waardoor haar schouder minder wordt belast.

Langzaam aan begint het beter te gaan. Maar het is vallen en opstaan: de met een jaar uitgestelde Spelen van 2020, waar Steenbergen zich voor kwalificeert, zijn voor haar een deceptie. Overstuur appt ze haar ouders dat ze niet geselecteerd is om de finale van de 4×100 meter vrije slag te zwemmen.

Marrit Steenbergen is volgens zwemcoach Marcel Wouda „de meest stilistische zwemster die ik heb gezien.”
Foto Ali Haider / EPA

Lol en vertrouwen

Vlak voor ‘Tokio’ heeft ze alvast een gesprek met Patrick Pearson, die na de Spelen haar nieuwe trainer wordt, omdat Marcel Wouda besluit te stoppen als hoofdcoach. Pearson heeft vertrouwen in Steenbergen: „Marrit is, en dat weet ze ook wel, een van de meest getalenteerde zwemsters van de afgelopen twintig jaar. Haar lichaamsbouw, zwemtechniek, inhoud. Ze heeft alles in zich.”

Hij wil dat Steenbergen ook het vertrouwen in zichzelf krijgt, en haar doelen hardop gaat uitspreken en erin gaat geloven. „Dat vond ze lastig. Ze had niet de overtuiging dat ze het kon.”

Daarnaast wil Pearson dat ze weer lol krijgt in het zwemmen. Dat lukt als ze voor enkele weken naar Napels vertrekt, om mee te doen aan de International Swimming League, een zwemcompetitie die een paar jaar terug werd opgericht door een Russisch-Oekraïense miljardair.

Pearson: „Ik vond het heel belangrijk dat Marrit, binnen de internationale zwemgemeenschap, een stukje van zichzelf terugvond. Nieuwe mensen leren kennen, plezier hebben, dat als basis.”

Het werkte, zagen haar ouders. „Ze heeft een heel leuke tijd gehad”, zegt Cathy. „En ze werd steeds belangrijker voor het team.”

„Als je meer plezier hebt, durf je ook meer: nieuwe dingen, andere afstanden”, zegt Pearson. Het is de reden dat hij haar in Rotterdam, op die decemberochtend, de 100 meter vlinderslag laat zwemmen, terwijl ze daar individueel waarschijnlijk nooit op zal uitkomen. „Ik probeer haar uit haar comfortzone te trekken. Daar is ze nu klaar voor.”

Sinds maart dit jaar praat ze met een psycholoog, vertelt Steenbergen in augustus tegen de NOS na het succesvolle EK in Rome. „Het is een wereld van verschil, hoe ik er nu in sta en hoe anders ik ben. Veel positiever.”

Wat ze volgens Pearson bij haar psycholoog leert is „sociale ontwikkeling, dat je er mag zijn als persoon.” Het zijn niet eens de „sportspychologische thema’s”, zegt hij, maar „de basisbehoeftes”.

Zwemster Maaike de Waard, haar kamergenoot tijdens toernooien, ziet dat Steenbergen tegenwoordig makkelijker haar mening geeft, en dat ze opener is dan vroeger. En als Steenbergen wel eventjes „in zichzelf zit” dan weten mensen in de groep volgens haar nu ook hoe ze haar „eruit kunnen halen”, zegt De Waard. „Zodat ze juist met die groepssfeer mee kan gaan.”

Terugkijkend en „zonder een schuldige aan te wijzen” vraagt Pearson zich af of Steenbergen niet te jong was toen ze naar Eindhoven kwam. Maar Wouda kijkt daar anders tegenaan. „Stel dat ze thuis was gebleven, ik weet niet of de situatie dan anders was geweest. Ik denk ook dat het voor haar goed is geweest om autonomie te ontwikkelen. Misschien heeft ze deze periode van zelfontplooiing gewoon moeten doormaken.” Zijn les zou zijn, zegt hij, dat een jong toptalent, ondanks de ‘volwassen’ prestaties, nog steeds gewoon een kind is dat als zodanig begeleid moet worden.

Pearson, die denkt dat ze nog tot veel meer in staat is, merkt dat Steenbergen steeds ‘belastbaarder’ is. Al waren die zeven medailles in Rome voor hem ook wel een verrassing. Het zag hoe Steenbergen op dat EK met tranen in haar ogen op het podium stond. „Het was zo’n mooi moment, na alles wat ze had meegemaakt. Ik stond ook bewust helemaal vooraan, in het zicht, omdat ik wist hoeveel het betekende.”

Steenbergen heeft intussen niet meer zoveel zin om steeds stil te staan bij de afgelopen jaren, merken haar ouders.

Jaap: „Met de psycholoog heeft ze veel teruggekeken: waar komt dit allemaal vandaan.”

Cathy: „Dat was wel confronterend. Maar ja, daarna ga je wel weer verder. Ik denk dat zij gewoon verder wil nu.”

Jaap: „Ze heeft het een plekje gegeven. En dat wordt gesteund door de goede prestaties. Op een vrijdag gewoon even een pr zwemmen …”

Cathy: „Je moet het zo zien: ze heeft als zesjarige haar eerste wedstrijdje gezwommen. Dat is een gigantische stijgende lijn geweest. Toen kwam er een dipje. En daar is ze uitgekomen. En als je kijkt hoe ze er op Europees niveau staat. Daar mag ze heel trots op zijn. En ik denk dat ze dat nu zelf ook heeft, vroeger was ze minder trots op wat ze doet.”

Jaap: „Ik denk dat ze haar eigen prestaties anders waardeert. Bakoe, dat was super, maar het was ook: afvinken en weer door. Door schade en schande heeft ze nu ervaren dat het niet heel normaal is wat ze doet. En dat het niet voor iedereen is weggelegd.”