Misschien kunnen we enorme gordijnen in de oceaanbodem verankeren om het smelten van de ijskap op Antarctica te remmen. Misschien moeten we het water onder die ijskap wegzuigen, zodat hij minder snel in zee glijdt. Laten we in ieder geval starten met onderzoek naar de mogelijkheden van zulke technologische ingrepen.
Dat is kort samengevat de oproep die vijf wetenschappers doen in een onlangs gepubliceerd whitepaper. Hun doel is de wereldwijde stijging van de zeespiegel vertragen. Want dat is een potentiële bedreiging voor laaggelegen eilanden en kustgebieden wereldwijd, waaronder Nederland.
Het document is meteen omstreden. „Het is een afleiding”, zegt glacioloog Twila Moon van het Amerikaanse National Snow and Ice Data Center. „Het vermindert het gevoel van urgentie om de uitstoot van broeikasgassen naar beneden te krijgen.” Ze verwerpt elke verkennende studie naar glacial climate intervention, zoals de vijf wetenschappers deze ingrepen noemen.
Wij concentreren ons op de ijskappen, met name die van Antarctica
Het document is een volgend voorbeeld van geo-engineering, het ingrijpen in het klimaatsysteem, om de opwarming van de aarde te remmen. Eenzelfde verdeeldheid ontstond eerder – en is er nog steeds – rond het mogelijk ‘dimmen’ van het zonlicht via technische ingrepen, zoals het plaatsen van spiegels in de ruimte, of het in de stratosfeer spuiten van enorme hoeveelheden weerkaatsende deeltjes.
Glacioloog Michael Wolovick, een van de auteurs van het whitepaper en verbonden aan het Alfred Wegener Institut in Bremerhaven, kent de bezwaren. De vaakst genoemde staan in hun document. Een te groot vertrouwen in een technofix. Risico’s op onvoorziene gevolgen. Rijke landen die iets besluiten dat impact kan hebben op armere landen.
Lees ook
Een controversieel idee komt steeds dichterbij: sleutelen aan de atmosfeer om klimaatverandering te stoppen
Wolovick begrijpt de bezwaren, zegt hij. „Maar vele gaan over mogelijke politieke effecten. Wij wetenschappers moeten niet op basis daarvan kiezen.” Hij vindt de vergelijking met andere vormen van geo-engineering niet helemaal opgaan. Weerkaatsende deeltjes in de stratosfeer spuiten, of CO2 uit de lucht zuigen, dat zijn ingrepen met wereldwijde impact. „Wij concentreren ons op de ijskappen, met name die van Antarctica. Dat is veel doelgerichter.”
Hun document pleit ook niet zonder meer voor technisch ingrijpen, schrijven de auteurs. Het is een oproep om te onderzoeken „of een interventie realistisch is”. En ja, daarbij moeten ook de effecten worden meegenomen op ecosystemen, op oceaanstromen, op eventuele lokale bevolkingen. Een breed scala aan wetenschappelijke disciplines moet erbij betrokken worden. En een eventuele ingreep moet niet alleen technisch realiseerbaar zijn, maar ook maatschappelijk acceptabel.
Aan het níét onderzoeken van mogelijke technische ingrepen zit óók een risico, zegt Wolovick. Afhankelijk van de hoeveelheid broeikasgassen die de mens blijft uitstoten, stijgt de zeespiegel tot aan het eind van deze eeuw waarschijnlijk nog met gemiddeld zo’n 30 tot 100 centimeter, aldus het IPCC. Maar er is ook een kans, zelfs als de mens z’n uitstoot snel terugbrengt, dat die stijging op vele meters uitkomt. Want het is nog niet duidelijk welke smeltprocessen allemaal gaan spelen. Mocht de zeespiegel plotseling toch heel snel stijgen, is het dan niet handig dat je al kennis hebt over mogelijke technische ingrepen waarmee je ijskapsmelt kunt vertragen? „Daarom is onderzoek naar glaciale interventie toepasselijk”, schrijven ze.
Ethische discussies, die normaal eerst zouden moeten komen, zijn niet te bekennen
Het whitepaper is gebaseerd op twee workshops die vorig jaar oktober en december zijn georganiseerd aan respectievelijk de universiteit van Chicago en die van Stanford. Rajashree Datta woonde die laatste bij. Zij bestudeert het smelten van ijskappen en ijsplaten, de uitlopers van gletsjers in zee, aan de universiteit van Colorado. Datta is niet per se voor of tegen ingrijpen, zegt ze. „Ik noem mezelf opzettelijk agnostisch.” Veel van het onderzoek dat nodig is voor eventueel technisch ingrijpen, moet volgens haar sowieso gebeuren, om de kennis over smeltprocessen, de structuur van oceaanbodems, van warmtetransport in de oceanen, te vergroten. Dat zegt ook Wolovick.
De twee belangrijkste ingrepen die het document noemt, zijn het wegzuigen van water onder gletsjers en het aanleggen van grote gordijnen op de oceaanbodem. Door het wegzuigen van water, zo is het idee, maakt de gletsjer weer contact met de grove ondergrond, en glijdt hij minder makkelijk de zee in. Daarvoor is het wel nodig door de vaak kilometers dikke gletsjers te boren, en vervolgens het water weg te pompen.
Lees ook
De dreiging van Antarctica
Van onderaf aanvreten
De gordijnen hebben te maken met het feit dat een belangrijk deel van het smelten op Antarctica komt doordat warm water de ijsplaten van onderaf aanvreet. Die ijsplaten werken als een soort rem op de op land liggende gletsjers. Als de ijsplaten smelten, gaat de voet als het ware meer van de rem. De instroom van warm water zou wellicht te remmen zijn door vlak bij de ijsplaten dunne, flexibele gordijnen op de oceaanbodem te verankeren. De gordijnen kunnen verschillende afmetingen hebben, zo berekende Wolovick vorig jaar met twee collega’s. „Hun drijfvermogen houdt ze overeind”, legt hij uit. Het grootste gordijn, 80 kilometer breed en gemiddeld 80 meter hoog, zou zowel de Pine-gletsjer als de Thwaites-gletsjer kunnen stabiliseren, schreven ze in een ander artikel. Het zou naar schatting tussen de 40 tot 80 miljard dollar kosten om het gordijn te maken en te installeren, en nog eens 1 tot 2 miljard jaarlijks voor onderhoud. Het is volgens Wolovick te rechtvaardigen. „De potentiële schade aan kustgebieden door snelle zeespiegelstijging zal veel groter zijn.”
Lees ook
Wie de ijskap van Antarctica snapt mag het zeggen
Maar volgens criticus Moon trek je daarmee alleen maar geld weg bij ander, belangrijker onderzoek. „Want bronnen zoals geld, mankracht en materialen zijn altijd beperkt.” Ze vindt de plannen „onrealistisch”. Het doet niks aan de uitstoot van broeikasgassen, het vraagt grote hoeveelheden energie, de logistiek is onvoorstelbaar complex. „En ethische discussies, die normaal eerst zouden moeten komen, zijn niet te bekennen.”
Maar zo’n discussie, dat is waar ze in hun document juist voor pleiten, zegt Wolovick. Een sterk publiek debat. Hij hoopt dat het document als een katalysator werkt. En dat er een groot onderzoeksprogramma wordt gestart naar glaciale interventie.