Urenlang kunnen ze soms blaffen: honden in kennels, hyperwaakhonden, of gewoon het irritante keffertje van de buren. Krijgen die veelblaffers weleens last van hun stem? Of is schorheid voorbehouden aan mensen?
De anatomie van de hondenstem is grofweg gelijk aan die van mensen. Sterker nog: medici gebruiken soms het hondenstrottenhoofd als proefmodel, vanwege de grote overeenkomsten.
Schorheid en heesheid hebben hun oorsprong in de stembanden: een set van weefselplooien in het strottenhoofd, met een spleet ertussen. Die spleet kunnen we openen en sluiten, waardoor we de plooien op verschillende manieren kunnen laten trillen als er lucht doorheen stroomt. Zo kunnen wij onder meer praten, zingen en neuriën – en kunnen honden blaffen, janken en grommen.
Heel soepel trillen
De stembanden bestaan vooral uit spierweefsel, vertelde kno-arts Rico Rinkel van Amsterdam UMC eerder in NRC. „Dat spierweefsel is bekleed met slijmvlies. Tussen het spierweefsel en het slijmvlies ligt de zogeheten ruimte van Reinke, die is gevuld met een soort gel.”
Dat geheel zorgt ervoor dat de stembanden heel soepel trillen bij het praten of blaffen. Maar als ze overmatig worden geprikkeld, kan zich extra vocht ophopen in zowel het slijmvlies als de onderliggende ruimte. Rinkel: „Dan worden de stembanden zwaarder en trillen ze langzamer. Het geluid klinkt dan lager.”
Geluidsveranderingen zie je ook bij honden die overmatig blaffen, weet Ineke van Herwijnen van de Utrechtse faculteit diergeneeskunde. „Die kunnen inderdaad schor worden”, vertelt ze. „Dat zie je bijvoorbeeld in hondenpensions waarin veel blafgedrag is, door opwinding of stress. Schorheid kan ook komen door sommige luchtweginfecties.”
Maar hoe zit het dan met langduriger overbelasting? Bij mensen kan die leiden tot zichtbare weefselveranderingen, aldus kno-arts Rinkel. „Die zien we soms bij docenten of zangers”, vertelt hij. „Zij kunnen een soort knobbeltjes op de stembanden krijgen. Als daardoor de stembanden niet meer goed sluiten, gaat de stem hees klinken.” Door rust en ontspannener stemgebruik kunnen die knobbeltjes weer weggaan. Maar duurt de overbelasting te lang, dan gaan ze minder makkelijk weer weg.
Groot verschil tussen rassen
Iets dergelijks zien we soms ook bij honden, vertelt honden-kno-arts Gert ter Haar van de praktijk AniCura in Utrecht. „Dit kan gebeuren bij elke beschadiging of ontsteking van het slijmvlies van het strottenhoofd, dus niet per se door veel blaffen”, zegt hij. „Soms ontstaan grotere poliepen, die ook benauwdheid geven. Dat is altijd reden voor behandeling. Poliepen die alleen heesheid veroorzaken, nemen we vaak voor lief.”
Niet alle honden blaffen overigens evenveel. Ten eerste is er een groot verschil tussen rassen. „Mensen hebben hondenrassen mede geselecteerd op hun blafneiging”, vertelt Van Herwijnen. Waakhonden blaffen bijvoorbeeld veel; de Afrikaanse Basenji blaft helemaal niet. Hij jankt soms wel – en hij jodelt, aldus bronnen op internet.
Dan zijn er nog verschillen in persoonlijkheid en in prikkel- of angstgevoeligheid, bijvoorbeeld na verwaarlozing of trauma. Kun je honden eigenlijk afleren te blaffen? Niet echt, weet Van Herwijnen. „Erfelijke blafneiging komt vaak samen met andere eigenschappen die onder invloed staan van selectie, zoals opwinding.” Andersom kun je een hond („met veel geduld en secuur trainen”) wel leren om soms juist wél te blaffen, ook op jouw commando of signaal. Bijvoorbeeld politie-, lawine- of drugshonden.